ECLI:NL:TGDKG:2014:142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1036.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:142
Datum uitspraak: 22-07-2014
Datum publicatie: 29-08-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet1036.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Toepassing beslagvrije voet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 juli 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 12 november 2013 met zaaknummer 595.2013 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 1036.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 22 juli 2013 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Op 23 augustus 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 12 oktober 2013 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 25 november 2013.

Bij brief van 1 december 2013 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 juni 2014 alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 juli 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klager beslag gelegd op zijn inkomen met toepassing van een beslagvrije voet.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze de beslagvrije voet niet juist heeft bepaald en zijn toezegging dat te teveel ingehouden gelden zouden worden teruggestort niet is nagekomen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat in de prakrijk de gerechtsdeurwaarder tot aanpassing van de beslagvrije voet overgaat indien hij op de hoogte wordt gesteld van feiten en/of omstandigheden die tot aanpassing aanleiding geven. Dat is in de onderhavige zaak ook gebeurd nadat volgens de gerechtsdeurwaardeer op 17 april 2013 gebleken was dat klager was verhuisd en niet meer samenwoonde. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet aangepast en het teveel ingehouden bedrag is de maand daarop teruggestort. Ook de juiste hoogte van de ziektekostenpremie heeft klager kennelijk pas in april 2013 aan de gerechtsdeurwaarder doorgegeven, waarna ook daar rekening mee kon worden gehouden. Indien klager het thans nog steeds niet eens is met de hoogte van de vastgestelde beslagvrije voet, dient hij zich te wenden tot de gewone rechter. Behoudens ten aanzien van bijzondere omstandigheden waarvan hier niet is gebleken, is het niet aan de tuchtrechter hierover te oordelen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat zijn advocaat van mening is dat de beslagvrije voet niet correct is toegepast. Klager is voornemens de gerechtsdeurwaarder te sommeren de juiste  beslagvrije toe te passen en het in het verleden teveel in beslag genomen geld terug te storten. De gerechtsdeurwaarder had deze zaak nooit mogen aannemen, De huisuitzetting van klager is illegaal, omdat die door de cliënt van de gerechtsdeurwaarder zelf is uitgevoerd zonder de gemeente hiervan op de hoogte te stellen. Er worden kosten berekend die klager niet kan controleren. De gerechtsdeurwaarder was hiervan op de hoogte.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

Naar het oordeel van de Kamer heeft de voorzitter met betrekking tot de beslagvrije voet terecht geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder jegens klager niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Hetgeen door klager in verzet met betrekking tot de beslagvrije voet is aangevoerd werpt naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. Hetgeen door klager verder in verzet is aangevoerd wordt buiten beoordeling gelaten nu dat niet in de inleidende klacht is vermeld en niet voor het eerst in verzet kan worden gedaan. De Kamer zal het verzet met verbetering van de naam van de gerechtsdeurwaarder tegen wie de klacht is ingediend ongegrond verklaren.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.