ECLI:NL:TADRSHE:2014:158 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 307 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:158
Datum uitspraak: 30-06-2014
Datum publicatie: 02-07-2014
Zaaknummer(s): OB 307 - 2013
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Klacht heeft grotendeels betrekking op optreden van kantoorgenoot, in zoverre ongegrond. Verweerder is ondanks ontstane belangenconflict en ondanks uitdrukkelijk bezwaren van klagers blijven optreden. Klacht deels gegrond. Berisping.

Beslissing van 30 juni 2014

     in de zaak OB307-2013

naar aanleiding van de klacht van:

klagers

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 7 oktober 2013 met kenmerk 48|13|118K, door de raad ontvangen op 8 oktober 2013,heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Ter zitting van 22 april 2014zijn klagers, vergezeld van hun gemachtigde mevrouw v.d.V., en verweerder verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken d.d. 7 oktober2013 met bijlagen;

-       de nagekomen brief met bijlagen van klagers d.d. 4 april 2014.

2          FEITEN

          Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerders kantoor heeft klagers bijgestaan, waarbij zowel verweerder als verweerders kantoorgenoot mr. V werkzaamheden hebben verricht. De werkzaamheden zagen onder meer op de juridische advisering en begeleiding van klagers aangaande hun deelname in en exploitatie van Casino X.

2.2      Klagers zijn tezamen met de heren C. van der W. en R. van der W. aandeelhouder geworden in Casino X, waarbij is gekozen voor een verdeling van 50-50% van de aandelen en gezamenlijk bestuur door klager sub 1 en de heer C. van der W. Op enig moment is er een conflict ontstaan tussen de beide aandeelhouders.

2.3      Bij e-mailbericht d.d. 16 juli 2011 hebben klagers aan mr. V. kenbaar gemaakt dat zij niet meer langer door verweerders kantoor wilden worden bijgestaan. Bij e-mailbericht d.d. 17 juli 2011 heeft mr. V. aan klagers bericht, welk bericht hij gelijktijdig in kopie aan verweerder heeft toegezonden :

“Gezien uw gebrek aan vertrouwen, lijkt mij dat ik tevens niet langer met mijn kantoor kan optreden voor [Casino X].”

2.4      Bij e-mailbericht d.d. 18 juli 2011 hebben eisers hierop gereageerd met de mededeling dat geen sprake meer kan zijn van enige samenwerking met verweerders kantoor.

2.5      Bij e-mailbericht d.d. 22 juli 2011 heeft mr. V. aan klagers bericht:

“Het feit dat partijen niet meer met elkaar door een deur kunnen en ons hierover veel ter ore is gekomen, is evident. Dit kan evenwel niet op ons bordje worden gelegd, daar dit bij partijen ligt. Wel is duidelijk dat ik mij te dezen formeel moet opstellen en dat ik mij formeel beroep op mijn positie als bindend adviseur. U heeft mij als zodanig gekozen en opgetekend in overeenkomsten. Indien u hier een einde aan wenst te maken, wil ik hier graag op gehoord worden. (..) Ik voel me gedwongen deze positie in te nemen en verzoek [klager sub 1] zijn adviseur kenbaar te maken, die hem tot deze juridische onbegaanbare weg dwingt.”

2.6      Bij brief d.d. 3 augustus 2011 heeft verweerder aan klagers het volgende bericht:

“Inzake bovenstaande kwestie bericht ik u naar aanleiding van de diverse e-mailberichten dat u niet langer wenst dat ons kantoor uw juridische zaken behartigt, als volgt. (…)

U zult begrijpen dat ik zeer teleurgesteld ben over uw besluit, doch dat ik niet anders kan dan dit te accepteren.”

