ECLI:NL:TGDKG:2014:138 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet145.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:138
Datum uitspraak: 22-07-2014
Datum publicatie: 29-08-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet145.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   (Tussen)beslissing op verzet. Betekening dagvaarding. Door de voorzitter is de verkeerde gerechtsdeurwaarder als beklaagde aangemerkt. De Kamer vernietigt de beslissing van de voorzitter.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 juli 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 31 januari 2013 met nummer 227.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 145.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 17 februari 2014 aan klaagster verzonden.

Op 4 maart 2014 is het tegen de beslissing van de voorzitter gerichte verzetschrift bij de Kamer ontvangen.  

Bij brief van 6 mei 2014 heeft klaagster desgevraagd een toelichting op de late indiening van het verzet en de gronden ingezonden.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 20 mei 2014. Van de behandeling ter zitting is het aan deze beslissing gehechte proces-verbaal opgemaakt.

Na de zitting bleek dat een aan deze beslissing gehechte brief van de gerechtsdeurwaarder van 17 april 2014 niet goed was gearchiveerd en in een verkeerd dossier terecht was gekomen.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Gelet op de toezending van de beslissing van de voorzitter ving de termijn voor het instellen van verzet aan op 18 februari 2014 en eindigde deze op 3 maart 2014. In haar brief van 6 mei 2014 heeft klaagster toegelicht dat het verzetschrift  te laat is ingediend omdat zij destijds ernstige gezondheidsklachten had. Gelet daarop is de kamer van oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De beoordeling van de gronden van het verzet

3.1 Vast staat dat de klacht ziet op de betekening bij dagvaarding van 20 september 2011 van  een  in de Franse taal gesteld concept exploot van dagvaarding (Assignation). Dit exploot is eerst in verzet overgelegd. Hieruit blijkt dat dit exploot is betekend door de eveneens aan [     ] gerechtsdeurwaarders verbonden gerechtsdeurwaarder [     ].

3.2 Gelet op vorenstaande is de Kamer van oordeel dat de voorzitter de klacht ten onrechte gericht heeft geacht tegen gerechtsdeurwaarder [     ]. Dat gerechtsdeurwaarder [     ] inhoudelijk verweer heeft gevoerd maakt dit niet anders, nu hij - zoals hij in het verweerschrift zelf ook al heeft gesteld - de bestreden ambtshandeling niet heeft verricht en deze ook niet is verricht door iemand waarvoor hij verantwoordelijkheid draagt.

3.3 De klacht zal daarom aan gerechtsdeurwaarder [     ] worden gezonden met het verzoek daarop, inclusief op wat klaagster in verzet heeft aangevoerd te reageren.

4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-                     bepaalt dat de klacht en de in verzet ingezonden stukken voor een reactie zullen worden toegestuurd aan gerechtsdeurwaarder [    ] en dat de zaak, na ontvangst van voormelde reactie, opnieuw op een zitting van de kamer worden geplaatst.

Aldus gegeven door mr. mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.