ECLI:NL:TNOKARN:2013:6 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2012/13

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2013:6
Datum uitspraak: 08-01-2013
Datum publicatie: 25-07-2013
Zaaknummer(s): 07.831/2012/13
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De notaris had (aanvankelijk onzakelijke) kritiek op een akte van klagers, zijnde collega-notarissen. Klagers verwijten de notaris dat hij hen met weinig respect heeft bejegend, hetgeen effect had op derden, onder wie cliënten van klagers. De notaris is ook slechts onder de voorwaarde dat hij daarvoor door klagers betaald zou worden bereid geweest om zijn (zakelijke) kritiek schriftelijk aan klagers kenbaar te maken. Klachten ongegrond.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-

NOTARISSEN TE ARNHEM

Kenmerk: 07.831/2012/13

Beslissing van de Kamer van Toezicht te Arnhem op de klacht van

[A] en [B] ,

notarissen te […]

klagers,

tegen

[…] ,

notaris te […],

gemachtigde: mr. J. Schröder, advocaat te Nijmegen.

Partijen zullen verder klagers en de notaris worden genoemd.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- een brief met bijlagen van klagers van 3 mei 2012;

- een brief met bijlagen van de notaris van 31 mei 2012;

- een brief met bijlagen van de notaris van 31 oktober 2012;

- de pleitaantekeningen van de notaris.

2. De feiten

2.1 Op 27 mei 2011 zijn, voor zover hier van belang, een drietal aktes gepasseerd voor [A] in verband met een reorganisatie van [C] te […]. Er dienden deelnemingen in [D] (hierna te noemen: [D]) en [E] te worden ingebracht in een nieuw op te richten vennootschap.

2.2 De notaris is de vaste notaris van [D] en hij voert onder meer het beheer over de aandeelhoudersregisters van de diverse tot het concern van [D] behorende vennootschappen.

2.3 Op 11 juli 2011 stuurt de notaris een e-mailbericht naar de bedrijfsjuriste van [D] met de volgende inhoud:

“(…) Ik heb de stukken van [C] bekeken op twee punten.

(...)

Ad 2. In de akte aandelenfusie van 27/05/11 is getracht de aandelen (…) in te brengen in [F]. Ik denk dat Hans Kazan van deze akte nog veel kan leren. (…)”

2.4 Medio juli 2011 worden klagers door [C] opmerkzaam gemaakt op het bewuste e-mailbericht van de notaris. [C] vraagt klagers om opheldering over de opmerking van de notaris.

2.5 Klagers nemen vervolgens contact op met de notaris en vragen hem om zijn inhoudelijke kritiek aan hen kenbaar te maken, opdat zij kunnen bezien of de kritiek tot aanpassingen of verbeteringen zou moeten leiden.

2.6 De notaris verklaart dat hij dit uitsluitend wenst te doen wanneer klagers hem daartoe schriftelijk opdracht geven en toezeggen zijn uit te brengen adviesnota te zullen voldoen.

2.7 Op 12 augustus 2011 sturen klagers een brief naar de notaris, waarin zij gebruik maken van het aanbod van de notaris om zijn bevindingen met klagers te delen. Die brief vermeldt: “Uw nota voor uitsluitend die opgave kunt u aan mijn kantoor toezenden.”

2.8 Op 17 augustus 2011 stuurt de notaris een brief met zijn bevindingen. Enige tijd later stuurt de notaris klagers zijn declaratie.

2.9 Bij brief van 29 februari 2012 heeft de notaris zijn excuses aangeboden voor het maken van de opmerking “Ik denk dat Hans Kazan van deze akte nog veel kan leren.”

3. De klacht en het verweer

3.1 Klagers verwijten de notaris dat hij heeft gehandeld in strijd met hetgeen een notaris betaamt. De klachten betreffen de volgende onderdelen:

1. klagers vinden de opmerking van de notaris dat “Hans Kazan van deze akte nog veel kan leren” niet alleen weinig chic, maar ook van weinig respect voor een collega-notaris getuigen;

2. de notaris had zich het effect moeten realiseren van deze opmerking op derden, onder wie eigen cliënten van klagers;

3. de wijze waarop de notaris zijn kritiek heeft gecommuniceerd; het had voor de hand gelegen dat de notaris zijn kritiek eerst aan klagers kenbaar had gemaakt;

4. de notaris is slechts bereid geweest om zijn kritiek aan klagers toe te vertrouwen wanneer zijn werkzaamheden ter zake vergoed zouden worden.

3.2 De notaris voert gemotiveerd verweer. De Kamer zal, voor zover van belang, hieronder nader op het verweer van de notaris ingaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 98 lid 1 Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij de zorg die zij als notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. De Kamer overweegt daartoe als volgt.

