ECLI:NL:TNOKARN:2013:2 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2012/25

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2013:2
Datum uitspraak: 05-06-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): 07.831/2012/25
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Na de aflossing van de hypothecaire lening is het restbedrag na meer dan twee maanden door de notaris overgeboekt naar Nationale Nederlanden. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris terecht met het overboeken naar Nationale Nederlanden gewacht tot zij beschikte over de bij het krediet behorende kenmerken. Met betrekking tot de communicatie tussen klager en de notaris ziet de kamer geen grond om aan te nemen dat de notaris daarin tekort is geschoten.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

klachtzaak 07.831/2012/25

BESLISSING

inzake: […],

wonende te […],

klager,

gemachtigde: H. Jagerman, medewerker van Support In Finance te Veghel;

tegen: […],

notaris te […],

hierna te noemen: de notaris.

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 26 september 2012 heeft klager een klacht, met bijlagen, ingediend tegen de notaris bij de Kamer van Toezicht voor notarissen en kandidaat notarissen te Arnhem, hierna te noemen de Kamer van Toezicht. Bij brief van 2 oktober 2012 is van de notaris verweer gevraagd. Van de notaris is geen verweer ontvangen.

1.2 Gelet op de wijziging van de Wet op het notarisambt (Wna) ingaande 1 januari 2013, is de behandeling van de klacht overgedragen aan de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem‑Leeuwarden, hierna de kamer.

1.3 De klachtzaak is ter zitting van 17 mei 2013 behandeld. Klager is niet in persoon verschenen, maar heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De notaris is in persoon verschenen.

2. Feiten

2.1 Gelet op hetgeen klager heeft aangevoerd en op basis van de door hem overgelegde stukken, alsmede gelet op het verhandelde ter zitting, gaat de Kamer uit van de volgende feiten.

2.2 Door de notaris is bij akte van 27 april 2012 tot levering aan de koper(s) overgegaan van de mede aan klager toebehorende woning aan [A] te [B], hierna het registergoed.

2.3 De notaris heeft klager bij brief van 26 maart 2012 geïnformeerd omtrent de verstrekte opdracht. De opdracht omvatte de akte van levering en het aflossen, royeren en doorhalen van de hypothecaire lening bij de Rabobank.

2.4 Voor het passeren van de akte van levering heeft klager de notaris telefonisch meegedeeld dat het na de aflossing bij de Rabobank resterende bedrag onder de notaris diende te blijven ter aflossing van een (deel van een) schuld (krediet) van klager en zijn toenmalige partner bij Nationale Nederlanden. In ieder geval diende het restant niet te worden uitbetaald aan klager en de mede-eigenaar (de toenmalige partner van klager).

2.5 De notaris heeft telefonisch contact opgenomen met Nationale Nederlanden. Daarbij is haar meegedeeld dat aflossing op het krediet niet via de notaris zou moeten lopen. De notaris heeft klager hierover geïnformeerd bij brief van 24 april 2012.

2.6 Desalniettemin heeft de notaris zich na de overdracht bereid getoond het na aflossing van de schuld aan Rabobank resterende bedrag onder zich te houden en dit bedrag aan Nationale Nederlanden te voldoen.

2.7 Betaling aan Nationale Nederlanden is - ondanks verzoeken van klager om tot betaling over te gaan - aanvankelijk uitgebleven, omdat de notaris niet over voldoende gegevens beschikte om tot betaling over te gaan.

2.8 Nadat de notaris op 18 juli 2012 de beschikking kreeg over de kenmerken van het krediet is zij tot overboeking naar Nationale Nederlanden overgegaan.

3. Standpunten

3.1 Klager stelt zich op het standpunt dat de notaris na levering van het registergoed niet tijdig tot het overmaken van gelden naar Nationale Nederlanden is overgegaan. Bovendien, zo stelt klager, heeft de notaris in dit verband niet goed, niet tijdig en soms helemaal niet gecommuniceerd met hem.

