ECLI:NL:TADRARL:2014:407 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 79/14

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2014:407
Datum uitspraak: 21-11-2014
Datum publicatie: 06-02-2002
Zaaknummer(s): 79/14
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over optreden van de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken is dat deze de grenzen van de hem toekomende vrijheid heeft overschreden. Van het nodeloos rekkken van de procedure, het opzetten van partijen tegen elkaar en het niet meewerken aan een minnelijke regeling is niet gebleken. De advocaat heeft slechts het standpunt van zijn cliënt verwoord, hetgeen zijn taak is. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van 21 november 2014

in de zaak 79/14

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [    ]

klager

tegen

mr. [    ]

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel van 28 oktober 2014 met kenmerk 51/14/03, door de raad ontvangen op 29 oktobder 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1    FEITEN

1.1    Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.2    Klager is verwikkeld in een procedure met zijn ex-partner over een omgangsregeling met zijn minderjarige zoon. De procedure heeft tevens betrekking op de vaststelling van de hoogte van de kinderalimentatie. De ex-partner van klager wordt in de procedure bijgestaan door verweerder.

2    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder leugens verspreidt en door zijn handelwijze de belangen van klager schaadt. Dit blijkt onder meer uit het navolgende:

a)    verweerder verspreidt aperte leugens teneinde de zaak te rekken en daarmee meer aan de zaak te verdienen;

b)    verweerder zet klager en zijn ex-partner tegen elkaar op hetgeen geweld tot gevolg heeft;

c)    verweerder wenst niet te schikken of mee te werken aan een oplossing in der minne waardoor onnodig hoge kosten ontstaan voor klager en zijn ex-partner;

d)    verweerder doet op eigen houtje voorstellen zonder toestemming van en zonder overleg met zijn cliënte;

e)    verweerder schaadt actief de fundamentele rechten van de minderjarige zoon van klager die een fatsoenlijke opvoeding daardoor wordt onthouden en niet in staat wordt gesteld een goede relatie met klager op te bouwen;

f)    verweerder doet voorstellen om de minderjarige zoon op een gevaarlijke en onrustige locatie aan de moeder over te dragen in het kader van het contact met de moeder.

3    VERWEER

Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

3.1    Verweerder staat de ex-partner van klager bij in bovengenoemde procedure. Verweerder adviseerde aanvankelijk op de achtergrond. Toen klager zich tot een advocaat wendde in mei 2013 is verweerder naar derden toe ook gaan optreden als advocaat van de ex-partner van klager. Allereerst heeft hij informatie opgevraagd over de financiële situatie van klager. Ten behoeve van zijn cliënte heeft hij een verzoekschrift ingediend (een eventuele toekenning van alimentatie gaat in op de datum van indiening van het verzoekschrift), omdat klager niet reageerde op verzoeken tot informatie over zijn financiële situatie. Uiteindelijk is een viergesprek op 22 november 2013 niet doorgegaan maar wel op 6 december 2013. Tijdens die bespreking hebben partijen overeenstemming bereikt over de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding en over een voorlopige zorg- en contactregeling. Verweerder herkent zich niet in het beeld dat klager van hem schetst. Hij heeft altijd in opdracht en in het belang van zijn cliënte en de minderjarige zoon gehandeld.

3.2    Ten aanzien van de voorbeelden zoals in de klacht genoemd merkt verweerder (voor zover in bovenstaande niet weerleg)  het navolgende op:

ad a)    verweerder mag afgaan af op hetgeen zijn cliënte hem meedeelt. Er is geen sprake geweest van rekken van de procedure. Klager werkte niet mee aan het verstrekken van financiële gegevens voor een alimentatieregeling zodat geen minnelijke regeling kon worden bereikt. Omdat klager daar niet aan meewerkte was een gerechtelijke procedure noodzakelijk. Verweerder heeft zijn cliënte steeds gestimuleerd om zoveel mogelijk in overleg te blijven met klager. Over het geweldsincident lopen de meningen uiteen. Het is vanzelfsprekend dat verweerder de visie van zijn cliënte heeft weergegeven.

ad b)    klager traineerde de alimentatievaststelling. Hij probeerde zijn ex-partner onder druk te zetten om met minder akkoord te gaan dan waarop de zoon recht had. Het was de taak van verweerder om voor de belangen van zijn cliënte op te komen.

ad c)    ten aanzien van dit klachtonderdeel heeft klager geen eigen belang, voor zover de klacht inhoudt dat onnodig hoge kosten voor de ex-partner van klager zouden zijn ontstaan. Dit is een kwestie tussen verweerder en zijn cliënte. Daarover kan klager niet klagen. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder niet aan een minnelijke regeling wenste mee te werken, wordt verwezen naar het onder ad a gestelde.

ad d)    de stelling van klager dat het optreden van verweerder als verkapte vorm van kindermishandeling wordt gezien, laat verweerder geheel voor rekening van klager.

ad e)    ten aanzien van de overdracht locatie heeft verweerder enkel het standpunt van zijn cliënte verwoord.

4    BEOORDELING

4.1    Allereerst stelt de voorzitter vast dat het in dezen gaat om het handelen van de advocaat van de wederpartij van klager, waarbij volgens vaste rechtspraak van het Hof van Discipline aan deze advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn/haar cliënt te behartigen op een wijze die hem, in overleg met zijn/haar cliënt,  goeddunkt. Deze vrijheid is niet onbeperkt maar kan onder meer worden ingeperkt indien de advocaat

1.    zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij;

2.    feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat ze in strijd met de waarheid zijn;

3.    (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn/haar cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt, zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.

4.2    Met betrekking tot de onder 2 genoemde beperking dient voorts in het oog te worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn/haar cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat deze cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.

4.3    De voorzitter zal het optreden van verweerder derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

4.4    De voorzitter constateert dat uit de stukken niet gebleken is dat verweerder de belangen van klager onnodig heeft geschaad. Verweerder heeft als advocaat van de ex-partner van klager de belangen van zijn cliënte behartigd. Door die belangen moet hij zich laten leiden en in dat kader mag hij in beginsel afgaan op de informatie die zijn cliënte hem heeft verstrekt. Van het verspreiden van leugens, het opzetten van klager en zijn ex-partner tegen elkaar dan wel het niet willen meewerken aan regelingen in der minne dan wel het op eigen houtje voorstellen doen, is niet gebleken. Evenmin is gebleken dat verweerder actief de belangen van het minderjarige kind van klager en zijn ex partner heeft geschaad. De voorzitter is dan ook van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

BESLISSING

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze mitsdien af.

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier op 21 november 2014.

griffier                                                                                   voorzitter

Deze beslissing is in afschrift per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Arnhem - Leeuwarden, Postbus 399, 9400 AJ  Assen (fax: 0592-305759). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.