ECLI:NL:TNOKAMS:2013:YC0908 Kamer van toezicht Amsterdam 505417/NT 11-53 P

ECLI: ECLI:NL:TNOKAMS:2013:YC0908
Datum uitspraak: 22-01-2013
Datum publicatie: 07-02-2013
Zaaknummer(s): 505417/NT 11-53 P
Onderwerp: Ondernemingsrecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Gelet op de beperkte rol van de notaris in het onderhavige geval is de kamer van oordeel dat het handelen van de notaris weliswaar onverstandig, maar niet klachtwaardig is.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN

TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 januari 2013 in de klacht met nummers 505417 / NT 11-53 P van:

de vennootschap naar het recht van Anguilla, British West Indies

Koy Trading Limited,

kantoorhoudende te Pomona, Californië, Verenigde Staten van Amerika,

raadsman mr. H.C. Bollekamp te Amsterdam,

klaagster,

tegen:

[de notaris]

notaris te [vestigingsplaats],

raadsman mr. F. van der Woude te Amsterdam,

de notaris.

Het verloop van de procedure

De kamer gaat uit van de volgende stukken:

- klaagschrift met bijlagen, ingekomen op 2 december 2011;

- verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 24 februari 2012;

- repliek met bijlagen, ingekomen op 5 april 2012;

- dupliek, ingekomen 18 mei 2012;

- overlegging productie notaris, ingekomen op 8 november 2012.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 13 november 2012 is klaagster verschenen bij haar raadsman. De notaris is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman. Partijen hebben het woord gevoerd, de raadsman van de notaris aan de hand van een pleitnotitie. De notaris heeft een productie overgelegd. Uitspraak is bepaald op 22 januari 2013.

1. De feiten

De kamer gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden:

a. Eind januari 2011 is de notaris benaderd door een zekere [A], die op zoek was naar een escrow agent in verband met de hierna onder b genoemde transactie.

b. Op 31 januari 2011 heeft klaagster, een investeringsmaatschappij, een overeenkomst (Fund Deposit Management Agreement) gesloten met de vennootschap naar Spaans recht Blanbak 21 S.L. (hierna: Blanbak). Samen met Fornex Group Swiss (hierna: Fornex) vormt Blankbak een investeringsdienstverlener. In deze overeenkomst heeft klaagster zich – kort gezegd – verplicht om gedurende een jaar een bedrag van USD 800.000 aan Blanbak ter beschikking te stellen, gedurende welke periode Blanbak dat bedrag zou gebruiken ter investering en belegging. Blanbak heeft zich verplicht de eerste winst, van ten minste 125% van de investering (derhalve USD 1 miljoen), binnen negentig dagen aan klaagster uit te betalen. Als zekerheid voor de nakoming van deze verplichting heeft Blanbak zich verplicht om ten gunste van klaagster een bankgarantie stellen ter hoogte van 125% van het investeringsbedrag. Met Blanbak is klaagster overeengekomen dat zij, zodra zij haar investering met 25% winst uitgekeerd heeft gekregen, de bankgarantie zal retourneren. De overeenkomst is gebaseerd op “best effort”. De geldstromen zijn in de overeenkomst als volgt opgezet. Klaagster stort USD 800.000 in escrow op de kwaliteitsrekening van de notaris. Blanbak stelt ten gunste van klaagster een bankgarantie voor een bedrag van

USD 1 miljoen. Zodra de bankgarantie was gesteld, zou de notaris het betreffende bedrag aan Blanbak overmaken.

c. Op 1 februari 2011 heeft de notaris de volgende e-mail aan [B] (verbonden aan klaagster, KvT) en [A] verzonden:

“As discussed I concludes as follows:

1. Mr [B] and mr [A] would like to send an amount of money on my third money account of ABN AMRO

2. At the moment I received that amount I will declare it to Blanbak 21 SL

3. Blanbak 21 SL will organise by Swift a guarantee by Hannover Insurance Company

4. The ABN AMRO will verifie this guarantee on my demand

5. This verification exists in an control of the Swift transfer and a contact with Hannover Insurance Company

6. The ABN AMRO will only declare that the gurantee will be a real guarantee from HIC. She will not take any responsability for that declaration.

