ECLI:NL:TNOKSGR:2013:YC0971 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 12-22

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2013:YC0971
Datum uitspraak: 13-03-2013
Datum publicatie: 27-05-2013
Zaaknummer(s): 12-22
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De notaris wordt verweten dat hij, sinds hij executeur is, niets heeft ondernomen. Volgens het echtscheidingsconvenant zou de hypotheek op de flat in [plaatsnaam] worden overgenomen door erflaatster en zou zij de eigendom verkrijgen. Tijdens leven van erflaatster is aan deze afspraak geen gevolg gegeven. Klager heeft verschillende keren de notaris verzocht om de hypotheek over te schrijven. De notaris voert echter keer op keer aan dat de bank weigert klager te ontheffen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. De notaris wenst pas tot uitbetaling over te gaan, indien een Angelsaksische trust te Guernsey is opgeheven. Volgens klager had de notaris gezien de omstandigheden het executeurschap niet moeten aanvaarden.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ‘s-Gravenhage

Beslissing d.d. 13 maart 2013 inzake de klacht onder nummer 12-22 van:

[naam klager] ,

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[naam notaris] ,

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

- de klacht, met bijlage, ingekomen op 7 september 2012,

- aanvullende e-mail van klager d.d. 19 september 2012,

- het antwoord van de notaris, met bijlagen,

- de repliek van klager, met bijlage,

- de dupliek van de notaris, met bijlagen.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 januari 2013. Daarbij waren aanwezig klager en de notaris.

Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt met daaraan in afschrift gehecht de op de zitting overgelegde pleitaantekeningen van klager en de notaris.

De feiten

Klager was gehuwd met mevrouw [A] (hierna te noemen: erflaatster).

Klager en erflaatster hebben in juli/augustus 2007 een echtscheidingsconvenant gesloten.

Bij beschikking van 5 september 2007 heeft de rechtbank te ’s-Gravenhage het huwelijk ontbonden.

Op 25 september 2010 is erflaatster overleden.

Het convenant tussen klager en erflaatster was ten tijde van het overlijden van erflaatster nog niet afgewikkeld. Erflaatster heeft in haar testament mevrouw [B] (hierna te noemen: [B]) benoemd tot executeur. [B] heeft deze benoeming aanvaard.

Op 29 december 2011 heeft klager de erfgenamen gedagvaard om onder meer te bewerkstelligen dat hij wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van de hypotheekschuld die rust op de woning in [plaatsnaam] en toedeling daarvan aan de erfgenamen, betaling van diens overbedelingsvordering terzake de verdeling van de woning in Portugal en voorts betaling door de erfgenamen van verschillende kosten.

Op verzoek van [B] heeft de notaris op 7 februari 2012 het executeurschap van haar overgenomen.

Het convenant en de nalatenschap zijn tot op heden niet afgewikkeld.

De rechtszaak die klager heeft aangespannen tegen de erfgenamen staat al enige tijd op de parkeerrol bij de rechtbank Den Haag.

De klacht

Klager verwijt de notaris het volgende:

1. In het echtscheidingsconvenant was onder andere bepaald dat de vakantiewoning in Vale do Lobo, Portugal, zou worden toebedeeld aan erflaatster. Klager heeft in juni 2010 de eigendom overgedragen aan erflaatster en erflaatster heeft hem € 50.000,- betaald. Wat betreft het restant wilde erflaatster eerst overleg plegen met haar beleggingsadviseur over verkoop van aandelen. Na het overlijden van erflaatster heeft klager getracht met [B] in contact te treden over de afwikkeling van de toedeling. [B] betwistte de geldigheid van de titel en wilde de resterende € 50.000,- plus onkosten niet aan klager betalen. De notaris wordt verweten dat hij, sinds hij executeur is, niets heeft ondernomen. De notaris wordt verweten dat hij pas na opheffing van een trust te Guernsey wil uitbetalen. Klager stelt dat de betaling van het restant sinds juni 2010 opeisbaar en onvoorwaardelijk is.

2. Volgens het echtscheidingsconvenant zou de hypotheek op de flat in [plaatsnaam] worden overgenomen door erflaatster en zou zij de eigendom verkrijgen. Tijdens leven van erflaatster is aan deze afspraak geen gevolg gegeven. Klager heeft verschillende keren de notaris verzocht om de hypotheek over te schrijven. De notaris voert echter keer op keer aan dat de bank weigert klager te ontheffen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. De notaris heeft verder aangevoerd dat de flat verhuurd is. Hier heeft klager echter geen toestemming voor gegeven. Volgens klager zijn de erfgenamen verplicht de hypotheek over te nemen en is er voldoende activa in de boedel om dit te bewerkstelligen. Klager heeft indertijd aan erflaatster € 800.000,- overgemaakt.

