ECLI:NL:TACAKN:2014:23 Accountantskamer Zwolle 13/2508 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2014:23
Datum uitspraak: 10-03-2014
Datum publicatie: 10-03-2014
Zaaknummer(s): 13/2508 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Tussenbeslissing
Inhoudsindicatie:   Kantoortoetsing. In de bevindingen van de toetsers en het verweer van betrokkene wordt aanleiding gezien om op kosten van betrokkene de praktijk van betrokkene op korte termijn opnieuw te toetsen. In afwachting van de uitkomst daarvan wordt de beslissing in de tuchtzaak aangehouden.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 13/2508 Wtra AK van 10 maart 2014 van

 

de NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE van ACCOUNTANTS (Nba) ,

gevestigd te Amsterdam,

K L A A G S T E R ,

raadsvrouw: mr. M.L. Batting,

t e g e n

Y ,

accountant-administratieconsulent,

kantoorhoudende te [plaats],

B E T R O K K E N E .

1.         Het verloop van de procedure

1.1       De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-         het op 5 november 2013 ingekomen klaagschrift van 4 november 2013, met bijlagen;

-         het op 3 december 2013 ingekomen verweerschrift van 29 november 2013;

-         de op 6 februari 2014 ingekomen brief van betrokkene d.d. 5 februari 2014 met bijlage.

1.2       De Accountantskamer heeft de klacht, nadat de behandeling daarvan ter zitting van 3 februari 2014 is aangehouden wegens ziekte van betrokkene, behandeld ter openbare zitting van 24 februari 2014, waar zijn verschenen namens klaagster mr. A.J.M. Werring, hoofd Kwaliteit en toezicht Nba, bijgestaan door mw. mr. M.F.H. Hirsch Ballin, kantoorgenoot van klaagsters raadsvrouw, advocaat te Den Haag, en betrokkene in persoon.

1.3       Klaagster en betrokkene hebben op deze zitting hun standpunten doen toelichten en/of toegelicht en doen antwoorden en/of geantwoord op vragen. Klaagster heeft daarbij pleitnotities overgelegd.

2.         De vaststaande feiten

Op grond van de inhoud van de gedingstukken en aan de hand van het verhandelde ter zitting stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1       Betrokkene is sinds 10 juli 1992 ingeschreven in het accountantsregister en houdt praktijk als openbaar accountant-administratieconsulent te [plaats]. 

2.2       Op 17 september 2010 is de accountantspraktijk van betrokkene in het kader van de ten tijde van de toetsing geldende Verordening op de periodieke preventieve toetsing (hierna: VPPT) getoetst. Bij brief van 8 december 2010 heeft de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s (hierna: de Raad van Toezicht) betrokkene het eindoordeel van de toetsing toegezonden, inhoudende dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de praktijk van betrokkene niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

2.3       Bij brief van 10 januari 2011 heeft betrokkene desverlangd zijn verbeterplan aan de Raad van Toezicht toegestuurd. Dit plan heeft de Raad van Toezicht, na aanvulling daarvan door betrokkene, bij brief van 22 juni 2011 goedgekeurd.

2.4       De hertoetsing van betrokkenes praktijk heeft op 6 maart 2013 plaatsgevonden, zoals was aangekondigd in de brief van 13 juli 2012.

2.5       Bij brief van 22 maart 2013 van de Raad voor Toezicht, opvolger van de Raad van Toezicht sinds de fusie van de NOvAA en het NIVRA per 1 januari 2013 (hierna: de Raad), is het verslag van de hertoetsing aan betrokkene toegezonden. Bij brief van 16 april 2013 aan de Raad heeft betrokkene hierop gereageerd. Bij brief van 29 april 2013 hebben de toetsers de Raad laten weten dat de opmerkingen van betrokkene geen aanleiding gaven hun voorstel te wijzigen.

2.6       Bij brief van 11 juni 2013 heeft de Raad betrokkene het eindoordeel van de hertoetsing toegezonden inhoudende dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De Raad heeft betrokkene tevens medegedeeld dat zijn bevindingen in de vorm van een klacht aan de tuchtrechter zullen worden voorgelegd.

3.         De klacht

3.1       De klacht houdt in het verwijt dat de accountantspraktijk van betrokkene, waarin aan assurance verwante opdrachten worden uitgevoerd, niet beschikt over een intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daarvoor gestelde normen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid van de VPPT.

3.2       De tekortkomingen in het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing deden zich voor in de vorm van tekortkomingen op het gebied van de aanvaarding en continuering van opdrachten, de uitvoering en documentatie van werkzaamheden en de rapportering.