7. I will hand over this declaration to mr [B] and mr [A]

8. Mr [B] and mr [A] will instruct me to transfer the amount to Blanbak 21 SL afther reading the verification of the guarantee by ABN AMRO

9. Mr [B] and mr [A] are the only responsibles for this transaction

10. I only will transfer the amount of money by instructions of Mr [B] and mr [A]

11. I will not be responsible for the verification of ABN AMRO or the transfer or any other relation according to this tranaction. (…)

d. [A] heeft deze e-mail de volgende dag als volgt beantwoord:

“Met Uw te volgen punten en te nemen stappen ga ik geheel accoord. ’t lijkt mij dat Mike ([B], KvT) evenens accoord is. (…)”

e. [A] heeft op 3 februari 2011 aan [B] geschreven:

“I spoke [de notaris] this morning.

He stated that he has understood all (…) and agreed the transaction. He is going to follow the appr. 12 “steps”, which he earlier mentioned in his mail to us. (…)”

f. [B] heeft deze e-mail diezelfde dag nog als volgt beantwoord:

“I think we are there but I just need an agreement with accountholder notariskantoor [van de notaris] that we both sign so we have something in writing between us regarding scope and services provide and when to release the US$800,000. Please ask accountholder notariskantoor [van de notaris] to send me a one page agreement for me to review and sign (…)”

g. Op 4 februari 2011 heeft de notaris in een e-mailbericht aan [A] geschreven: “Op navraag bij de ABN AMRO heb ik hen gevraagd of ik hen aansprakelijk kan houden indien er later toch een gebrek zit in de bank garantie. De bank heeft dit ontkend en wijst dus elke aansprakelijkheid terzake af. Ikzelf weet helemaal niets van bankgaranties. (..) Mike wil maar 1 ding goed afspreken: Wanneer de garantie is binnengekomen, wil hij dat de bankgarantie gecontroleerd wordt op echtheid. D.w.z., hij vraagt of de ABN AMRO wil bevestigen: a, de garantie is echt, en b, de garantie is inderdaad afgegeven door de bank welke vermeld staat op de garantie en dat deze bank de garantie heeft geswift naar de ABN AMRO. (..) That’s it. Wat Mike in een later stadium wenst te doen of laten en wat wel of niet mogelijk is met de garantie is niet de verantwoording van de notaris of de ABN. (…)

h. Op 8 februari 2011 heeft de notaris ter uitvoering van het voorgaande een escrow agreement opgesteld. In deze overeenkomst is onder meer opgenomen:

“(…)

5. The Notary will verify the guarantee by ABN AMRO Bank N.V.

6. The Notary will inform the Investor (klaagster, kvt) about this verification.

7. The Investor will instruct the Notary after receiving a satisfied verification to sent the funds to the bank account of Blanbak (…)

9. The instruction to transfer the funds to Blanbank 21 SL is for risk of the Investor. He will be responsible for this transfer. The Notary only transfers the funds after instructions of Investor. (…)

11. This agreement of escrow ends when the guarantee is cashed by the Investor or returned to the provider of the guarantee, ordered by the Investor (approx 90 days) (…)”

i. Op 7 april 2011 heeft Bank Winter & CoAG te Oostenrijk in opdracht van Bond Worldwide Trading Limited te Tortola en ten behoeve van Koy Trading Limited een bankgarantie gesteld tot een bedrag van USD 1 miljoen. De tekst van de garantie luidt, voor zover van belang:

“WE HAVE BEEN INFORMED BY OUR CLIENTS (…) THAT THEY HAVE CONCLUDED WITH YOURSELVES AN AGREEMENT AS PER PRELIMINARY AGREEMENT DD. APRIL 4TH, 2011 FOR AN AMOUNT OF USD 1.000.000, -- IN CONNCETION WITH PURCHASE OF DIAMONDS. AT THE REQUEST OF MESSRS. BOND WORLDWIDE TRADING LTD, WE – BANK WINTER + COAG, VIENNA– HEREBY IRREVOCABLY GUARANTEE TO PAY TO YOU THE AMOUNT OF USD 1.000.000,-- (…) UPON RECEIPT OF YOUR FIRST WRITTEN DEMAND FOR PAYMENT AND YOUR CONFIRMATION THAT MESSRS. BOND WORLDWIDE TRADING LTD. HAVE FAILED TO DELIVER THE GOODS AS PER AGREEMENT.

