ECLI:NL:TNOKARN:2013:11 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2013/28

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2013:11
Datum uitspraak: 19-06-2013
Datum publicatie: 25-07-2013
Zaaknummer(s): 07.831/2013/28
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Nalatenschap. Geschil tussen erfgenamen over (onder meer) benoeming van een vereffenaar. De kandidaat-notaris heeft op verzoek van een aantal erfgenamen een verklaring ten behoeve van de rechtbank opgesteld. De Kamer acht dat onder de gegeven omstandigheden niet klachtwaardig. Er is evenmin sprake van dubbel factureren als door klager gesteld. Er is sprake van een onjuiste omschrijving van gedeclareerde uren. De notaris heeft die verschrijving na ontdekking daarvan op zorgvuldige wijze hersteld.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: 07.831/2013/28 (klacht 6)

Beslissing van de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden op de klacht van

[..],

woonplaats kiezende te [..],

tegen

[..] ,

kandidaat-notaris te [..].

Partijen zullen verder als ‘klager’ en ‘de kandidaat-notaris’ worden aangeduid.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de brief met bijlagen van klager van 16 februari 2013, waarin de klacht tegen de kandidaat-notaris is neergelegd;

- de brief van de secretaris van de Kamer van 28 februari 2013;

- de brief van klager van 4 maart 2013;

- de brief met een bijlage van de kandidaat-notaris van 28 maart 2013;

- de brief van klager van 8 april 2013;

- de brief van de kandidaat-notaris van 2 mei 2013;

- de mondelinge behandeling van de klacht op 29 mei 2013, waarbij zijn verschenen klager, de kandidaat-notaris alsmede [A], notaris aan het kantoor waar de kandidaat-notaris werkzaam is;

- de pleitnotities van klager.

2. De feiten

2.1. De kandidaat-notaris is boedelnotaris in de nalatenschap van de moeder van klager, mevrouw [B]. De executeurs van deze nalatenschap waren twee zussen van klager.

2.2. Klager heeft, samen met zijn zus [C], bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch (zaaknummer ..) een verzoek gedaan tot benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap. Verweerders in de procedure zijn de vier overige zussen van klager, waaronder de twee (toenmalige) executeurs.

2.3. De kandidaat-notaris heeft, in het kader van voornoemde procedure, op verzoek van de advocaat van verweerders een verklaring opgesteld ten behoeve van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. De verklaring is gedateerd op 14 september 2012.

2.4. Op de declaratie van de kandidaat-notaris is vermeld dat op 13 september 2012 vijftien minuten zijn besteed aan het opstellen van de verklaring en op 20 september 2012 twee uur en veertig minuten.

2.5. De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft bij beschikking van 6 november 2012 het verzoek tot benoeming van een vereffenaar toegewezen. Daartegen is door verweerders in die procedure hoger beroep ingesteld bij het hof ’s-Hertogenbosch.

3. De klacht

3.1. Klager voert de volgende klachtonderdelen aan:

a. De kandidaat-notaris heeft (tenminste) de schijn van partijdigheid gewekt door het opstellen van de hiervoor onder 2.3. genoemde verklaring ten behoeve van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, terwijl daarom door de rechtbank niet was verzocht.

b. De kandidaat-notaris heeft de tijd gemoeid met het opstellen van de verklaring voor de rechtbank dubbel gefactureerd.

Klager stelt dat de kandidaat-notaris aldus in strijd met haar zorgplicht heeft gehandeld.

3.2. De kandidaat-notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De Kamer zal daarop hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: ‘Wna’) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij de zorg die zij als notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de kandidaat-notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. De Kamer overweegt daartoe als volgt.

4.2. De Kamer stelt voorop dat zij de klacht verstaat als louter gericht tegen de kandidaat-notaris, nu wordt geklaagd over handelingen die door haar zijn verricht en waarvan gesteld noch gebleken is dat [A], notaris op het kantoor, daarmee enige bemoeienis heeft gehad.

4.3. Met betrekking tot de door de kandidaat-notaris ten behoeve van de rechtbank ’s-Hertogenbosch opgestelde verklaring oordeelt de Kamer als volgt. De kandidaat-notaris heeft onweersproken gesteld dat de verklaring is opgesteld op verzoek van de advocaat van de executeurs, tevens verweerders in de procedure tot benoeming van een vereffenaar. De kandidaat-notaris heeft in haar verklaring beschreven wat haar rol is in de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager en haar visie gegeven op de mogelijke rol die een vereffenaar in dat verband zou kunnen vervullen. De Kamer acht het aldus opstellen van de verklaring door de kandidaat-notaris, zonder nadere toelichting die door klager niet is gegeven, niet klachtwaardig. De enkele omstandigheid dat de verklaring op verzoek van de advocaat van de executeurs, en niet op verzoek van de rechtbank is opgesteld, kan in ieder geval niet tot dat oordeel leiden. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

4.4. Ook de wijze waarop de kandidaat-notaris haar werkzaamheden in deze heeft gedeclareerd, is naar het oordeel van de Kamer niet klachtwaardig. De notaris heeft gesteld dat de omschrijving van de op 20 september 2012 verrichte werkzaamheden niet juist is. Op die datum is geen tijd besteed aan het opstellen van de verklaring. Deze was immers reeds aan de rechtbank verzonden. De op 20 september 2012 verrichte werkzaamheden bestonden uit het lezen en beantwoorden van een groot aantal (ongeveer 160) e-mails en overleg met de executeurs. Er is derhalve, anders dan klager stelt, geen sprake van tweemaal (‘dubbel’) gefactureerde werkzaamheden.

4.5. De kandidaat-notaris heeft onweersproken gesteld dat zij de executeurs heeft medegedeeld dat de declaratie voornoemde onjuiste omschrijving bevatte en hen heeft ingelicht over de gedeclareerde werkzaamheden. Hen is aangeboden een uitgesplitste en (nader) gespecificeerde factuur te verstrekken, doch onweersproken is dat de executeurs daaraan geen behoefte hadden. Aldus is sprake van een verschrijving die door de kandidaat-notaris op zorgvuldige wijze is hersteld. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

4.6. Gelet op het vorenstaande is de klacht ongegrond in al zijn onderdelen. Van handelen in strijd met de zorgplicht door de kandidaat-notaris is niet gebleken.

5. De beslissing

De Kamer voor het notariaat

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, fungerend voorzitter, mrs. M.J. Blaisse, W.J. Hordijk, B.F. Wesseling en H. Quispel, plv. leden en in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. van Leeuwen, secretaris, in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2013

De secretaris De plv. voorzitter