ECLI:NL:TNOKSGR:2013:13 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 13-12
ECLI: | ECLI:NL:TNOKSGR:2013:13 |
---|---|
Datum uitspraak: | 11-09-2013 |
Datum publicatie: | 12-09-2013 |
Zaaknummer(s): | 13-12 |
Onderwerp: | Registergoed |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klagers verwijten de oud-notaris, zakelijk weergegeven, het volgende: de toegangsweg is niet aan klagers geleverd; voormelde akte van levering bevat een onjuiste en verouderde kavelnummering; op 24 augustus 2006 maakt de oud-notaris een akte op waarin de toegangsweg wordt doorverkocht aan de gemeente zonder toestemming van klagers; de oud-notaris heeft de gemeente gelegenheid gegeven om klagers onrecht aan te doen. |
Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag
Beslissing d.d. 11 september 2013 inzake de klacht onder nummer 13-12 van:
[klagers],
hierna ook te noemen: klagers,
tegen
mr. [naam],
oud-notaris te [vestigingsplaats],
hierna ook te noemen: de oud-notaris,
advocaat mr. S. Colsen te Amsterdam.
De procedure
De Kamer heeft kennisgenomen van:
· de klacht, met bijlagen, ingekomen op 26 maart 2013,
· het antwoord van de oud-notaris bij brief van 15 mei 2013, met bijlagen, ingekomen op 16 mei 2013,
· de repliek van klagers bij brief van 30 mei 2013, met bijlagen, ingekomen op 4 juni 2013,
· de dupliek van de oud-notaris bij brief van 24 juni 2013, met bijlagen, ingekomen op 26 juni 2013,
· aanvullende stukken van de oud-notaris bij brief van 3 september 2013, met bijlagen, ingekomen op 5 september 2013.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 september 2013. Daarbij waren aanwezig [klagers], de oud-notaris en zijn advocaat. Van het verhandelde is procesverbaal opgemaakt.
De feiten
Op 8 augustus 2005 heeft de oud-notaris een akte van levering gepasseerd, waarbij de verkoper een kavel grond met verder bijbehoren, gelegen achter de [adres] te [woonplaats], aan klagers heeft geleverd. Klagers waren bij het passeren van de akte aanwezig. In de akte is tevens ten behoeve van de bouwkavel van klagers een erfdienstbaarheid van weg over een toegangsweg gevestigd.
De oud-notaris is op 31 oktober 2011 gedefungeerd.
De klacht en het verweer van de oud-notaris
Klagers verwijten de oud-notaris, zakelijk weergegeven, het volgende:
- de toegangsweg is niet aan klagers geleverd;
- voormelde akte van levering bevat een onjuiste en verouderde kavelnummering;
- op 24 augustus 2006 maakt de oud-notaris een akte op waarin de toegangsweg wordt doorverkocht aan de gemeente zonder toestemming van klagers;
- de oud-notaris heeft de gemeente gelegenheid gegeven om klagers onrecht aan te doen.
De oud-notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna voor zover nodig zal worden besproken.
De beoordeling van de klacht
De Kamer gaat in de eerste plaats in op de ontvankelijkheid van klagers in hun klacht. Hiervoor is artikel 99 lid 15 van de Wet op het notarisambt [Wna] van belang. Dit artikel bepaalt dat een klacht slechts kan worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde van het handelen of nalaten van een notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven heeft kennisgenomen. Het motief van de wetgever voor het opnemen van deze termijn is in de wetsgeschiedenis [Tweede Kamer II, 1996-1997, 23 706, nr. 12] als volgt verwoord:
“[...] De reden daarvoor is met name gelegen in het feit dat na verloop van een bepaalde termijn ervan uit moet kunnen worden gegaan dat de betrokkene geen reden ziet om een klacht tegen de notaris in te dienen. Gezien het karakter van de procedure, waarbij elke klager zelf de procedure zonder vormvoorschriften in gang kan zetten, acht ik een dergelijke termijn alleszins aanvaardbaar. De notaris moet ook niet in lengte van jaren kunnen worden achtervolgd met klachten waarvan de feiten door het verstrijken van een te lange termijn nog zeer moeilijk naar behoren zijn vast te stellen. [...]”
Hieruit volgt dat deze vervaltermijn een aanvang neemt zodra een klager kennis draagt van het handelen of nalaten van een notaris, en dus niet op het moment dat een klager tot de opvatting komt dat zodanig handelen of nalaten klachtwaardig is. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen het aan klager bekend worden van het handelen van de notaris enerzijds en het bekend worden van diens nalaten anderzijds. Van een handelen van de notaris blijkt in het algemeen op enige wijze naar buiten zoals in de vorm van een gegeven advies of in de vorm van een akte. Ook van het nalaten van een notaris zal moeten blijken. Hiervan kan sprake zijn indien de gevolgen van dat nalaten zichtbaar worden of indien op enige andere wijze dat nalaten bekend wordt. Een redelijke uitleg van artikel 99 lid 15 Wna brengt met zich dat de vervaltermijn ingeval van een nalaten begint te lopen zodra van dat nalaten op enige wijze aan klager blijkt.
De Kamer is van oordeel dat in het onderhavige geval de vervaltermijn is gaan lopen vanaf 8 augustus 2005, de dag dat de oud-notaris de akte van levering heeft gepasseerd, waarbij klagers aanwezig waren. Uit voormelde akte blijkt immers dat de toegangsweg niet was meegeleverd, zodat klagers vanaf het moment van de gedraging waarover wordt geklaagd op de hoogte waren, althans werden geacht te zijn. De klacht is bij de Kamer ingediend op 26 maart 2013, ná het verstreken zijn van de vervaltermijn van drie jaren. De Kamer is daarom van oordeel dat klagers niet kunnen worden ontvangen in hun klacht.
Aan een verdere inhoudelijke behandeling van de klachten komt de Kamer derhalve niet toe.
De beslissing
De Kamer voornoemd:
verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht.
Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, R. van der Galiën, O. van der Burg, J. Smal en W.C.A. van der Heiden en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. M. Belhaj, in het openbaar uitgesproken op 11 september 2013.
Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.