3. Volgens het echtscheidingsconvenant moet de eigendom van de flat in Grasse (Frankrijk) aan klager worden overgedragen. Zeven jaar geleden heeft klager hiervoor een notaris in Frankrijk benaderd, maar tot op heden is er niets gebeurd. In het echtscheidingsconvenant is opgenomen dat het bedrag dat klager aan erflaatster moet betalen voor de eigendomsoverdracht van de flat in Grasse, zal worden verrekend met het bedrag dat klager zal krijgen na de eigendomsoverdracht van de flat in [plaatsnaam]. Dit komt er op neer dat klager € 10.000,- zal moeten betalen aan de boedel. Een bespreking met klager, de advocaat van klager, de advocaat van de erfgenamen en de notaris heeft tot niets geleid. De notaris wenst pas tot uitbetaling over te gaan, indien een Angelsaksische trust te Guernsey is opgeheven. Echter de trustees hebben beslist dat dit alleen kan geschieden, nadat een Franse B.V, die 100% eigenaar is van de flat in Frankrijk, is opgeheven. De trust is voor 90% aandeelhouder van de Franse B.V. en klager en erflaatster zijn ieder voor 5% aandeelhouder.

4. Een paar jaar geleden is klager in verband met het voornemen om te hertrouwen bij de notaris geweest voor advies over huwelijksvoorwaarden. De notaris waarschuwde klager toen nog voor de mogelijk onplezierige gevolgen van het nog niet afgewikkelde echtscheidingsconvenant. Klager was derhalve zeer verbaasd dat de notaris het executeurschap toch had aanvaard. Volgens klager had de notaris gezien de omstandigheden het executeurschap niet moeten aanvaarden.

Het verweer van de notaris

De notaris voert allereerst aan dat klager geen erfgenaam is in de nalatenschap, waarin de notaris optreedt als opvolgend executeur. Niet duidelijk is of de klacht is gericht tegen de notaris in de hoedanigheid van executeur of in de hoedanigheid van notaris. In het eerste geval dient klager niet ontvankelijk te worden verklaard. Indien sprake is van het tweede geval dient de klager wellicht ook niet ontvankelijk te worden verklaard, omdat dan eerst de vraag beantwoord dient te worden of klager wel belanghebbende is, aangezien hij geen erfgenaam is.

Indien klager wel als belanghebbende wordt aangemerkt voert de notaris het volgende aan.

De reden dat de notaris in februari 2012 het executeurschap heeft overgenomen van [B] is gelegen in het feit dat de afwikkeling van de nalatenschap bemoeilijkt werd door het niet afgewikkelde echtscheidingsconvenant tussen klager en erflaatster. [B] heeft eerst getracht de boedel zelf af te wikkelen, maar na verloop van tijd heeft zij daar door de complexiteit en de moeizame communicatie met klager van afgezien. Aangezien de notaris [B] verschillende keren op haar verzoek heeft geadviseerd over de boedel en hij redelijk bekend was met het dossier, heeft [B] gebruik gemaakt van de in het testament aan haar toegekende bevoegdheden, met instemming van de notaris en alle erfgenamen, en de notaris in haar plaats gesteld. De notaris deelt de mening van klager niet dat hij het executeurschap niet hadden mogen aanvaarden. Juist de rol als onpartijdig notaris heeft ertoe geleid dat [B] de notaris heeft verzocht het executeurschap over te nemen. De notaris betreurt dat hij in conflict is gekomen met klager die cliënt van zijn kantoor is. Het mogelijke risico op een conflict met een cliënt is volgens de notaris geen reden om op voorhand het executeurschap niet te aanvaarden.

Wat betreft het verwijt over de vakantiewoning in Portugal voert de notaris het volgende aan. De verdeling daarvan heeft plaatsgevonden. [B] heeft met behulp van een Portugese advocate weten te bewerkstelligen dat de woning op naam van de erfgenamen is gesteld. Bij overneming van het executeurschap in februari 2012 kon dit onderdeel dan ook als afgerond worden beschouwd, met dien verstande dat klager nog een restantbedrag zou moeten ontvangen, dat is ook nimmer ontkend. Wat [B] met klager hierover heeft besproken of heeft geweigerd te doen, is de notaris niet bekend.

De woning in [plaatsnaam] staat op naam van klager en erflaatster. De situatie sinds de notaris het executeurschap heeft overgenomen is, dat de hypotheekhouder ABN AMRO Bank N.V., voormalig werkgever van klager, niet wenst mee te werken aan een ontslag van klager uit diens hoofdelijkheid. Dit is essentieel om tot een verdeling van de woning over te kunnen gaan. De notaris heeft van een bankmedewerker vernomen dat klager en erflaatster na de echtscheiding niet direct tot een verdeling wensten over te gaan, omdat dan de personeelscondities ten aanzien van de hypothecaire lening verloren zouden gaan. Kennelijk heeft klager hier een andere mening over. De woning behoort in economische zin toe aan de erfgenamen. Om de kosten te drukken hebben zij daarom besloten de woning te verhuren. [B] heeft dit allemaal nog geregeld en de notaris heeft hier verder geen bemoeienis mee gehad.