4.         De gronden van de beslissing

4.1       Onder de beraadslaging is gebleken dat de Accountantskamer zich onvoldoende voorgelicht acht. In verband daarmee wordt het volgende overwogen.

4.2       In dit geval moet worden vastgesteld dat de hertoetsing heeft plaatsgevonden op 6 maart 2013, dat het eindoordeel daarover dateert van 11 juni 2013 en dat de klacht met voldoende voortvarendheid is ingediend op 5 november 2013. Door betrokkene is betoogd dat sedert de eerste toetsing van zijn praktijk veel verbeteringen zijn doorgevoerd. De toetsers hebben volgens betrokkene evenwel bij de hertoetsing juist een aantal dossiers getoetst waarin, mede om reden dat dit dossiers betrof van vaste cliënten die betrokkene persoonlijk behandelde, nog geen sprake was van een volledige implementatie van de voorgenomen verbeteringen. Betrokkene heeft naar voren gebracht dat hij ter realisering van de verbeteringen aansluiting heeft gezocht bij het kwaliteitshandboek van de Nederlandse organisatie van accountants en accountantskantoren (Novak) en dat hij eind december 2012 dhr. A van extern Adviesbureau1 heeft ingeschakeld en zich, wat betreft het kwaliteitshandboek, sindsdien door hem laat begeleiden. Voorts heeft hij aangevoerd dat hij met zijn (nieuwe) waarnemer de collegiale afspraak heeft gemaakt tot (tussentijdse) review van elkaars dossiers. Volgens betrokkene is er thans geen enkel dossier meer zonder opdrachtbevestiging of vastlegging aangaande acceptatie en continuering, heeft hij vorig jaar de helft van de dossiers aangaande het boekjaar 2012 gereviewd en is hij thans doende met de review van alle dossiers met betrekking tot het boekjaar 2013, die hij naar verwachting medio 2014 zal hebben afgerond. De vereiste vastleggingen zijn of worden overigens aan de normen aangepast, aldus betrokkene.

4.3       Bezien tegen de achtergrond dat de toetsers van mening waren dat het kwaliteitssysteem in opzet voldoet, dat die mening word onderschreven in de door betrokkene op 6 februari 2014 overgelegde briefrapportage van Adviesbureau1, dat één van de vier getoetste dossiers door de toetsers als voldoende is beoordeeld en de Accountantskamer, gelet op het betoog van betrokkene ter zitting, het niet kennelijk onaannemelijk acht dat sedert de hertoetsing geen sprake meer is van stelselmatig voorkomende gebreken in het kwaliteitsstelsel, wenst de Accountantskamer, alvorens een beslissing op de klacht te geven, kennis te nemen van de huidige stand van zaken in het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing binnen de praktijk van betrokkene, uitgaande van de dossiers over de boekjaren 2012 en/of 2013.

4.4       Daartoe zal , om de praktijk van betrokkene - op diens kosten - binnen drie maanden een nieuwe hertoetsing te doen ondergaan, de beslissing in de onderhavige zaak voor onbepaalde tijd worden aangehouden en wordt de behandeling heropend.

4.5       Op grond van het hiervoor overwogene wordt de volgende tussenbeslissing gegeven.

5.         Beslissing

De Accountantskamer:

-         heropent de behandeling van de onderhavige zaak en houdt deze aan voor onbepaalde tijd, teneinde de praktijk van betrokkene - op diens kosten - binnen drie maanden een nieuwe hertoetsing te doen ondergaan;

-         draagt klaagster op de bevindingen van die hertoetsing onverwijld schriftelijk aan de Accountantskamer te (doen) rapporteren, met afschrift daarvan aan betrokkene, die daarna in de gelegenheid wordt gesteld binnen vier weken zijn reactie naar de Accountantskamer te zenden;

-         bepaalt dat de zaak, tenzij naar aanleiding van de nadere wisseling van stukken anders moet worden beslist, zonder nadere behandeling ter zitting zal worden afgedaan met de uitspraak van de beslissing op een openbare zitting ongeveer tien weken na afloop van even genoemde termijn waarbinnen betrokkene mocht reageren, welke beslissing op dezelfde dag tevens op schrift naar partijen zal worden verzonden;

-          houdt voor het overige iedere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. W.F. Boele, voorzitter, mr. E.W. Akkerman en mr. E.A. Maan (rechterlijke leden) en prof. dr. G.C.M. Majoor RA en J. Maan AA (accountantsleden), in aanwezigheid van mr. G.A. Genee, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2014.

_________                                                                                          __________

secretaris                                                                                             voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_______________________