ECLI:NL:TPETPVE:2013:32 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2013

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2013:32
Datum uitspraak: 28-06-2013
Datum publicatie: 03-07-2013
Zaaknummer(s): TPPE2013
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Nadat op het bedrijf van betrokkene een besmetting met Salmonella Enteritidis was vastgesteld is niet voldaan aan het vereiste om de eieren van het betrokken koppel leghennen te merken met één van de drie toegestane codes. In totaal zijn 387.900 eieren afgezet, op 4 verschillende momenten. Er wordt een geldboete opgelegd.

Zaaknummer :

TPPE 20/2013

Betrokkene :

Maatschap [bedrijfsnaam]

[adres]

Datum :

28 juni 2013

Gang van zaken :

De zaak berust op een berechtingsrapport dat CoMore Bedrijfsdiensten B.V. (hierna: CoMore) heeft opgemaakt onder nummer CBD HYG 1237, naar aanleiding van een inspectie door een controleur van CoMore op 31 augustus 2012 op de onderneming die wordt uitgeoefend op het bedrijf aan [adres], dat op naam van Maatschap [bedrijfsnaam] is geregistreerd onder [KIP-nummer PLV].

Het Tuchtgerecht heeft de zaak beoordeeld op basis van de schriftelijke verklaring, zoals bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 4 juni 2013 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Betrokkene is behoorlijk en tijdig bij aangetekende brief opgeroepen, maar is niet op de zitting verschenen, zodat verstek is verleend.

Voorts zijn ter zitting verschenen de heer mr. R.B.R. Henke en mevrouw ir. J.A. Dietvorst, beide namens het PPE, en de heer H.G.M. Grolleman, namens CoMore.

Het Tuchtgerecht heeft op 28 juni 2013 uitspraak gedaan.

Verweten gedraging :

Nadat op het bedrijf van betrokkene een besmetting met Salmonella Enteritidis was vastgesteld is niet voldaan aan het vereiste om de eieren van het betrokken koppel leghennen te merken met één van de drie toegestane codes. In totaal zijn 387.900 eieren afgezet, op 4 verschillende momenten .

Behandeling van de zaak

Voorafgaand aan de behandeling verzoekt de vertegenwoordiger van het Productschap de Schriftelijke Verklaring op twee punten te wijzigen.

- In de zesde alinea vervalt de datum van 10 november 2011;

- De zevende alinea wordt gewijzigd en luidt als volgt: “Het geconstateerde levert één overtreding op van het bepaalde in artikel 11, derde lid, van de Verordening 2011, uitgewerkt in de artikelen 10 en 13 van het Hygiënebesluit leghebbenbedrijven (PPE) 2011.”

De voorzitter van het Tuchtgerecht oordeelt dat, nu de wijzigingen uitpakken in het voordeel van betrokkene, deze worden toegestaan en ook de behandeling van de zaak bij verstek niet in de weg staan.

Verklaring van betrokkene :

Volgens het berechtingsrapport is door betrokkene als verweer aangevoerd dat het geen consumptie-eieren betrof. Betrokkene heeft direct de afnemer van de eieren ([naam afnemer] B.V.) gebeld toen hij hoorde van de besmetting. Die gaf aan dat er een kruis op de sticker (op de pallet) moest worden geplakt. Ook heeft betrokkene de vier eierbonnen naar het PPE gefaxed. Hij heeft geen andere merktekens op de eieren gezet omdat hij niet wilde dat de printer daardoor van slag zou raken. [naam afnemer] B.V. verwerkt alleen voor de industrie. Volgens de “breeklijsten” van [naam afnemer] zijn alle eieren van betrokkene gebroken en gepasteuriseerd.

Bewijs en verwijtbaarheid :

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, geregistreerd bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder [ KIP-nummer PLV] , de volgende gedraging heeft plaatsgevonden:

Het niet voldoen aan het vereiste om de eieren van het betrokken koppel leghennen te merken met één van de drie toegestane codes, nadat op het bedrijf van betrokkene een besmetting met Salmonella Enteritidis was vastgesteld.

Dit levert op:

Overtreding van artikel 11, lid 3 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 en artikel 10 en 13 van het Hygiënebesluit leghennenbedrijven (PPE) 2011.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en) :

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer CBD HYG 1237.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende:

Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen, om de consument een betere bescherming te bieden tegen gezondheidsproblemen die mogelijk door deze besmettingen kunnen worden veroorzaakt. Er is nu een samenstel van maatregelen van kracht op grond van het bij of krachtens bepaalde in de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011. Om het met het Plan van Aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Betrokkene heeft aangevoerd dat hij geen andere merktekens op de eieren heeft gezet omdat hij niet wilde dat de printer daardoor van slag zou raken. Ter terechtzitting is hierover door het Productschap opgemerkt, dat naast de twee manieren die in de Verordening en het Besluit genoemd worden, er een derde, gemakkelijk te printen mogelijkheid is gekomen voor de pluimveehouder, namelijk merken van de eieren met code 0000, wat eenvoudig kan door het wijzigen van de datumstempel naar 0000. Dit wordt in Nederland algemeen geaccepteerd. Deze mogelijkheid staat genoemd op pagina 2 van de brief die betrokkene op 21 november 2011 ontving van de voorzitter van het Productschap. Dit verruimt dus de mogelijkheden voor de pluimveehouder. Het Tuchtgerecht oordeelt dat daarmee dit verweer van betrokkene geen stand houdt.

Ook heeft betrokkene verklaard dat er wel een kruis op de sticker is gezet. Ter terechtzitting is opgemerkt dat het daarbij ging om het merken van de pallets. Het is goed dat dat gebeurt, maar de verplichting betreft de eieren. Ook dit verweer wordt dus door het Tuchtgerecht verworpen.

Ook had betrokkene nog de mogelijkheid opengestaan – als er onduidelijkheid was over hoe te handelen – om contact op te nemen met het Productschap.

De overtreding wordt aangemerkt als ernstig.

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete heeft het Tuchtgerecht rekening gehouden met het feit dat betrokkene een bedrijf van gemiddelde omvang heeft en met het feit dat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Daarnaast heeft betrokkene voldaan aan zijn plicht om de afnemer direct te informeren. Ook is het betrokkene zelf geweest die heeft aangegeven dat hij niet heeft gemerkt. Ter terechtzitting is tenslotte aannemelijk geworden dat betrokkene geen economisch voordeel heeft genoten van het niet-merken van de eieren. Dit alles in aanmerking nemende, legt het Tuchtgerecht een groter deel van de boete voorwaardelijk op dan gebruikelijk.

Gelet op het bovenstaande legt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, betrokkene – ingevolge artikel 23, tweede lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 – de volgende tuchtrechtelijke maatregel op:

Beslissing:

Een geldboete van € 750 (zegge: zevenhonderd vijftig euro), waarvan € 600 (zegge: zeshonderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Indien binnen deze periode door betrokkene niet aan de hierna genoemde voorwaarde wordt voldaan, wordt – nadat deze uitspraak onherroepelijk wordt – het voorwaardelijke deel van de boete alsnog ten uitvoer gelegd. De voorwaarde is, dat geen enkele bepaling van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 of van enige andere verordening over hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij zal worden overtreden.

Toepasselijke artikelen :

Naast de al vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mevrouw mr. W.N. Everts, voorzitter en de heren

mr. drs. J.Y.B. Jansen en mr. drs. H. Lommers, leden, in aanwezigheid van mevrouw

drs. A.M.P. Regout, secretaris.