ECLI:NL:TGDKG:2014:209 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet575.2014
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2014:209 |
---|---|
Datum uitspraak: | 25-11-2014 |
Datum publicatie: | 03-12-2014 |
Zaaknummer(s): | GDWverzet575.2014 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Beslissing op verzet. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de termijn. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 25 november 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 15 juli 2014 met zaaknummer 74.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 575.2014 ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klaagster,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
1. Ontstaan en verloop van de procedure
- Bij brief met bijlagen, ingekomen op 9 februari 2014, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.
- Bij verweerschrift, ingekomen op 3 april 2014, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.
- Bij beslissing van 15 juli 2014 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 22 juli 2014.
- Bij brief, ingekomen op 7 augustus 2014, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
- Bij brief, ingekomen op 16 september 2014, heeft klaagster haar verzetschrift aangevuld.
- Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2014 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.
- De uitspraak is bepaald op 25 november 2014.
2. De ontvankelijkheid van het verzet
De eerste dag van de termijn van veertien dagen waarbinnen het verzet dient te worden ingesteld is de dag volgend op de dag van dagtekening van de brief waarmee de beslissing van de voorzitter naar klaagster is verzonden. In dit geval is de voorzittersbeslissing aan klaagster gezonden bij brief van 22 juli 2014. De verzet termijn begon dus te lopen op 23 juli 2014 2014 en eindigde op 5 augustus 2014. Op laatstgenoemde datum diende het verzetschrift door de secretaris te zijn ontvangen, zoals ook in de brief van 22 juli 2014 is aangegeven. Het verzet is ingesteld bij brief van 6 augustus 2014, welke door de secretaris is ontvangen op 7 augustus 2014. Dat is buiten de termijn van veertien dagen zodat klaagster, behoudens bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden maken, in haar verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Nu van dergelijke bijzondere omstandigheden niet is gebleken beslist de kamer als volgt.
BESLISSING:
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 november 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.