2.7      Bij e-mailbericht d.d. 23 februari 2012 heeft mr. V. aan mr. R. het volgende geschreven:

“In mijn hoedanigheid van advocaat ben ik, samen met mijn kantoor, gebonden aan Gedragsregels en ik ben dan ook van mening dat wij niet voor [Casino X] in casu mogen optreden. Er is duidelijk sprake van een conflicterend belang tussen de aandeelhouders onderling, alsmede de aandeelhouders en de vennootschap. Nu zowel de vennootschap, als de aandeelhouders, als het bestuur, tot onze clientèle beho(o)r(d)en, kunnen wij niet acteren als procesgemachtigde, doch kunnen wij wel als informant/getuige optreden, indien de Deken ons hiertoe de vrijheid geeft, dan wel de betrokken partijen hier geen bezwaar tegen hebben.(…)

Bij het aangaan van de overeenkomst van opdracht met de familie Van der W. was noch deze familie, noch [J&H] klant bij ons kantoor. De enige, die sedert jaar en dag klant was en werd bijgestaan door onze kantoorgenoot [verweerder] en ondergetekende, was [klager sub 1] met zijn vennootschappen. (…)

2.8      Op 14 juni 2012 heeft een bespreking plaatsgevonden op het gemeentehuis van de gemeente E. Tijdens deze bespreking is gesproken over de overname van de aandelen van klagers door een nieuwe kandidaat, de heer K. Tijdens deze bespreking werden klagers vertegenwoordigd door mevrouw Van der V. en waren tevens verweerder, verweerders kantoorgenoot mr. V., de heer Van der W., de verantwoordelijke ambtenaar en de heer K. aanwezig.

2.9      Bij brief d.d. 18 juli 2012 heeft verweerder namens Casino X aan de gemeente E. verzocht om de bestaande vergunningen in te trekken en voor de nieuwe situatie (overgang van de aandelen naar een nieuwe aandeelhouder) nieuwe vergunningen te verstrekken.

2.10    Tijdens een zitting bij de Ondernemingskamer op 20 december 2012, waarbij klager sub 1 werd vertegenwoordigd door zijn nieuwe advocaat mr. D., heeft verweerder vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.

3          KLACHT

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat hij:

is tekort geschoten in de kwaliteit van de te verlenen zorg, door niet adequaat te reageren op mails en telefoons, niet transparant op te treden, buitensporige fee afspraken te maken, de belangen van meerdere partijen te vertegenwoordigen, problemen op dramatische wijze op te lossen, zonder volmacht voor klagers op te treden, een belastingconstructie op te tuigen die niet geoorloofd is en verkeerde informatie te geven aan de burgemeester van de gemeente E., waardoor klager sub 1 niet door een Bibob-onderzoek kwam.

3.2      Toelichting:

Ondanks het feit dat klagers duidelijk bij verweerder en zijn kantoor hadden aangegeven dat zij niet langer door verweerder en zijn kantoor wilden worden bijgestaan, is verweerder werkzaamheden blijven verrichten voor Casino X. Zo heeft verweerder bij brief d.d. 18 juli 2012 namens Casino X aan de gemeente E. verzocht om de bestaande vergunningen in te trekken en voor de nieuwe situatie (overgang van de aandelen naar een nieuwe aandeelhouder) nieuwe vergunningen te verstrekken. Ook was verweerder aanwezig bij de zitting van de Ondernemingskamer op 20 december 2012.

4          VERWEER

4.1      De klacht ziet grotendeels op het optreden door verweerders kantoorgenoot mr. V. en niet op verweerders optreden.

4.2      Verweerder was bevoegd om werkzaamheden te blijven verrichten voor Casino X. Het ging om het belang van het voortbestaan van Casino X. Dit belang, alsmede de opdracht van een van de directieleden, was voor verweerder voldoende om zijn taken te vervullen. Verweerder moest bewerkstelligen dat een nieuwe  vergunning zou worden verleend. Mevrouw Van der V., de vertegenwoordiger van klagers, is tijdens een overleg bij de burgemeester van de gemeente E. ook akkoord gegaan met het indienen van een nieuwe vergunningaanvraag c.q. het bewerkstelligen van de verlenging van de vergunning door verweerder. Verweerder heeft derhalve enkel voor Casino X opgetreden op verzoek van de betrokkenen. Niet klagers waren cliënten van verweerder, doch Casino X.

