ECLI:NL:TGDKG:2014:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW367.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:11
Datum uitspraak: 07-01-2014
Datum publicatie: 07-02-2014
Zaaknummer(s): GDW367.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   In rekening brengen kosten zonder overleg vooraf. Niet beantwoorden brief. Kosten zijn ontstaan na inspectie. Niet de gerechtsdeurwaarder heeft extra kosten in rekening gebracht, maar diens opdrachtgever. De niet beantwoorde brief gaat inhoudelijk in op het geschil tussen partijen en de gerechtsdeurwaarder had al aangekondigd dat indien de vordering niet zou worden voldaan een rechtbankprocedure zou volgen. Klachten ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 januari 2014 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 367.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

 

Verloop van de procedure

Bij brief van 17 mei 2013 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 25 juni 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 november 2013, alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 januari 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Tussen klager en de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder (hierna de opdrachtgever) is een geschil ontstaan omtrent de kwaliteit van de door klager opgedragen en door de cliënt van de gerechtsdeurwaarder uitgevoerde werkzaamheden.

b)      Bij brief van 25 februari 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager medegedeeld dat zijn opdrachtgever nog eenmaal bereid is om het uitgevoerde werk te inspecteren.

c)      Bij brief van 9 april 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder klager namens zijn opdrachtgever op de hoogte gebracht van de bevindingen van de gehouden inspectie en tevens vermeld: ”Cliënt kwalificeert uw destijds geuite klachten als onterecht. Doordat de non-betaling steunt op een gelegenheidsverweer heeft cliënt extra kosten gemaakt welke begroot worden op € 250,-. (administratie- en voorrijkosten).

d)     Bij brief van 28 april 2013 heeft klager aan de gerechtsdeurwaarder mede-gedeeld dat hij het niet eens is met de in rekening gebracht kosten.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat dat hij vanwege een extra inspectie van zijn opdrachtgever een bedrag van € 250,00 in rekening heeft gebracht, zonder dat zulks vooraf met klager was gecommuniceerd. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder voorts dat hij niet dan wel niet tijdig op zijn brief van 28 april 2013 heeft gereageerd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft betwist dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. De klacht is volgens de gerechtsdeurwaarder gericht op een inhoudelijk geschil tussen partijen. Hij betwist dat sprake is van een gebrekkige communicatie. Of zijn opdrachtgever al dan niet terecht kosten in rekening mag brengen voor de verrichte werkzaamheden, moet uiteindelijk door de rechter worden vastgesteld, aldus de gerechtsdeurwaarder.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaar-derswet, zijn slechts gerechtsdeurwaarders aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Voor zover de klacht mede is gericht tegen de medewerkster van de gerechtsdeurwaarder, wordt deze geacht te zijn gericht tegen de gerechtsdeurwaarder.

4.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Dat is niet het geval. Dat niet van te voren is medegedeeld dat de inspectie kosten met zich mee zouden brengen is naar het oordeel van de Kamer niet tuchtrechtelijk laakbaar. Die kosten zijn -zo blijkt uit de brief van 9 april 2013- eerst ontstaan na de inspectie. Op grond van die inspectie was de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder van mening dat de klachten van klager onterecht waren en de non-betaling van klager daarom steunde op een gelegenheidsverweer. Op die grond is de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder van mening dat er extra kosten in rekening mogen worden gebracht. Het is dus niet de gerechtsdeurwaarder die de extra kosten in rekening heeft gebracht, maar diens opdrachtgever. Of die kosten uiteindelijk terecht in rekening mogen worden gebracht is niet ter beoordeling van de tuchtrechter.

4.4 De klacht dat de brief van 28 april 2013 niet is beantwoord, acht de Kamer evenmin gegrond. De brief gaat inhoudelijk in op het geschil tussen partijen en de gerechtsdeurwaarder had in zijn brief van 9 april 2013 al aangekondigd dat indien de vordering niet zou worden voldaan voor 15 april 2013 een rechtbankprocedure zou volgen.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en J.C.M. van der Weijden, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 januari 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.