ECLI:NL:TGDKG:2014:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet556.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:20
Datum uitspraak: 21-01-2014
Datum publicatie: 07-02-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet556.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Beslagvrije voet. Verstrekken onvolledige informatie. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 21 januari 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 2 juli 2013 met zaaknummer 249.2013 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 556.2013 ingesteld door:

1. [     ],

2. [     ]

wonende te [     ]

klagers.

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [      ]

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

`

Bij brief `van 25 maart 2013, hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij verweerschrift van 22 april 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 2 juli 2013 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klagers is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 4 juli 2013.

Bij e-mail van 9 juli 2013 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 3 december 2013 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 21 januari 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klagers hebben verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kunnen worden ontvangen.

3. De feiten

Op 4 december 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder de in executoriale vorm uitgegeven grosse van de notariële akte van geldlening met hypotheekstelling aan klagers betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen. Op 5 maart 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klagers loonbeslag gelegd. Het proces-verbaal van het gelegde beslag is op 15 maart 2013 aan hen betekend. Bij e-mail van 17 maart 2013 hebben klagers de gerechtsdeurwaarder verzocht om de beslagvrije voet opnieuw te berekenen. Bij e-mail van 2 april 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klagers medegedeeld dat de werkgever van de opnieuw berekende beslagvrije voet op de hoogte was gesteld en dat de teveel ingehouden gelden zouden worden gerestitueerd.

4. De oorspronkelijke klacht

Klagers beklagen zich er in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder de verkeerde

beslagvrije voet heeft toegepast en dat het te lang heeft geduurd voordat deze opnieuw werd berekend.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat klagers aanvankelijk hebben nagelaten hun bronnen van inkomsten aan de gerechtsdeurwaarder op te geven na betekening van voormelde notariële akte en de gerechtsdeurwaarder, zo kan uit de overgelegde producties worden opgemaakt, na ontvangst van de gegevens binnen een redelijke termijn heeft gereageerd en de beslagvrije voet heeft aangepast. Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klagers als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers aangevoerd dat zij het door de gerechtsdeurwaarder verstrekte inkomsten- en uitgavenformulier hebben ingevuld en geretourneerd.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder het door klagers ingevulde inkomsten- en uitgavenformulier aan de Kamer getoond. Hieruit kan worden opgemaakt dat klagers, anders dan de voorzitter heeft overwogen, wel hun inkomsten en uitgaven aan de gerechtsdeurwaarder kenbaar hebben gemaakt, doch dat de door hen verstrekte informatie onvolledig was. De Kamer is het eens met de voorzitter daar waar hij heeft overwogen dat de gerechtsdeurwaarder binnen een redelijke termijn heeft gereageerd en de beslagvrije voet heeft aangepast

7.2 De door klagers in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer daarom geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist, zodat het verzet, met aanvulling van de motivering ongegrond dient te worden verklaard.

7.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 januari 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.