3.2 De notaris heeft ter zitting aangegeven dat zij wel schriftelijk verweer naar de kamer heeft gestuurd, maar dat dit de kamer kennelijk niet heeft bereikt. Op het verweer van de notaris ter zitting zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. Overwegingen

4.1 Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna (vanaf 1 januari 2013 artikel 93, eerste lid, Wna) is de notaris aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

4.2 Het voorgaande brengt met zich dat de kamer zich dient te beperken tot de vraag of sprake is van tuchtrechtelijk gezien laakbaar handelen van de notaris. Het al dan niet toewijzen van de door klager gevraagde schadevergoeding behoort niet tot de bevoegdheden van de kamer.

Het overboeken van gelden naar Nationale Nederlanden

4.3 De kamer stelt vast dat de notaris onbetwist heeft aangevoerd dat zij tot 18 juli 2012 niet beschikte over de juiste kenmerken om tot het betalen/ overboeken van het restantbedrag naar Nationale Nederlanden over te gaan. Zo is niet weersproken dat klager die gegevens ten tijde van de levering niet heeft overhandigd. De notaris heeft aangevoerd en naar het oordeel van de kamer aannemelijk gemaakt dat zij op verschillende manieren heeft getracht de juiste informatie van Nationale Nederlanden te verkrijgen en dat zij eerst nadat zij die gegevens ontvangen had tot betaling is overgegaan. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris terecht met het overboeken naar Nationale Nederlanden gewacht tot zij beschikte over de bij het krediet behorende kenmerken.

4.4 In zijn betoog dat de notaris in ieder geval al in mei 2012 tot het overboeken naar een rekeningnummer van Nationale Nederlanden had moeten overgaan, volgt de kamer klager dan ook niet. Immers, vanuit de juiste professionele houding van de notaris mocht worden verwacht dat zij wachtte met betalen tot het tijdstip dat zij een opgave van de kredietinstelling met daarbij de juiste betalingskenmerken had ontvangen.

4.5. Klager heeft aangevoerd dat de termijn tussen de overdracht en de betaling aan Nationale Nederlanden te lang is geweest. Echter, op geen enkele wijze is gebleken dat het aan de notaris heeft gelegen dat zij niet eerder dan in juli 2012 tot betaling aan Nationale Nederlanden heeft kunnen besluiten. Nog daargelaten dat de notaris deze overboeking/betaling onverplicht heeft verzorgd, acht de kamer in dit verband van belang dat ter zitting niet is betwist dat de notaris klager en zijn partner heeft meegedeeld dat zij de betaling zou verzorgen, maar dat de betaalgegevens moeten worden afgewacht.

4.6 De kamer is derhalve van oordeel dat de klacht over het niet tijdig overboeken van gelden naar Nationale Nederlanden ongegrond is.

De communicatie met de notaris

4.7 Met betrekking tot de communicatie tussen klager en de notaris is de kamer van oordeel dat de notaris in een kwestie als de onderhavige, waarin de informatie van een andere instantie moet worden afgewacht, geen andere mogelijkheid heeft dan die stand van zaken aan klager mee te delen. De kamer ziet geen grond om aan te nemen dat de notaris daarin tekort is geschoten. De notaris heeft onweersproken gesteld dat zij meerdere malen met klager contact heeft gehad/gezocht teneinde klager te informeren.

4.8 De kamer van oordeel is dan ook van oordeel dat de notaris ter zake van de communicatie met klager niet tekortgeschoten is en derhalve ook in dit opzicht niet klachtwaardig heeft gehandeld.

Mitsdien wordt als volgt beslist.

5 . Beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden,

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, plaatsvervangend voorzitter, mr. I.C.J.I.M. van Dorp, mr. P.F. Heuff, A. Roesink-Kragt en mr. G.J. Numan, leden en door mr. R.J. Jue, plaatsvervangend voorzitter in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2013.

De secretaris, De plaatsvervangend voorzitter,