ECLI:NL:TGDKG:2014:120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1015.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:120
Datum uitspraak: 24-06-2014
Datum publicatie: 25-07-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet1015.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer kan zich met de beslissing van de voorzitter verenigen en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 juni 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 5 november 2013 met nummer 506.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 1015.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 18 november 2013 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ingekomen op 28 november 2013, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 mei 2014 in aanwezigheid van de gemachtigde van klager. De gerechtsdeurwaarder heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 24 juni 2014.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Op 18 april 2013 heeft de voorzieningenrechter een vonnis tegen klager gewezen.

-           Op 22 april 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

-           Bij e-mail van 16 mei 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder onder meer de opdracht gekregen om ten laste van klager loonbeslag te leggen, omdat nog niet aan het vonnis zou zijn voldaan.

2. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder:

a: het vonnis met gelijktijdig bevel heeft betekend voordat hij daarvan op de hoogte was gesteld;

b: ten onrechte loonbeslag heeft gelegd terwijl zij ervan op de hoogte kon zijn dat reeds aan het vonnis was voldaan;

c: misbruik van procesrecht heeft gemaakt.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is. Volgens de voorzitter zijn geen omstandigheden gebleken op grond waarvan de gerechtsdeur-waarder de executie van het vonnis had moeten staken.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn verweer tegen de klacht. Volgens hem heeft klager in verzet geen aanvullende of nieuwe gronden gegeven. Hij heeft zich op zijn ministerieplicht beroepen.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

9.2 Ook in verzet heeft klager geen onderbouwing gegeven van zijn stelling dat de gerechtsdeurwaarder het vonnis ten onrechte heeft tenuitvoergelegd. In wezen betreft de klacht van klager een executiegeschil. Hij meent dat aan de door de Voorzieningenrechter uitgesproken veroordeling is voldaan. Zijn wederpartij meent echter, blijkens de opeising van de dwangsommen en de aangevangen executie, dat dat niet het geval is. Het oordeel daarover is in beginsel aan de gewone rechter dan wel de Voorzieningenrechter.   

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juni 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.

.