ECLI:NL:TNOKSHE:2013:13 Kamer van toezicht 's-Hertogenbosch SHE/2013/39
ECLI: | ECLI:NL:TNOKSHE:2013:13 |
---|---|
Datum uitspraak: | 21-10-2013 |
Datum publicatie: | 23-10-2013 |
Zaaknummer(s): | SHE/2013/39 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Klacht niet-ontvankelijk |
Inhoudsindicatie: | Klacht luidt dat notaris bij het opmaken van het testament van moeder heeft nagelaten onderzoek te doen naar de afwikkeling van de nalatenschap van haar vooroverleden echtgenoot. Ingangsdatum vervaltermijn art. 99 lid 15 Wna, verjaring. |
Klachtnummer : SHE/2013/39
Datum uitspraak : 21 oktober 2013
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH
De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van
de heer drs. [x] (verder: klager), wonende te […],
tegen
notaris mr. [y], (verder: notaris y), gevestigd te [...]
1. De procedure
1.1. Klager heeft bij brief van 24 april 2013 een klacht geformuleerd tegen notaris [y]. Deze klacht is op 25 april 2013 binnengekomen bij de kamer voor het notariaat (verder: de kamer).
1.2. De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft de behandeling van de zaak verwezen naar de volle kamer.
1.3. De kamer heeft de klacht behandeld op 16 september 2013. De notaris heeft de kamer vooraf bericht niet bij de behandeling aanwezig te zullen zijn. Klager is ter zitting verschenen en heeft zijn klacht toegelicht aan de hand van een pleitnota.
2. De feiten
2.1. De vader van klager is overleden op 25 juli 1993. Tussen de erfgenamen (moeder en de acht uit het huwelijk geboren kinderen) is onenigheid ontstaan over de afwikkeling van de nalatenschap.
2.2. Op 15 oktober 2007 heeft notaris [y] een testament gepasseerd voor de moeder van klager. De nalatenschap van vader was destijds nog niet afgewikkeld.
2.3. Bij beschikking van 22 januari 2009 heeft de kantonrechter in Eindhoven notaris mr. [z] aangewezen om een boedelbeschrijving op te maken van de nalatenschap van vader.
2.4. De moeder van klager is overleden op 25 februari 2010.
2.5. In verband met het opstellen van het testament van moeder heeft klager op 2 mei 2011 (KLN 11.10) en op 27 september 2011 (KLN 11.24) klachten geformuleerd tegen notaris [y]. Deze klachten zijn door de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement ’s‑Hertogenbosch behandeld. Tijdens de behandeling van de klachten is komen vast te staan dat klager omstreeks maart 2010 kennis heeft genomen van de inhoud van het testament van moeder.
3. De klacht
3.1. De klacht die de kamer nu moet beoordelen luidt dat de notaris bij het opmaken van het testament van moeder nagelaten heeft onderzoek te doen naar de afwikkeling van de nalatenschap van de vooroverleden echtgenoot van welk overlijden de notaris kennis droeg. Volgens klager heeft de notaris daardoor zijn zorgplicht geschonden.
3.2. De notaris heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op de klacht te reageren.
4. De beoordeling
4.1. Allereerst dient te worden beoordeeld of de klacht tijdig is ingediend. Op grond van het bepaalde bij artikel 99 lid 15 Wna kan een klacht slechts worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde heeft kennisgenomen van het handelen of nalaten van de notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven.
4.2. Klager stelt dat de klachttermijn pas is gaan lopen nadat hij op 5 november 2012, tijdens een comparitie in een civiele procedure, van de executeurs had gehoord dat de notaris geen onderzoek had gedaan naar de afwikkeling van de nalatenschap van vader. Hij is dan ook van mening dat de klacht tijdig is ingediend. Het is echter vaste jurisprudentie dat voor het begin van de klachttermijn doorslaggevend is op welk moment klager van het handelen of nalaten van de notaris kennis heeft genomen.
4.3. Vast staat dat klager omstreeks maart 2010 kennis heeft genomen van de inhoud van het testament van moeder. Op dat moment was klager er eveneens van op de hoogte dat de nalatenschap van vader nog niet was afgewikkeld. Nu de klacht niet eerder is ingediend dan op 25 april 2013, dus na het verstrijken van de hiervoor genoemde vervaltermijn van drie jaren, is de kamer van oordeel dat de klacht te laat is ingediend. Klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn klacht. Aan een inhoudelijke behandeling van de klacht komt de kamer niet toe.
5. De beslissing
De kamer voor het notariaat:
verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht tegen notaris mr. [y].
Deze beslissing is gegeven door mr. W.M. Weerkamp, plaatsvervangend voorzitter, mr. H.G. Robers, rechterlijk lid, mr. L.J.M. Teunissen, notarislid, mr. S. Lettinga, plaatsvervangend notarislid, en mr. R.J.M.G. Oostveen, plaatsvervangend belastinglid, en uitgesproken ter openbare zitting van 21 oktober 2013 in aanwezigheid van de secretaris.
Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.