ECLI:NL:TGDKG:2014:121 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW191.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:121
Datum uitspraak: 17-06-2014
Datum publicatie: 22-07-2014
Zaaknummer(s): GDW191.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De klacht betreft het niet reageren op brieven van klager en diens adviseur om een regeling te treffen. Gelet op het niet door klager weersproken verweer van de gerechtsdeurwaarder kan niet worden gezegd dat niet op brieven, mails of telefoontjes is gereageerd. Evenmin is gebleken dat door klager een concreet betalingsvoorstel is gedaan. De klacht wordt ongegrond verklaard.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 17 juni 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 191.2013 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 27 februari 2013 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 3 april 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 2 mei 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder nader verweer gevoerd.

De klacht is behandeld ter zitting van 6 mei 2014 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 17 juni 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Klager is de schuldenaar van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder.

Op 23 november 2010 is een vonnis ten laste van klager gewezen, welk vonnis aan klager is betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

Op 16 juli 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager loonbeslag gelegd en een voorlopige beslagvrije voet vastgesteld. Na ontvangst van de verklaring van de werkgever heeft de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet nader vastgesteld en de werkgever daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld op 24 juli 2012. Vervolgens heeft de werkgever van klager de gerechtsdeurwaarder meerdere keren verzocht contact met hem op te nemen.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet op zijn brieven of de brieven van zijn adviseurs heeft gereageerd. Klager voert daartoe aan dat hij al vanaf juni 2012 in overleg met zijn adviseurs probeert een regeling te treffen met de gerechtsdeurwaarder om tot een voor alle partijen aanvaardbare regeling te komen. De gerechtsdeurwaarder reageert echter niet op brieven, mails, telefoontjes. Er is zelfs geprobeerd via een andere gerechtsdeurwaarder contact met de gerechtsdeurwaarder op te nemen. Aangegeven werd dat er contact zou worden opgenomen. Dat is niet gedaan en vervolgens werd beslag gelegd op het loon en de inboedel van klager. Klager wil graag een passende regeling treffen teneinde de schuld op te lossen. Klager voelt zich niet aansprakelijk voor de renten en kosten welke zijn ontstaan door acties van de gerechtsdeurwaarder na opheffing van het faillissement van klager.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig wordt hierna op het verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [    ] & [     ] kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Dit leidt echter niet tot niet-ontvankelijkheid als door de gerechtsdeurwaarder aangevoerd. Indien een klacht wordt gericht tegen een kantoor dient de Kamer te onderzoeken tot wie de klacht is gericht. Dit heeft ertoe geleid dat de aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder [     ] wordt aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn nadere verweer en ter zitting aangevoerd dat er op 3 april 2012 telefonisch contact met klager is geweest. Op 13 juli 2012 is er uitvoerig telefonisch contact is geweest tussen een van zijn kantoormedewerkers en de heer[     ] alsook tussen zijn kantoorgenoot en mevrouw [     ]. In die contacten is bij herhaling besproken dat een betalingsregeling tot de mogelijkheden behoorde maar dat daarvoor door of namens klager een concreet onderbouwd voorstel diende te worden gedaan. Een dergelijk voorstel is nimmer ontvangen.

4.4 Uitgangspunt is dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. Gelet op het feit dat het hiervoor onder 4.3 weergegeven standpunt van de gerechtsdeurwaarder niet door klager is weersproken, kan niet worden gezegd dat niet op brieven, mails of telefoontjes is gereageerd.

4.5 Uit de overgelegde stukken kan evenmin worden opgemaakt dat er een concreet voorstel is gedaan voor het treffen van een betalingsregeling. Gezien het duidelijke door de gerechtsdeurwaarder ingenomen standpunt dat aan klager en zijn werkgever kenbaar was gemaakt, acht de Kamer het niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarder geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om in contact te treden met de werkgever van klager.

5. Nu tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet is gebleken, wordt op grond van het voorgaande beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mr. C.W. Inden en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 juni 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.