ECLI:NL:TNOKSGR:2013:2 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 12-15

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2013:2
Datum uitspraak: 27-03-2013
Datum publicatie: 22-05-2013
Zaaknummer(s): 12-15
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de oud-notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen en passeren van het testament van erflater. Erflater heeft vijf weken voor zijn overlijden zijn testament nog aangepast, terwijl hij 92 jaar was. Verder verwijt klager de oud-notaris dat er een tegenstrijdigheid in het testament is opgenomen. Aan de ene kant wordt bepaald dat de executeur met de erfgenamen dient te overleggen, maar aan de andere kant wordt bepaald dat na het beëindigen van de taak van de executeur, de legataris geheel vrij is ten aanzien van het legaat.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 27 maart 2013 inzake de klacht onder nummer 12-15 van:

[klager]

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[oud-notaris],

oud-notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: oud-notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

- de klacht, met bijlagen, ingekomen op 22 mei 2012;

- brief van de oud-notaris d.d. 1 juni 2012, met bijlage,

- brief van de voorzitter aan de oud-notaris d.d. 13 juni 2012,

- het antwoord van de oud-notaris,

-de repliek van klager,

- de dupliek van de oud-notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 februari 2013. Daarbij waren aanwezig klager bijgestaan door zijn advocaat mr. A. Helmig en de oud-notaris bijgestaan door haar advocaat mr. L.H. Rammeloo.  

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan in afschrift gehecht de op de zitting overgelegde pleitaantekeningen van klager en de oud-notaris.

De feiten

Op 2 juni 2009 is de vader van klager, de heer [X] (hierna te noemen: erflater), overleden.

In het testament, verleden op 23 april 2009 voor de oud-notaris, staat onder andere het volgende vermeld:

“(…)

HOOFDSTUK  2. ERFSTELLING

(…)

1. Erfstelling

Ik sluit mijn partner uit als erfgename in mijn nalatenschap, ook voor het geval wij met elkaar gehuwd mochten zijn, en benoem mijn afstammelingen tot mijn enige erfgenamen.

(…)

HOOFDSTUK 3. LEGAAT VRUCHTGEBRUIK

Ik legateer aan mijn partner:

Het vruchtgebruik van de aan mijn overige erfgenamen toekomende erfdelen in mijn zuivere nalatenschap.

(…)

k. Vervreemding, bezwaring, vertering en schenking

De vruchtgebruiker is bevoegd de goederen waarop het vruchtgebruik rust te vervreemden (daaronder begrepen bezwaren) en te verteren.

Registergoederen mag de vruchtgebruiker zonder toestemming van de hoofdgerechtigde vervreemden of bezwaren.

De bezwaarde is niet bevoegd uit het vruchtgebruik vermogen schenkingen te doen.

(…)

HOOFDSTUK 6. OVERIGE BESCHIKKINGEN

(…)

6. Belastingen

(…)

Bepaling

Ik bepaal dat de successierechten niet uit het vruchtgebruikvermogen voldaan dienen te worden. Mijn kinderen dienen de successierechten uit hun eigen middelen te voldoen.

(…)”.

De klacht en het verweer

Klager verwijt de oud-notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen en passeren van het testament van erflater. Erflater heeft vijf weken voor zijn overlijden zijn testament nog aangepast, terwijl hij 92 jaar was. Klager betwijfelt of erflater de gevolgen kon overzien die de wijzigingen in zijn testament (erflater had namelijk eerder andere testamentaire beschikkingen gemaakt) met zich meebrachten. Klager vraagt zich af of de oud-notaris de consequenties van de wijzigingen in het testament van erflater wel schriftelijk aan erflater kenbaar heeft gemaakt.

Verder verwijt klager de oud-notaris dat er een tegenstrijdigheid in het testament is opgenomen. Aan de ene kant wordt bepaald dat de executeur met de erfgenamen dient te overleggen, maar aan de andere kant wordt bepaald dat na het beëindigen van de taak van de executeur, de legataris geheel vrij is ten aanzien van het legaat. Klager vraagt zich af of deze tegenstrijdigheid wel met erflater is besproken en of wellicht het interingsrecht pas in een later concept van het testament is opgenomen. Klager verwijt de oud-notaris dat zij tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens erflater.

De oud-notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna  voor zover nodig ­ zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

Ter beoordeling van de Kamer staat of de oud-notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 (tot 1 januari 2013: artikel 98) van de Wet op het Notarisambt. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. Diezelfde tuchtnorm geldt ook voor oud-notarissen.

De oud-notaris beroept zich op haar notariële ambtsgeheim. De oud-notaris heeft aangevoerd dat het ambtsgeheim haar belet te verklaren hetgeen erflater met haar heeft besproken over de inhoud van zijn testament. Het ambtsgeheim brengt mee dat de oud-notaris slechts kan uitleggen hoe zij bij de voorbereiding van en de advisering over het testament te werk is gegaan. Op basis van de eerste bespreking met erflater heeft de oud-notaris hem uitgebreid voorgelicht middels een adviesbrief behorende bij het eerste concept van het testament. Naar aanleiding van dit concept heeft er nog een bespreking plaatsgevonden. De oud-notaris heeft hiervan duidelijke en uitgebreide aantekeningen gemaakt. Vervolgens heeft de oud-notaris de definitieve versie opgesteld (met onderstreept het woord “niet” in de bepaling over de successierechten) en toegezonden aan erflater met het verzoek om akkoordverklaring met de aanpassingen en een uitnodiging voor het verlijden van de akte op 23 april 2009. Op 23 april 2009 heeft de oud-notaris het testament gepasseerd. Op 24 april 2009 heeft de oud-notaris erflater een afschrift verzonden. De oud-notaris heeft aangevoerd dat er van tegenstrijdigheden in het testament geen sprake is. De oud-notaris heeft ter zake van de desbetreffende passages verklaard dat deze niet afwijken van de wensen en instructies van erflater. Tevens betwist de oud-notaris dat zij erflater onvolledig zou hebben voorgelicht over de consequenties van de inhoud van het testament.

De Kamer overweegt dat de oud-notaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zij klager geen toelichting kan geven over de totstandkoming van het testament. Niet gebleken is immers dat erflater daarom heeft verzocht of daarmee heeft ingestemd en voorts verhindert de geheimhoudingsplicht van de oud-notaris dat zij klager over de totstandkoming en/of de inhoud van de gevoerde gesprekken informeert. Het enkele ontbreken van een schriftelijke uiteenzetting aan erflater over de consequenties van het testament is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat de oud-notaris tekortgeschoten is in haar zorgplicht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Kamer, met instemming van klager, buiten zijn aanwezigheid, kennisgenomen van de inhoud van het notariële dossier. De Kamer is van oordeel dat vast is komen te staan dat de oud-notaris wat betreft de bepaling over de successierechten zorgvuldig heeft gehandeld met betrekking tot de belehrung en de wens van erflater. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

Wat betreft het klachtonderdeel aangaande de tegenstrijdigheid oordeelt de Kamer dat ook dit onderdeel ongegrond is. Noch voldoende gesteld noch gebleken is dat de bepalingen in het testament in strijd zijn met de wensen van erflater.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht op beide onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, R. van der Galiën, A.F.L. Geerdes, H.M. Kolster en W.C.A. van der Heiden, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2013.