FOR PURPOSE OF IDENTIFICATION YOUR REQUEST FOR PAYMENT AND YOUR CONFIRMATION HEREUNDER HAVE TO BE PRESENTED TO US THROUGH RABOBANK (…)

THIS BANK GUARANTEE COMES INTO FORCE ONLY, IF THE AMOUNT OF USD 1.000.000,-- HAS BEEN RECEIVED ON OUR ACCOUNT (…) WITH HSBC NEW YORK (…)

ANY DEMAND FOR PAYMENT COULD NOT BE MADE BEFORE MARCH, 23, 2012 (…)”

j. Op 8 april 2011 heeft klaagster de notaris naar aanleiding van de hiervoor weergegeven bankgarantie per e-mail geschreven:

“(…) I am not sure this language in the SWIFT message is acceptable to me regarding a payment cannot be made from the guarantee until 23MAR2012 if this is in fact what it means (…)”

k. Bij e-mail van 10 april 2011 heeft de notaris geantwoord, voor zover van belang:

“You can cash the guarantee 90 days after receiving the guarantee by Rabobank when Blanbak has failed in the agreement. In fact the guarantee can be cashed immediately, but the agreement says only after 90 days. (…) At this moment Rabobank does not have received the guarantee yet, because it has been send to ABN AMRO. ABN AMRO will send it to Rabobank. I informed Rabobank with a copy of the swift. I will be in contact with them.”

l. Op 12 april 2011 heeft de notaris per e-mail de ontvangst van de bankgarantie aan klaagster bevestigd. Die e-mail luidt:

“Today I received the message from Rabobank they received the BG760 by swift. (…) This means I will held from now on the funds on behalf of Blanbak and the 90 days will start today. (…)”

m. Blanbak heeft het overeengekomen bedrag van USD 1 miljoen niet binnen de afgesproken termijn van negentig dagen aan klaagster uitgekeerd. Klaagster is daarop met Blanbak overeengekomen dat de termijn zou worden verlengd met een periode van vier tot zes weken en dat klaagster hiervoor een participatiebonus zou krijgen van USD 8 miljoen, uit te betalen door Fornex. Blanbak is ook deze verplichting niet nagekomen.

n. Op 27 oktober 2011 heeft de notaris aan de raadsman van klaagster geschreven:

“Indien u namens de heer [B] mij het verzoek doet de BG te innen, dan ben ik vanzelfsprekend bereid dat voor de heer [B] te doen. (…)

Er zijn echter een aantal zaken in het belang van de heer [B] om nog even te wachten met het innen van de BG. Ik noem u er een aantal:

1. De heer [B] kan natuurlijk elk moment besluiten dat hij de BG wil innen. Feitelijk kan hij dat volgens mijn informatie pas doen per maart 2012 en door de bank uit te betalen in april 2012.

2. Het hele contract is gebaseerd op best effort. Volgens mededeling van Fornex is de afgesproken bonus van 8.000.000, - USA dollars vervallen indien een beroep op de BG wordt gedaan.

