ECLI:NL:TGDKG:2014:101 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW696.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:101
Datum uitspraak: 03-06-2014
Datum publicatie: 13-06-2014
Zaaknummer(s): GDW696.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De klacht betreft het gebruik van bankbeslagen als oneigenlijk drukmiddel en dat er niet wordt ingestemd met een voorgestelde betalingsregeling. De Kamer is van oordeel dat van oneigenlijk gebruik geen sprake is en dat een betalingsregeling slechts kan worden getroffen met instemming van de schuldeiser. De klacht wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 3 juni 2014 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 696.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

-           Bij brief met bijlagen, ingekomen op 16 augustus 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

-           Bij verweerschrift, ingekomen op 23 augustus 2013, heeft de gerechts-deurwaarder op de klacht gereageerd.

-           Bij brief van 8 april 2014 heeft klager nadere stukken aan de Kamer doen toekomen.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

-           De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 april 2014 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

-           Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 3 juni 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Op 30 november 2012 is een vonnis ten laste van klager gewezen, welk vonnis is betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

-           Op 5 februari 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager beslag roerende zaken gelegd.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft aangekondigd dat er op 9 april 2013 een executieverkoop plaats zou vinden ten laste van klager.

-           Op 25 april 2013 en 3 mei 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager bankbeslag onder twee verschillende banken gelegd.

-           Klager heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 8 mei 2013 verzocht om tot een oplossing te komen, omdat de kosten steeds meer op lopen en hij het verschuldigde niet kan betalen.

-           Bij brief van 16 mei 2013 heeft het COA aan klager medegedeeld dat hij een financiële toelage van € 137,06 zal ontvangen.

-           Bij brief van 12 juni 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager mede-gedeeld dat hij deze zeer kostbare maatregelen slechts kan voorkomen indien hij de schuld voor 14 juni 2013 in zijn geheel zou voldoen.

-           Bij brief van 18 juni 2013 heeft de gemachtigde van klager de gerechts-deurwaarder verzocht de executiemaatregelen te staken. Ook werd er een betalingsregeling van € 10,00 per maand voorgesteld.

-           Bij brief van 12 juli 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder aan de gemachtigde van klager medegedeeld dat zijn opdrachtgever heeft aangedrongen op een verhoging van het aflossingsbedrag.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat:

a: de gerechtsdeurwaarder de bankbeslagen als oneigenlijk drukmiddel gebruikt;

b: de gerechtsdeurwaarder niet met de door hem voorgestelde betalingsregeling heeft ingestemd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tucht-rechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Met betrekking tot klachtonderdeel a overweegt de Kamer dat klager tijdens de terechtzitting heeft erkend dat hij over twee bankrekeningen beschikt. Daarnaast kan uit de door klager overgelegde producties worden opgemaakt dat tenminste één van de twee gelegde bankbeslagen doel heeft getroffen. Tijdens de terechtzitting heeft de gerechtsdeurwaarder aan de Kamer medegedeeld dat het laatste beslag nog niet door de bank was afgewikkeld. Gelet op het vorenstaande kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder de bankbeslagen niet als oneigenlijk drukmiddel heeft gebruikt.

4.3 Met betrekking tot klachtonderdeel b overweegt de Kamer dat het wettelijk uitgangspunt is dat een schuldenaar alleen met toestemming van de schuldeiser bevoegd is om het verschuldigde in termijnen te voldoen. Dat houdt in dat een schuldeiser een aangeboden betalingsregeling mag weigeren. De gerechts-deurwaarder heeft bij brief van 12 juli 2013 aan de gemachtigde van klager mede-gedeeld dat zijn opdrachtgever heeft aangedrongen op het verhogen van het aflossingsbedrag. Klager kan dat de gerechtsdeurwaarder niet verwijten.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, en mr. A.W.J. Ros en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 juni 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.