4.3      Tijdens de zitting van de Ondernemingskamer op 20 december 2012 is verweerder enkel als informant gehoord door de Ondernemingskamer en heeft hij als zodanig vragen beantwoord van de Ondernemingskamer. Uitkomst van deze zitting was dat verweerder zowel op verzoek van de Ondernemingskamer als de advocaten van beide partijen een nieuwe vergunningaanvraag zou indienen c.q. de verlenging van de vergunning zou bewerkstelligen.

5          BEOORDELING

5.1     Uit de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt dat zowel verweerder als diens kantoorgenoot mr. V. voor klagers werkzaamheden hebben verricht. De raad stelt vast dat de klacht grotendeels betrekking heeft op het optreden van verweerders kantoorgenoot mr. V. Nu de raad enkel verweerders optreden kan beoordelen treft de klacht, voor zover deze betrekking heeft op het optreden van diens kantoorgenoot mr. V., geen doel.

5.2     De klachten dat de belangen van meerdere partijen zijn vertegenwoordigd en dat is opgetreden zonder opdracht van klagers hebben wel betrekking op verweerders optreden. In dit verband overweegt de raad dat regel 7 lid 2 van de Gedragsregels bepaalt dat de advocaat die de belangen van twee of meer partijen behartigt, in het algemeen verplicht is zich geheel uit de zaak terug te trekken zodra een niet aanstonds overbrugbaar belangenconflict ontstaat. Dat betekent niet dat een advocaat volgens Gedragsregel 7 nooit tegelijkertijd meerdere belanghebbenden mag bijstaan. Zolang de betrokken cliënten onderling geen geschil hebben en een daarop uitlopende ontwikkeling ook niet aannemelijk is, staat het de advocaat vrij om op te treden voor meerdere belanghebbenden.

5.3     Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat het verweerder genoegzaam bekend was dat tussen klagers enerzijds en de familie Van der W. anderzijds een conflict was ontstaan. Voorts staat vast dat klagers meerdere malen uitdrukkelijk bezwaar hebben gemaakt tegen verdere bemoeienis door verweerder dan wel diens kantoor. Anders dan verweerder stelt is niet gebleken van een uitdrukkelijke opdracht aan verweerder van de zijde van klagers tot het indienen van een nieuwe vergunningaanvraag c.q. het bewerkstelligen van de verlenging van de vergunning. Uit de hierboven onder de overwegingen 2.3tot en met 2.7 genoemde correspondentie blijkt bovendien dat verweerder, dan wel diens kantoorgenoot mr. V. mede namens verweerder, herhaaldelijk aan klagers schriftelijk heeft bevestigd dat het verweerders kantoor,gezien de ontstane conflictsituatie, niet langer vrijstond om voor Casino X op te treden.

5.4     In weerwil van de uitdrukkelijke bezwaren van klagers tegen verder optreden door verweerder en de herhaalde mededeling van de zijde van verweerder en zijn kantoorgenoot mr. V. dat verweerders kantoor niet langer voor Casino X kon optreden, is verweerder voor Casino X blijven optreden. Aldus heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. In zoverre is de klacht gegrond.

6        MAATREGEL

6.1     De raad acht de maatregel van berisping passend en geboden.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht deels, voorzover overwogen in 5.4.,gegrond,  legt ter zake aan verweerder op een berisping en verklaart de klachtonderdelen voor het overige ongegrond

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. W.H.N.Ch. van Beek, Th. Kremers, E.J.P.J.M. Kneepkens, R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mw. mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 juni 2014.

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 1 juli 2014     

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klagers

-       verweerder

-       de deken in het arrondissement Oost-Brabant

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-              verweerder

-              de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

en, voor zover de klacht ongegrond is verklaard, tevens door:

-              klagers

-              de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda.

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adresThorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl