ECLI:NL:TNOKARN:2013:17 Kamer van toezicht Arnhem AL/2013/12

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2013:17
Datum uitspraak: 30-07-2013
Datum publicatie: 08-08-2013
Zaaknummer(s): AL/2013/12
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Het feit dat het in depot gehouden bedrag een deel van de makelaarscourtage betrof, doet er niet aan af dat de depot-overeenkomst niet met klager maar alleen tussen de verkopers gesloten is. Daarover kan gezien de tekst van de akte geen misverstand bestaan. Bovendien heeft de notaris klager hierop onmiddellijk en uitdrukkelijk gewezen in zijn mail aan klager. De juistheid van de stelling van klager dat partijen overgekomen waren dat het bedrag te zijnen behoeve in depot werd gehouden, is niet aangetoond en is in strijd met de inhoud van de akte van depot. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Klachtzaak AL/2013/12

BESLISSING

inzake: [..],

wonende te [..],

klager;

tegen: [..],

notaris te [..],

hierna: de notaris,

gemachtigde mr. R.A. de Roo, advocaat te Nieuwegein.

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 24 januari 2013, met bijlagen, heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris bij de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, hierna de kamer.

1.2 De notaris heeft zich verweerd bij brief van 15 februari 2013.

1.3 De klachtzaak is ter zitting van 19 juli 2013 behandeld. Klager is in persoon verschenen. De notaris is eveneens in persoon verschenen, tezamen met zijn gemachtigde.

2. Feiten

2.1 Gelet op hetgeen klager en de notaris hebben aangevoerd en op basis van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, gaat de kamer uit van de volgende feiten.

2.2 Klager heeft, in zijn hoedanigheid van makelaar onroerend goed, zijn diensten verleend aan [A] en [B] , hierna te noemen verkopers, ter zake van de verkoop van hun woning in [..].

2.3 Het transport van de woning heeft op 17 mei 2010 ten kantore van de notaris plaatsgevonden. Daarbij was een medewerker van het kantoor van de makelaar aanwezig.

2.4 Ten tijde van het transport hebben verkopers aangegeven dat van de in rekening gebrachte makelaarscourtage een bedrag van € 12.000,= aan het kantoor van klager kon worden betaald. Verkopers hebben verder aangegeven dat een resterend deel ad € 4.919,13 in depot bij de notaris diende te blijven.

2.5 Door de notaris is op 17 mei 2010 een akte van depot opgesteld. In de akte zijn verkopers als partijen genoemd. In de akte is vastgelegd tussen de verkopers dat het bedrag ad € 4.919,13 bij de notaris in depot blijft tot dat overeenstemming is bereikt tussen partijen.

2.6 In een e-mailbericht van 17 mei 2010 is namens de notaris aan klager meegedeeld dat het bedrag ad € 4.919,13 een gedeelte van de courtagenota betreft dat op verzoek van de verkopers in depot wordt gehouden. Daarbij is uitgelegd dat verkopers gezamenlijk beschikkingsbevoegd blijven en derhalve ook terugboeking naar henzelf kunnen verlangen.

2.7 Met een email van 18 mei 2010 heeft klager de notaris meegedeeld dat hij van oordeel is dat de verkoper niet eenzijdig beschikkingsbevoegd is om het bedrag op te vragen en dat de notaris dit bedrag niet op eenzijdig verzoek mag uitkeren.

2.8 Op verzoek van de verkopers heeft de notaris het bedrag uit het depot op 17 november 2011 aan verkopers betaald.

3. Standpunten

3.1 Klager stelt zich op het standpunt dat de notaris ten onrechte is overgegaan tot betaling aan verkopers van het bij hem in depot gehouden bedrag ad € 4.919,13. Klager verwijst in dit verband naar de akte van depot van 17 mei 2010. Naar de mening van klager heeft de notaris onjuist gehandeld door tot betaling over te gaan, terwijl er tussen verkopers en het kantoor van klager overeenstemming zou zijn dat het in depot te houden bedrag voor klager gehouden werd.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. Overwegingen

4.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, Wna is de notaris aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

4.2 Op basis van de klacht van klager en het gestelde in het e-mailbericht van 18 mei 2010 constateert de kamer dat klager in de veronderstelling verkeerde dat het in depot gehouden bedrag alleen zou kunnen worden uitbetaald als ook hij daarmee zou instemmen. Nu dit anders is gelopen is het vertrouwen in de notaris en het notariaat volgens klager geschaad.

4.3 Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet klachtwaardig gehandeld. Het feit dat het in depot gehouden bedrag een deel van de makelaarscourtage betrof, doet er niet aan af dat de depot-overeenkomst niet met klager maar alleen tussen de verkopers gesloten is. Daarover kan gezien de tekst van de akte geen misverstand bestaan. Bovendien heeft de notaris klager hierop onmiddellijk en uitdrukkelijk gewezen in zijn mail aan klager van 17 mei 2010, waarbij de notaris benadrukt heeft dat alleen verkopers beschikkingsbevoegd met betrekking tot het in depot gehouden bedrag waren. Dat klager in zijn email van 18 mei 2010 aangeeft daar anders over te denken, doet er niet toe, omdat op dat tijdstip de akte van depot al verleden was. Wanneer klager zijn rechten op het in depot gehouden bedrag veilig wilde stellen, had hij na de mail van de notaris van 17 mei 2010 conservatoire maatregelen kunnen nemen. De juistheid van de stelling van klager dat partijen overgekomen waren dat het bedrag te zijnen behoeve in depot werd gehouden, is niet aangetoond en is in strijd met de inhoud van de akte van depot, waarvan klager expliciet in de mail van 17 mei 2010 in kennis is gesteld. Derhalve valt niet in te zien in welk opzicht de notaris onzorgvuldig of klachtwaardig jegens klager gehandeld heeft.

4.4 Uit het bovenstaande volgt dat de klacht ongegrond is.

Mitsdien wordt als volgt beslist.

5 . Beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden,

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, plaatsvervangend voorzitter, mr. I.C.J.I.M. van Dorp, mr. D.E.M.J. Eggels, mr. K.H.H.J. Kuhlmann en mr. V. Oostra, leden.

Uitgesproken in het openbaar door mr. R.J. Jue, plaatsvervangend voorzitter, in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris op 30 juli 2013.

De secretaris, De plaatsvervangend voorzitter,