Klachtonderdelen 1 en 2:

4.2 De notaris heeft klagers in zijn brief van 29 februari 2012 zijn excuses aangeboden voor zijn opmerking dat “Hans Kazan nog veel van deze akte kan leren” (hierna te noemen: de Hans Kazan-opmerking). Hij heeft erkend dat hij dit niet zo had moeten verwoorden. Voorts heeft de notaris ter zitting erkend dat hij zich had moeten realiseren dat klagers zijn kritiek via [D] te horen zouden krijgen.

4.3 De Kamer stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat de notaris de Hans Kazan-opmerking niet had moeten maken, daar deze inhoudelijk niets toevoegde aan het commentaar van de notaris op de akte en slechts klagers als goochelaars neerzette. De notaris had zich het effect van die opmerking op derden moeten realiseren, hetgeen de notaris ook heeft erkend. De Kamer acht de opmerking niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het staat de notaris vrij om kritiek te hebben op een akte van collega’s. De Kamer overweegt dat de kritiek ook vragen bij klagers zou hebben opgeroepen over de kwaliteit van de aktes, indien de notaris zijn kritiek uitsluitend op een zakelijke wijze had gegeven. De notaris heeft die kritiek gemotiveerd inhoudelijk aan zijn cliënten gemaild. De Kamer acht het onvoldoende aannemelijk dat juist de Hans Kazan-opmerking de onrust bij cliënten van klagers heeft veroorzaakt en de Kamer acht dit klachtonderdeel dan ook ongegrond.

4.4 De klagers hebben verklaard dat zij de oprechtheid van de excuses van de notaris in twijfel trekken, een grondslag voor die stelling hebben zij niet gegeven, zodat de Kamer daaraan voorbij gaat.

Klachtonderdeel 3

4.5 De notaris heeft betwist dat het voor de hand had gelegen dat hij zich met zijn kritiek eerst tot klagers had gewend in plaats van de kritiek te uiten tegenover zijn opdrachtgever, namelijk de bedrijfsjuriste van [D]. Hij stelt dat hij de bewuste akten pas na het passeren ervan onder ogen kreeg, toen de bedrijfsjuriste van [D] hem verzocht om zijn opmerkingen hierover met hen te delen. De notaris stelt dat hij mogelijk in strijd met zijn geheimhoudingsplicht had gehandeld, indien hij op eigen initiatief contact met klagers had opgenomen.

4.6 De Kamer overweegt dat er geen regel is die voorschrijft dat een notaris zich eerst tot zijn collega moet wenden indien hij kritiek op diens akte heeft. Bovendien heeft de notaris, onweersproken door klagers, gesteld dat hij de akten pas onder ogen kreeg nadat deze waren gepasseerd. De Kamer acht dit klachtonderdeel ongegrond. Dat [B] voor het passeren van de akten telefonisch met de notaris heeft afgesproken dat de notaris de aandeelhoudersregisters zou gaan bijwerken nadat de akten zouden zijn gepasseerd, maakt dit niet anders.

Klachtonderdeel 4

4.7 De Kamer acht klagers ontvankelijk in het klachtonderdeel dat ziet op de adviesnota van de notaris, omdat de klacht niet gaat over de hoogte van de declaratie, maar over de vraag of de notaris de voorwaarde mocht stellen dat hij zijn kritiek pas zou geven indien zijn werkzaamheden dienaangaande door klagers betaald zouden worden. De Kamer stelt vast dat klagers in hun opdrachtbrief van 12 augustus 2011 de notaris hebben verzocht om ook “een voorstel te doen over hoe de onjuistheid of onvolledigheid volgens uw inzichten kan worden weggenomen”. Nu klagers op deze wijze opdracht hebben gegeven om een Legal opinion op te maken, acht de Kamer het niet onredelijk dat de notaris als voorwaarde stelde dat hij daarvoor betaald zou worden. Dat de notaris zich dubbel heeft laten betalen voor dezelfde werkzaamheden, namelijk door [D] en klagers, zoals klagers stellen, treft naar het oordeel van de Kamer geen doel. Het ging om inhoudelijk complexe materie, die de notaris op verzoek van klagers bondig met een advies op papier moest stellen. Het commentaar met advies besloeg vier pagina’s. De opdracht kwam van klagers en uit het advies blijkt dat de notaris daarvoor werkzaamheden heeft verricht, waarvan niet blijkt dat die eerder voor [D] waren verricht.

De stelling van klagers dat de notaris uit collegialiteit zijn advies gratis had moeten geven is naar het oordeel van de Kamer onvoldoende onderbouwd.

4.8 De Kamer acht alle klachtonderdelen ongegrond.

5. De beslissing

De Kamer van Toezicht verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. L.A. van Son, plv. voorzitter,

mrs. A.J.V. Tierolff, T.K. Lekkerkerker, B.J. Engberts en A.A.H.M. Derks plv. leden, en in tegenwoordigheid van mr. C. van Schelven, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 8 januari 2013.

De secretaris De plv. voorzitter