ECLI:NL:TNOKARN:2013:7 Kamer van toezicht Arnhem AL/2013/7

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2013:7
Datum uitspraak: 28-06-2013
Datum publicatie: 25-07-2013
Zaaknummer(s): AL/2013/7
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met berisping
Inhoudsindicatie: Afwikkeling nalatenschap. De notaris is tekortgeschoten in de correcte afwikkeling van de nalatenschap. Zij heeft niet tijdig bescheiden bij de fiscus ingediend, hetgeen financiële consequenties kan hebben voor de erfgenaam. Verder is de notaris haar afspraak met de kantonrechter tot het overleggen van een boedelbeschrijving niet nagekomen. Berisping.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: AL/2013/7

Beslissing van de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden in de zaak van

[…]

wonende te […],

als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon

[M],

klaagster,

tegen

[…]

notaris te […].

1. Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de brief van klaagster van 2 januari 2013, met bijlagen, waarin de klacht is neergelegd

- de mondelinge behandeling van de klacht op 31 mei 2013.

2. De feiten

2.1 Voor de beoordeling van de hierna te noemen klacht zijn de volgende feiten van belang.

2.2 In 2009 is overleden [A], de vader van [M] en de ex-echtgenoot van klaagster. In zijn testament heeft [A] zijn zoon [M] tot enig erfgenaam benoemd.

2.3 [A] heeft voorts de notaris benoemd tot executeur van zijn nalatenschap. De notaris heeft die benoeming aanvaard.

2.4 Sinds het overlijden van [A] is de notaris als executeur doende geweest met de afwikkeling van de nalatenschap van [A].

3. De klacht

Klaagster verwijt de notaris ernstig nalatig te zijn bij de afwikkeling van de nalatenschap. Zij stelt dat de notaris haar afspraken niet nakomt. Als voorbeelden noemt klaagster dat de notaris niet heeft voldaan aan haar toezegging op 12 december 2012 jegens de kantonrechter om voor de kerstdagen een boedelbeschrijving van de nalatenschap op te maken, dat de notaris de noodzakelijke stukken niet aan de belastingdienst heeft toegestuurd en dat de notaris niet reageert op verzoeken van klaagster alsook van de Rabobank, de accountant en de inmiddels benoemde vereffenaar.

Klaagster stelt dat door de handelwijze van de notaris haar zoon [M] grote financiële schade lijdt of dreigt te lijden.

4. Het verweer

De notaris betoogt dat het hier een complexe nalatenschap betreft. Zij wijst erop dat van de boedel deel uitmaakt het aandeel in het autobedrijf dat de erflater met zijn broer exploiteerde. Volgens de notaris bestond er tussen partijen onenigheid wat er met het bedrijf diende te gebeuren, waarbij ook de bank een rol speelde. De notaris is van mening dat zij, gegeven de omstandigheden, klaagster in voldoende mate heeft geïnformeerd en zich zeer heeft ingespannen voor de afwikkeling van de nalatenschap. De notaris erkent wel dat zij noodzakelijke bescheiden niet heeft overgelegd aan de belastingdienst, althans de belastingdienst niet ervan op de hoogte heeft gesteld dat er discussie was tussen partijen over de financiële gegevens. Wat betreft de toezending van de boedelbeschrijving aan de kantonrechter, stelt de notaris dat die wel heeft plaatsgevonden, maar, als gevolg van persoonlijke omstandigheden, niet vóór de afgesproken datum.

5. De motivering van de beslissing

5.1 Volgens artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De Kamer dient dus te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert en overweegt daartoe het volgende.

5.2 Zeker in het geval de afwikkeling van een nalatenschap gecompliceerd is, dient een notaris-executeur voldoende duidelijk met de erfgenamen te communiceren. Dit houdt onder meer in, dat de notaris niet alleen mondeling informatie verschaft, maar deze informatie ook tijdig en schriftelijk vastlegt. Dit geldt evenzeer voor de afspraken die de notaris met de erfgenamen maakt.

