ECLI:NL:TGDKG:2014:169 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet141.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:169
Datum uitspraak: 30-09-2014
Datum publicatie: 03-12-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet141.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Verzet tegen voorzittersbeslissing. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 september 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 4 februari 2014 met nummer 723.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 141.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 10 februari 2014 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ingekomen op 20 februari 2014, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 juli 2014 in aanwezigheid van de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft laten weten dat het verzet buiten zijn aanwezigheid behandeld mocht worden. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op      30 september 2014.

2. De feiten

Tussen klager en [     ] is een procedure gevoerd voor de rechtbank [     ]. Uit een proces-verbaal van 1 oktober 2012 blijkt dat de procedure is geëindigd met een schikking. Daarbij is overeengekomen dat klager een bedrag van € 430,00 aan [     ] zou betalen in termijnen van € 25,00 per maand. De eerste termijn zou vervallen op 12 november 2012 en de volgende termijnen telkens een maand later. Bij niet, niet tijdige of niet behoorlijke nakoming van de betalingsregeling zou het resterende bedrag zonder ingebrekestelling onmiddellijk opeisbaar zijn. Bij brief van 6 augustus 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder klager verzocht het restant te voldoen binnen een week na datum van de brief bij gebreke waarvan beslag zou worden gelegd. Bij exploot van 23 augustus 2013 is een grosse van het proces-verbaal van minnelijke schikking aan klager betekend. Bij brief van 6 september 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd op een telefonisch onderhoud met klager.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - samengevat - het proces-verbaal te hebben betekend terwijl hij het verschuldigde bedrag ruimschoots op tijd had voldaan. Klager bestrijdt dat hij het exploot niet heeft willen aannemen. Volgens klager heeft de gerechtsdeurwaarder hem ook continu andere bedragen in rekening gebracht. Daaruit blijkt dat de gerechtsdeurwaarder geen inzage heeft in zijn betalingspatroon, aldus klager.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 Volgens de voorzitter is de klacht kennelijk ongegrond.

5.2 Hij heeft daartoe overwogen dat uit het door de gerechtsdeurwaarder overgelegde overzicht blijkt dat klager in afwijking van hetgeen was overeengekomen onregelmatig heeft betaald. Toen na de laatste betaling van 28 juni 2013 in juli 2013 bleek dat er die maand geen betaling was ontvangen is een brief naar klager verzonden met het verzoek om het openstaande bedrag te voldoen. Toen daarop geen reactie kwam van klager is het proces-verbaal aan hem betekend. Daarna is, naar de gerechtsdeurwaarder stelt, duidelijk geworden dat door klager meer was voldaan dan afgesproken. De voorzitter is van het standpunt van de gerechtsdeurwaarder uitgegaan omdat door klager noch de gerechtsdeurwaarder duidelijk is gemaakt welk bedrag te veel is voldaan.

5.3 Op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is kennelijk een (reken)fout gemaakt. Een gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat of een rekenfout maakt, maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen of nalaten dat  tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk het gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is echter niet gebleken. De gerechtsdeurwaarder heeft de door hem gemaakte fout erkend en heeft het exploot teruggenomen. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder klager zijn verontschuldigingen aangeboden.

5.4 Een exploot van betekening is een authentieke akte waarvan de bewijskracht op voorhand vaststaat, behoudens (sterk) tegenbewijs. Het afschrift van dit exploot geldt als bewijs van bezorging. De enkele mededeling van klager dat het een leugen betreft, is onvoldoende om te gelden als tegenbewijs, zoals hiervoor bedoeld. Er moet dus van uit worden uitgegaan dat klager het exploot niet wilde aannemen, aldus de voorzitter in zijn beslissing.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter.  

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder verwijst naar zijn verweer tegen de klacht. Ter zitting heeft hij aan dat verweer toegevoegd dat klager ook rechtstreeks heeft betaald aan de opdrachtgever. De opdrachtgever was aanwezig bij de comparitie waar de schikking is getroffen en daarom is haar rekeningnummer opgegeven. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tijdig onderkend dat klager naar twee verschillende bankrekeningen geld overmaakte, maar aan de andere kant heeft klager ook niet gereageerd op de brief van 6 augustus 2013 met de mededeling dat er al was betaald.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

9.2 De Kamer rekent het de gerechtsdeurwaarder niet aan dat deze de communicatiestoornis met zijn opdrachtgever over de betalingen van klager niet heeft kunnen voorkomen. Daar komt bij dat klager maar eenmaal rechtstreeks aan de opdrachtgever heeft betaald en niet heeft gereageerd op de brief van de gerechtsdeur-waarder van 6 augustus 2013. Gelet hierop is inderdaad sprake geweest van een vergissing aan de zijde van de gerechtsdeurwaarder, die niet verwijtbaar is, zoals door de voorzitter reeds is overwogen.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en           M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 september 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.

.