ECLI:NL:TGDKG:2014:192 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW1043.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:192
Datum uitspraak: 14-10-2014
Datum publicatie: 03-12-2014
Zaaknummer(s): GDW1043.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslag ondanks betalingsregeling. De Kamer overweegt dat onweersproken door de gerechtsdeurwaarder is gesteld dat klaagster de betalingsregeling niet werd nagekomen en deze is komen te vervallen. Omdat klaagster herinneringsbrieven van de gerechtsdeurwaarder onbeantwoord heeft gelaten, heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd op haar auto. Dat is niet tuchtrechtelijk laakbaar. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 14 oktober 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 1043.2013 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief ingediend op 27 december 2013 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 1 september 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 2 september 2014 alwaar de gerechtsdeurwaar-der is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 14 oktober 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft twee zaken in behandeling ten laste van klaagster waaronder een vordering van [     ].

b)      Bij brief van 17 december 2012 heeft de schuldhulpverleningsinstantie namens klaagster de gerechtsdeurwaarder om een opgave verzocht van de openstaande vordering.

c)      Bij brief van 27 december 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder aan dit verzoek voldaan.

d)     Bij brief van 8 januari 2013 heeft de schuldhulpverleningsinstantie de gerechtsdeurwaarder een voorstel gedaan inhoudende dat klaagster, naast het bedrag dat door een beslag werd ingehouden, € 50,00 per maand zou gaan aflossen.

e)      Bij brief van 9 januari 2013 is de gerechtsdeurwaarder akkoord gegaan met het betalingsvoorstel waarbij de eerste betaling uiterlijk 30 januari 2013 door hem moest zijn ontvangen.

f)       Per april 2013 heeft de Belastingdienst de gerechtsdeurwaarder bericht dat de inhoudingen zouden worden stopgezet in verband met een preferent beslag van het College van Zorgverzekeringen. Per eind mei 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder geen betalingen meer uit het onder de Belastingdienst gelegde beslag ontvangen.

g)      Op 6 augustus 2013 en 14 oktober 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster een herinnering gestuurd voor betaling van het restantbedrag.

h)      Omdat er geen reactie op de brieven kwam, heeft de gerechtsdeurwaarder op verzoek van de opdrachtgever op 17 december 2013 beslag gelegd op de auto van klaagster.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze beslag heeft gelegd op haar auto ondanks dat er een betalingsregeling is getroffen en de betalingen door haar geheel zijn voldaan. Uit het beslag is gebleken dat nog een klein bedrag openstond. Klaagster begrijpt niet waarom de gerechtsdeurwaarder geen contact met haar heeft opgenomen om mede te delen dat er nog een bedrag aan rente openstond. Nu zijn door het beslag de kosten weer opgelopen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend en kandidaat-gerechtsdeurwaarders daaronder begrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet als beklaagde worden aangemerkt. De in de aanhef vermelde gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting medegedeeld verantwoordelijk te zijn voor het dossier van klaagster en wordt aangemerkt als beklaagde.

4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.

4.3 De Kamer overweegt als volgt. Uit de stukken blijkt dat de gerechtsdeurwaarder twee zaken, waaronder de vordering in kwestie van [     ], op klaagster in behandeling heeft. Op verzoek van de door klaagster ingeschakelde schuldhulpverleningsinstantie is een betalingsregeling tot stand gekomen. Onweersproken is door de gerechtsdeur-waarder gesteld dat klaagster een bedrag aan rente niet heeft voldaan waardoor de betalingsregeling niet werd nagekomen en deze is komen te vervallen. Omdat klaagster herinneringsbrieven van de gerechtsdeurwaarder onbeantwoord heeft gelaten, heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd op haar auto. Dat is in het licht van het voorgaande niet tuchtrechtelijk laakbaar.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.