(…)”

o. Op 9 november 2011 heeft Rabobank aan de raadsman van klaagster geschreven, voor zover relevant:

“(…) Deze garantie is inderdaad afgegeven door Bank Winter + COAG in Wenen middels een gesleuteld SWIFT bericht en derhalve authentiek. Echter, de verbintenis van deze bank gaat pas in als een bedrag van 1 miljoen usd ontvangen is op de rekening van deze bank bij de HSBC bank in New York. Hoewel deze voorwaarde evident is, hebben wij [de notaris] uitdrukkelijk telefonisch en schriftelijk gewezen op deze voorwaarde. Tot op heden hebben wij geen bevestiging ontvangen van de garanderende bank dat zij dit geld ontvangen hebben. (…)”

p. Op 10 november 2011 heeft de notaris aan de raadsman van klaagster geschreven: “De heer [B] heeft destijds met Fornex een managementsovereenkomst gesloten. Ik kende Fornex niet en ik kende ook de heer [B] niet. Met de overeenkomst heb ik geen enkele bemoeienis gehad. De heer [B] heeft mij na het sluiten van de overeenkomsten gevraagd of ik escrowservice wilde verlenen. Dit hield in dat ik gelden van de heer [B] op mijn derdenrekening zou ontvangen. Dat kon ik dan bevestigen aan Fornex die zich verbonden had een 125% BG te zullen stellen via mijn derdengeldrekening. Ik moest de BG controleren op de volgende feiten:

a. Is de BG daadwerkelijk van Bank Winter?

b. Is het bedrag juist?

c. Is de begunstigde juist?

(..) Ik heb u niet gezegd dat ik niet bereid ben de BG te cashen. Ik heb u gezegd dat het cashen geen onderdeel is van de escrowovereenkomst. Op uitdrukkelijk verzoek van de heer [B] wil ik mij daarmee wel belasten. Voorwaarde is dan zoals gezegd dat Fornex dan in gebreke moet zijn. U heeft dat in het telefoongesprek van 8 november bevestigd en bent daarmee akkoord waarbij u opmerkte dat de vraag of Fornex in het contract in gebreke is aan Bank Winter dient te worden voorgelegd. Mij lijkt het dat u die vraag aan Fornex dient voor te leggen. Ik vraag mij af of Bank Winter daarover wel een uitspraak kan doen. (…)

q. Op 11 november 2011 heeft de raadsman van klaagster aan de notaris geschreven: “Inmiddels is - zie de aan u doorgezonden brieven van de Rabo Bank en Bank Winter - komen vast te staan dat:

(a) de RABO bank u heeft gewezen op het voorwaardelijk karakter van de bankgarantie

(b) u cliënte niet heeft gewezen op het voorwaardelijk karakter van de bankgarantie

(c) de contragarantie niet bij Bank Winter is gestort, zodat de garantie van nul en generlei waarde is; (…)

r. De notaris heeft de raadsman van klaagster in een e-mailbericht geantwoord op 11 november 2011: ”Uit de berichtgeving van de Rabobank heeft u kunnen opmaken dat de BG een authentieke BG is en geen onzin zoals u denkt. Hij is tenslotte verstuurd per MT760. De enige voorwaarde waaraan nog dient te worden voldaan om de BG in te kunnen roepen is de voorwaarde dat Fornex niet aan haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan. Dat weet de Rabobank helemaal niet omdat ze het contract niet kennen en dat gaat de Rabobank ook helemaal niet aan. (..) Ik kan dan alleen maar concluderen dat de BG precies voldoet zoals deze in de overeenkomst is bedoeld. U ziet dat ook bovenaan de tekst van de BG staan: Standby letter of credit. Als de borg terecht wordt aangesproken, dan wordt hij gefund. Bij claiming is er een funding. Daat staat de bank voor. U legt een en ander verkeerd uit. (…) Tenslotte, als u het over mijn zorgplicht heeft, is het denk ik van groot belang dat ik uw cliënt heb gewezen op de gevolgen van het claimen van de BG. Dat lijkt mij van veel groter belang. De BG is echt wel goed.”

s. Een e-mail van 28 februari 2012 van Rabobank aan de raadsman van klaagster bevat de volgende passage:

