ECLI:NL:TNOKARN:2013:10 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2013/3
ECLI: | ECLI:NL:TNOKARN:2013:10 |
---|---|
Datum uitspraak: | 19-06-2013 |
Datum publicatie: | 25-07-2013 |
Zaaknummer(s): | 07.831/2013/3 |
Onderwerp: | Personen- en Familierecht |
Beslissingen: | Klacht ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Nalatenschap. De notaris is boedelnotaris. Klager vindt de afwikkeling van de nalatenschap te lang duren en meent dat de executeur zaken achterhoudt. De Kamer stelt voorop dat klager legitimaris is en de notaris derhalve jegens hem niet dezelfde verplichtingen heeft als jegens de erfgenamen. De notaris heeft desalniettemin, zonder separate opdracht daartoe, voor klager de hoogte van de legitieme portie berekend en bij de executeur aangedrongen op afgifte van de door klager bedoelde zaken. De lange duur van de afwikkeling van de notaris kan hem niet worden verweten. De klacht is ongegrond. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: 07.831/2013/3
Beslissing van de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden op de klacht van
[..],
wonende te [..],
tegen
[..] ,
notaris te [..].
Partijen zullen verder als ‘klager’ en ‘de notaris’ worden aangeduid.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de brief met bijlagen van klager van 24 december 2012, waarin de klacht tegen de notaris is neergelegd;
- de brief van de notaris van 23 januari 2013;
- de brief met bijlagen van klager van 13 maart 2013;
- de mondelinge behandeling van de klacht op 29 mei 2013, waarbij zijn verschenen klager en de notaris.
2. De feiten
2.1. Op 26 januari 2010 is de moeder van klager, mevrouw [A] (hierna: ‘erflaatster’), overleden. Erflaatster heeft tot haar erfgenamen benoemd haar buurvrouw, mevrouw [B] en voorts de stichting KWF Kankerbestrijding. Erflaatster heeft een legaat gemaakt aan [B] van haar sieraden. [B] is tevens tot executeur van de nalatenschap benoemd. De notaris is benoemd tot boedelnotaris.
2.2. De notaris is bij klager nagegaan of deze aanspraak wilde maken op zijn legitieme portie. Klager heeft dat gedaan.
3. De klacht
3.1. Klager voert aan dat de afwikkeling van de nalatenschap te lang duurt en voorts dat een aantal zaken uit de nalatenschap niet meer aanwezig zijn, althans niet door [B] ter beschikking worden gesteld. Klager heeft ieder vertrouwen in de notaris verloren.
3.2. De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De Kamer zal daarop hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.
4. De beoordeling van de klacht
4.1. Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: ‘Wna’) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij de zorg die zij als notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. De Kamer overweegt daartoe als volgt.
4.2. De Kamer stelt voorop dat klager, als legitimaris, niet geldt als erfgenaam en (dus) geen deelgenoot is in de nalatenschap. Klager heeft (enkel) de positie van (concurrent) schuldeiser. Dat maakt reeds dat de notaris, die als boedelnotaris de erfgenamen en (dus) executeur [B] dient bij te staan, jegens klager niet dezelfde verplichtingen als jegens erfgenamen/executeurs heeft. In dit licht dient de zorgplicht van de notaris jegens klager in deze te worden bezien. Anders dan klager kennelijk meent, had de notaris dan ook geen verplichting om ten behoeve van klager allerlei informatie te verzamelen of de legitieme portie te berekenen. Dat zou anders kunnen zijn indien klager daartoe opdracht aan de notaris zou hebben gegeven, maar dit is gesteld noch gebleken. De notaris heeft desalniettemin de legitieme portie van klager berekend en voorts, naar het oordeel van de Kamer op voldoende zorgvuldige wijze, getracht de door klager gewenste informatie bij [B] te achterhalen. De notaris is daarin deels geslaagd (met betrekking tot de door klager gewenste foto’s), doch niet alle door klager bedoelde zaken zijn achterhaald (zoals de collectie gouden munten). Dat kan naar het oordeel van de Kamer echter niet aan de notaris worden verweten omdat hij, ondanks de hiervoor bedoelde positie ten opzichte van klager, voldoende heeft gedaan om te trachten aan de verzoeken van klager gehoor te geven. Zo heeft de notaris [B] onder ede gehoord met betrekking tot de collectie gouden munten. Zij heeft (ook) toen verklaard dat zij die niet heeft aangetroffen.
4.4. De notaris heeft erkend dat de afwikkeling van de nalatenschap reeds geruime tijd duurt. Inmiddels is de legitieme portie van klager berekend, behoudens het (mogelijke) bedrag dat kan voortvloeien uit een aandeel dat erflaatster had in een nog onverdeelde erfenis. Het is begrijpelijk dat klager een en ander (te) lang vindt duren. De Kamer is echter van oordeel dat niet is gebleken dat dit aan de notaris te wijten is. Zowel op de snelheid van handelen van de executeur als op de afwikkeling van voornoemde andere nalatenschap heeft de notaris geen of slechts zeer beperkte invloed. De notaris heeft, zoals hiervoor weergegeven, voldoende gedaan om van de executeur de door klager gewenste informatie en zaken uit de nalatenschap te verkrijgen. Van klachtwaardig handelen door de notaris is naar het oordeel van de Kamer geen sprake.
5. De beslissing
De Kamer voor het notariaat
verklaart de klacht ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, fungerend voorzitter, mrs. M.J. Blaisse, W.J. Hordijk, B.F. Wesseling en H. Quispel, plv. leden en in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. van Leeuwen, secretaris, in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2013
De secretaris De plv. voorzitter