Wat betreft de flat in Grasse het volgende. Grootste pijnpunt in de afwikkeling van de nalatenschap is de verdeling van de woning in Grasse en de daarmee samenhangende liquidatie van de trust te Guernsey. Het belang daarvan voor de erfgenamen is groot, aangezien de erfgenamen een aanzienlijk, maar nog niet nader bekend bedrag, toekomt. De regie van deze verdeling en liquidatie ligt volledig in handen van klager. Dat het Franse notariaat anders werkt dan het Nederlandse notariaat is bekend, maar waarom klager zeven jaar nodig heeft om een en ander af te wikkelen, is de notaris niet bekend.

Als executeur moet de notaris allereerst de belangen van de erfgenamen dienen. In maart 2012 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen klager, diens advocaat mr. Schönhagen, advocaat mr. De Nijs namens de erfgenamen en de notaris. Afgesproken is toen om alle punten gezamenlijk te behandelen, een globale vaststelling van vorderingen over en weer te maken, vervolgens af te rekenen en het dossier te sluiten. Tot verbazing van de notaris houdt klager zich niet aan de gemaakte afspraken; hij stelt vragen over reeds bekende kwesties, claimt nog verschillende vorderingen te hebben en start met het vorderen van de verdeling van de woning in [plaatsnaam] en betaling van het aan hem toekomende bedrag.

Tot slot voert de notaris nog aan dat klager voorbarig is in zijn klacht over het handelen van de notaris. Partijen zitten middenin onderhandelingen over hoe zij een gecompliceerd echtscheidingsconvenant tot een goed einde kunnen brengen. Tijdens het proces de afspraken wijzigen dient te geschieden in onderling overleg en niet op initiatief van klager alleen.

De taken die de notaris tijdens de bespreking in maart zijn toebedeeld heeft hij uitgevoerd. Dat de resultaten daarvan klager niet bevallen kan de notaris niet aangerekend worden.

De notaris heeft van de erfgenamen niet de bevoegdheid gekregen om zonder tegenprestatie van klager (helderheid scheppen in de afwikkeling van de trust, voortgang creëren in de verdeling van de woning in Grasse en helderheid creëren in de financiële claims van klager) tot gehele of gedeeltelijke betaling over te gaan van de (erkende) vordering van klager van € 50.000,-.

Volgens de notaris dient de klacht derhalve ongegrond te worden verklaard.

De beoordeling van de klacht

De vraag die de Kamer in de eerste plaats moet beantwoorden is of klager ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klacht. De Kamer is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat klager belanghebbende is in deze klacht. Nu bij het overlijden van erflaatster het echtscheidingsconvenant nog niet was afgewikkeld is klager schuldeiser en schuldenaar van de nalatenschap, waarvan de notaris thans executeur is. De Kamer verklaart klager daarom ontvankelijk in zijn klacht.

De Kamer overweegt voorts, dat ook het handelen of nalaten van een notaris in zijn hoedanigheid van executeur van een nalatenschap in het kader van het notariële tuchtrecht beoordeeld kan worden, zodat klager ook in zoverre ontvankelijk is in zijn klacht.

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 (tot 1 januari 2013: artikel 98) van de Wet op het Notarisambt (verder: Wna). Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

De Kamer is van oordeel, dat de notaris voldoende voortvarend heeft gehandeld. In februari 2012 heeft de notaris het executeurschap overgenomen. In maart 2012 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen klager, de advocaat van klager, de advocaat van de erfgenamen en de notaris en vervolgens heeft de notaris iedere maand actie ondernomen in het dossier.

Wat betreft de klachtonderdelen met betrekking tot uitbetaling van gelden van de woningen in Portugal en Frankrijk geldt het volgende. De notaris heeft aangevoerd dat de erven alleen willen uitbetalen aan klager indien er tot een algehele afwikkeling van de nalatenschap kan worden gekomen. De opheffing van de trust en de verdeling van de flat in Grasse dienen daarin ook te worden betrokken. Gelet op het bepaalde in artikel 3:190 lid 1 BW behoeven de erfgenamen een partiële verdeling niet toe te staan, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is.

Wat betreft het verwijt ten aanzien van de woning in [plaatsnaam] overweegt de Kamer het volgende. Vast is komen te staan dat de ABN AMRO Bank N.V. weigert om klager te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. De notaris kan derhalve niet verweten worden dat hij niet meewerkt aan de verdeling van de woning in [plaatsnaam]. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Tot slot het klachtonderdeel wat betreft het aanvaarden van het executeurschap door de notaris. Als executeur heeft de notaris allereerst de belangen van de erfgenamen te behartigen en daarnaast de belangen van derden onder wie klager. Het gegeven dat klager al cliënt was op het kantoor van de notaris en de notaris als executeur wellicht op enig moment in conflict zou kunnen geraken met een cliënt, is geen reden om het executeurschap niet te aanvaarden. De notaris heeft aangevoerd dat hij zich deze gevolgen van het aanvaarden van het executeurschap heeft gerealiseerd. Het aanvaarden van het executeurschap door de notaris is naar het oordeel van de Kamer niet klachtwaardig.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.G.L. den Os-Brand, voorzitter, O. van der Burg, G.A.M. van Lith, A. Verrijp en J. Smal, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2013.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.