“Het spreekt voor zich dat de verklaring (dat de diamanten niet zijn geleverd) conform de waarheid moet zijn. Mocht de uitbetalende bank (…) concrete aanwijzingen hebben dat deze verklaring inhoudelijk onjuist is, dan zal die bank – naar Nederlands recht althans – uitbetaling moeten weigeren vanwege het beginsel van “obvious fraud”, uit de jurisprudentie over bankgaranties wel bij u bekend (…). De Rabobank zegt dit omdat [de notaris] wel eens heeft laten vallen dat er van levering van diamanten geen sprake zou zijn; het zou om een lening gaan. Of dit waar is (en hoe dit zit naar een eventueel vreemd recht dat van toepassing is op de bankgarantie) onttrekt zich aan het blikveld van de Rabobank, maar het leek ons goed u hierop te wijzen. (…)”

t. Klaagster heeft via haar raadsman een claim onder de bankgarantie ingediend bij Bank Winter & Co. Op 29 maart 2012 heeft zij het volgende antwoord ontvangen:

“With regards to your request, please be informed that neither Koy Trading Ltd. nor Blanbak 21 SL are clients of our bank. Therefore, as you represent Koi Trading Ltd, we are legally not permitted to provide you with any information to the subject matter.

We will inform our client – the applicant under a.m. Bank Guarantee – to provide Koy Trading with all relevant information.

Furthermore we recommend Koy Trading Ltd. to verify, whether all conditions of the Bank Guarantee have been fulfilled and whether a claim for payment under said Bank Guarantee can be made. (…)”

2. De klacht

Klaagster stelt, samengevat weergegeven, dat de notaris zijn verplichting tot het verifiëren van de bankgarantie niet is nagekomen. Dit is hem volgens klaagster kwalijk te nemen, omdat hij als escrow agent het toetsingskader van de bank bepaalde. Hij heeft toegezegd dat de bank de garantie inhoudelijk zou beoordelen. Overigens geldt volgens klaagster dat

de notaris ook los van de contractuele verplichting uit de escrowovereenkomst, als een redelijk opererend notaris, haar had moeten waarschuwen voor de onjuistheden in de bankgarantie, die de waarde daarvan twijfelachtig maken. Hij was van deze onjuistheden op de hoogte. Klaagster vreest dat het een kwestie van tijd is alvorens met zekerheid vast komt te staan dat Bank Winter het gegarandeerde bedrag niet zal uitkeren.

Concreet maakt klaagster de notaris de volgende verwijten:

a) de notaris heeft blijk gegeven van een onjuiste taakopvatting c.q. interpretatie van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de escrowovereenkomst;

b) de notaris is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de escrowovereenkomst;

c) de notaris heeft de belangen van klaagster onzorgvuldig behartigd;

d) de notaris heeft klaagster onjuist geadviseerd en voorgelicht;

e) de notaris heeft zich bezig gehouden met zaken waarvan hij achteraf heeft erkend er geen verstand van te hebben, in een taal die hij onvoldoende machtig is, waardoor hij de belangen van klaagster heeft verkwanseld;

Door het voorgaande heeft de notaris zich volgens klaagster zodanig gedragen dat het vertrouwen in de beroepsuitoefening van de notaris, maar ook het vertrouwen in dat van het notariaat is geschaad.

3. Het verweer

3.1 De notaris voert als preliminair verweer dat klaagster niet-ontvankelijk is, omdat de door klaagster voorgelegde rechtsvragen, of de notaris blijk heeft gegeven van een onjuiste taakopvatting van zijn verplichtingen uit de escrowovereenkomst en of hij in dat kader jegens klaagster tekort is geschoten, niet ter beoordeling aan de kamer van toezicht staan omdat daarmee een uitspraak wordt gevraagd over een civiele rechtstoestand. Voor de beantwoording van de door klaagster voorgelegde vragen is immers nodig dat wordt vastgesteld wat partijen precies zijn overeengekomen. De vraag wat partijen precies zijn overeengekomen is een kwestie van uitleg. Het leerstuk van de uitleg van overeenkomsten is in civiele jurisprudentie uitgekristalliseerd. Een civiele procedure, waarin voornoemde vragen centraal staan, is al aanhangig.