Nu het, volgens de notaris, in het voorliggende geval gaat om een complexe nalatenschap, lag het op haar weg om klaagster, als wettelijke vertegenwoordigster van [M], op de hiervoor genoemde wijze te benaderen. Dat de notaris dit ook steeds heeft gedaan, is onvoldoende aannemelijk geworden. Volgens haar mededeling ter zitting, heeft de notaris wel steeds in grote lijnen klaagster geïnformeerd, maar niet altijd tijdig. De notaris stelt weliswaar voorts, dat zij de afspraken schriftelijk heeft vastgelegd en per e-mail informatie heeft verschaft, maar zij heeft deze stelling niet met stukken gestaafd. In ieder geval heeft de notaris niet aangetoond dat zij, als zij om welke reden dan ook haar afspraken niet kon nakomen, klaagster daarvan in voldoende mate op de hoogte heeft gebracht. De Kamer is van oordeel dat de notaris klaagster ontoereikend tijdig heeft geïnformeerd. De klacht is in zoverre gegrond.

Dat de notaris ook niet heeft geantwoord op verzoeken van anderen dan klaagster, wordt door klaagster niet met bescheiden of anderszins onderbouwd. Op dit punt is de klacht ongegrond.

5.3 Is, gelet op de ingewikkeldheid van de nalatenschap, de hiervoor genoemde handelwijze van de notaris, hoewel onjuist, nog wel verklaarbaar, dit laatste geldt zeker niet voor de omissie van de notaris om tijdig de bescheiden bij de fiscus in te dienen. Onweersproken staat vast dat het tot de taak van de notaris behoorde die bescheiden aan te leveren en dat zij

daarmee in gebreke is gebleven. Voor zover de notaris niet in staat was de gegevens te verstrekken, heeft zij evenmin stappen ondernomen om de belastingdienst daarvan op de hoogte te brengen. Uit de verklaring van klaagster valt af te leiden dat de fiscus inmiddels ambtshalve aanslagen heeft opgelegd en dwangbevelen heeft doen uitgaan. Aangenomen moet worden dat deze achterwege zouden zijn gebleven indien de notaris de noodzakelijke actie had ondernomen. Ook op dit punt is de klacht gegrond.

5.4 Dat geldt eveneens wat betreft het verwijt dat de notaris niet tijdig de boedelbeschrijving aan de kantonrechter heeft overgelegd. Uit de verklaring van de notaris ter zitting en uit de door klaagster overgelegde brief van de griffier van de rechtbank Noord-Nederland van 4 februari 2013 volgt dat de notaris niet heeft voldaan aan haar toezegging ter zitting van 12 december 2012 op dit punt. Van de notaris mocht worden verwacht dat zij de afspraak met de rechterlijke instantie zou nakomen.

5.5 De conclusie van de Kamer is dat de notaris, ondanks inspanningen, is tekortgeschoten in de correcte afwikkeling van de nalatenschap. Daarbij neemt de Kamer de notaris het met name kwalijk, dat zij jegens de belastingdienst in gebreke is gebleven, hetgeen grote financiële consequenties kan hebben voor [M], en dat zij haar afspraak met de kantonrechter niet is nagekomen. De Kamer acht de klacht dusdanig ernstig dat zij de notaris de tuchtrechtelijke maatregel van berisping zal opleggen.

6. De beslissing

De Kamer van Toezicht

verklaart de klacht zoals hiervoor overwogen gegrond en legt de notaris daarvoor de tuchtrechtelijke maatregel van berisping op.

Deze beslissing is gegeven door mr. O. Nijhuis, plv. voorzitter, mrs. F. Ton,

T.K. Lekkerkerker, I. van Dorp en A.A.H.M. Derks, plv. leden, en in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2013.

De secretaris De plv. voorzitter