3.2 Inhoudelijk voert de notaris, samengevat weergegeven, het volgende verweer. De tekst van de escrowovereenkomst moet worden uitgelegd in het licht van hetgeen partijen voorafgaand aan het opstellen van die overeenkomst hebben besproken. De notaris stelt van tevoren met [A] (de adviseur van [B]) en met [B] zelf te hebben afgesproken dat hij slechts een marginale rol zou spelen. Hij zou slechts de betrokken partijen informeren over elkaars verrichtingen en hoefde zich niet bezig te houden met de inhoud van de bankgarantie of de transactie. De notaris stelt dat hij aan klaagster kenbaar heeft gemaakt dat hij op dit punt niet deskundig is. Klaagster is akkoord gegaan met het door de notaris opgestelde stappenplan, waarin hij zijn taken zorgvuldig heeft afgebakend. Volgens de notaris blijkt uit niets dat het de bedoeling van partijen was dat de notaris de bankgarantie zelf ook inhoudelijk zou toetsen aan de onderliggende overeenkomst. Dit ligt volgens de notaris ook niet voor de hand, omdat hij steeds duidelijk heeft gemaakt dat hij niet deskundig is op het gebied van bankgaranties, terwijl klaagster een professionele partij is met eigen ervaring en deskundigheid. Klaagster heeft de tekst van de bankgarantie ook beoordeeld voor zij haar toestemming verleende tot het overmaken van de USD 800.000, - aan Blanbak.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wet op het notarisambt, zoals dat luidde vóór 1 januari 2013, zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De kamer dient te beoordelen of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. Aangezien het oordeel van de kamer zich daartoe beperkt en de kamer zich dus niet uitlaat over civielrechtelijke vragen over de inhoud van de bankgarantie en de afspraken tussen partijen, is klaagster ontvankelijk in haar klacht.

4.2 De zorgplicht van de notaris ten aanzien van klaagster strekte zich uit tot hetgeen in het

e-mailbericht van 1 februari 2011 met [B] (en [A]) in het te volgen stappenplan en later in de escrowovereenkomst is vastgelegd. De notaris heeft meerdere malen benadrukt geen verstand te hebben van bankgaranties. De kamer acht het op grond van de door partijen overgelegde producties, aannemelijk dat het de taak van de notaris was om de echtheid van de garantie (in de zin dat deze van de bewuste bank Winter & CoAG afkomstig was) door de ABN AMRO bank te laten bevestigen. Dat heeft de notaris gedaan. Klaagster heeft zelf de inhoud van de bankgarantie gecontroleerd.

4.3 Eerst toen de notaris in oktober 2011 door de raadsman van klaagster werd aangeschreven, is de notaris zich inhoudelijk gaan bemoeien met de zaak, door het geven van adviezen aan klaagster via haar raadsman. Hoewel de notaris zich beter had kunnen onthouden van het geven van adviezen - de notaris had immers gezegd dat hij geen kennis van zaken had op dit gebied – houdt de kamer in haar beoordeling rekening met het feit dat deze adviezen niet aan een juridische leek, maar aan een advocaat zijn gegeven.

De kamer acht het niet verstandig van de notaris om een opdracht te aanvaarden voor bemoeienissen met een transactie die tenminste vragen opriep, waarvan bovendien onduidelijk was waarom daar notariële bemoeienis voor nodig was (in plaats van die van een bank), met buitenlandse cliënten, die hij niet kende en van wie hij de hoedanigheid niet kon toetsen zonder voldoende kennis van de onderliggende afspraken en ten aanzien van een onderwerp waarvan hij naar eigen zeggen geen verstand had.

Gelet op de beperkte rol van de notaris in het onderhavige geval is de kamer echter van oordeel dat dit handelen van de notaris weliswaar onverstandig, maar niet klachtwaardig is.

4.4 Dat leidt tot de volgende beslissing.

Beslissing

De kamer van toezicht:

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.Y.C. Poelmann, voorzitter, O.J. van Leeuwen,

J.P van Harseler, F.L.M. van de Graaff en A.J.H.M. Janssen, leden, in tegenwoordigheid van

mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2013.

Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen 30 dagen na de dag van verzending van de aangetekend verzonden kennisgeving.