ECLI:NL:TNOKAMS:2013:18 Kamer van toezicht Amsterdam 534309/NT 13-1 J

ECLI: ECLI:NL:TNOKAMS:2013:18
Datum uitspraak: 05-12-2013
Datum publicatie: 13-12-2013
Zaaknummer(s): 534309/NT 13-1 J
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met berisping
Inhoudsindicatie: De kern van de klacht ligt naar het oordeel van de kamer in het nalaten van de notaris om bij klaagster te verifiëren of zij het eens was met de door [B] aan de notaris voorgestelde wijziging in de tussen partijen gesloten overeenkomst. Tot de taak van een notaris behoort dat hij nagaat of partijen zich ten volle realiseren wat de te tekenen akten inhouden en of zij daarmee instemmen. In het onderhavige geval had het op de weg van de notaris gelegen om ofwel na het telefoongesprek met [B] met klaagster contact op te nemen, en/of in het e-mailbericht van 13 april 2012 aan [A] te melden dat de afrekening afweek van de oorspronkelijke bedoeling van partijen, zoals in de conceptakten vastgelegd en dat de akten daarom zouden worden aangepast. Ook voorafgaand aan het passeren op 17 april 2012 had de notaris (die immers zelf heeft verklaard verbaasd te zijn over het feit dat [A] niets van zich had laten horen) nog bij klaagster kunnen en moeten informeren of zij van de wijziging kennis had genomen. Dat klaagster een professionele partij is, doet aan die verplichting van de notaris niet af. Berisping.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing van 5 december 2013 in de klacht met nummer 534309 / NT 13-1 J van:

[naam BV],

gevestigd te [plaats],

raadsman: mr. L. de Jong,

klaagster,

tegen:

[naam notaris],

notaris te [plaats],

de notaris.

  1. Het verloop van de procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

- de klacht met bijlagen van 14 januari 2013;

- het verweerschrift met bijlagen van 11 februari 2013;

- de repliek van 12 maart 2013;

- de dupliek met bijlagen van 12 april 2013.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 3 oktober 2013 zijn klaagster en de notaris verschenen; namens klaagster is [naam bestuurder] verschenen, bijgestaan door zijn raadsman. Op de zitting hebben partijen het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities. Uitspraak is bepaald op heden.

  1. De feiten

De kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:

  1. Klaagster is in 2003 een samenwerkingsverband aangegaan met de besloten vennootschap [naam B.V.], (hierna: [BV X]). Zij hielden ieder 50% van de aandelen [naam B.V.] (hierna: [kantoor Y]) en [naam B.V.] (hierna: [kantoor Z]).
  2. De heer [naam bestuurder klaagster] (hierna: [A]) is aandeelhouder/bestuurder van [klaagster]. De heer [naam] (hierna: [B]) is aandeelhouder/bestuurder van [BV X]. Beiden zijn werkzaam als advocaat.
  1. De werk-BV [van kantoor Z] had het kantoorpand aan [straat en nummer te Z] in eigendom, waarop een hypotheek van de ABN AMRO bank NV (hierna: de bank) rustte (per 28 juli 2011 groot € 126.920,-).
  2. Sinds 2009 is tussen klaagster en [BV X] gesproken over beëindiging van de samenwerking. Nadat eerdere pogingen om overeenstemming te bereiken waren mislukt, hebben klaagster en [BV X] op 28 juli 2011 met behulp van de bemiddeling van de Deken van de [naam plaats] Orde van Advocaten een aantal afspraken gemaakt over de afwikkeling van de samenwerking.
  3. In een e-mailbericht van 1 augustus 2011 heeft [B] een inventarisatie van de op 28 juli 2011 gemaakte afspraken (in de vorm van een concept) aan [A] en de Orde van Advocaten toegezonden. Dit bericht houdt – voor zover van belang – het volgende in:

“Bijgaand treft u een inventarisatie aan van de afspraken tussen de heren [A] en [B] met betrekking tot de ontvlechting van de besloten vennootschappen, thans nog genaamd, [kantoor Y en kantoor Z]. Daar waar in deze inventarisatie wordt gesproken over [A] en [B] worden daarmee tevens hun beheermaatschappijen [klaagster] respectievelijk [BV X], waar van toepassing en benodigd, bedoeld.

1. [A] (lees [klaagster]) neemt de 50% aandelen van [B] (lees BV X) over van [kantoor Y] zonder nadere verrekening per 1 augustus 2011.

2. [B] (lees [BV X]) neemt 50% van de aandelen van [A] (lees [klaagster]) over van [kantoor Z] per 1 augustus 2011 en betaalt daarvoor € 132.500,- op de volgende wijze:

3. [A] of een daartoe door hem aan te wijzen besloten vennootschap neemt van [kantoor Z] in eigendom over het kantoorpand [te Z]. De waarde van het pand is door partijen bepaald op € 237.000,-. De stand van de hypothecaire lening met betrekking tot het pand [te Z] per 1 augustus 2011 € 126.920,- wordt van die bepaalde waarde afgetrokken. Van het restantbedrag daarvan wordt de helft € 55.040,- aangemerkt als zijnde een deelbetaling van het bedrag wat [B] aan [A] is verschuldigd met betrekking tot het bepaalde onder 2 van deze inventarisatie. Het restantbedrag € 77.040,- wat [B] nog dient te voldoen wordt omgezet in een geldlening waarvan [klaagster] de schuldeiser is en [BV X] de schuldenares. De rente van de lening wordt bepaald op 4% per jaar. Deze lening is boetevrij en in zijn geheel aflosbaar. Dit laatste, mede, omdat [B] een kredietaanvraag heeft gedaan bij banken. Zodra die ter beschikking komt wordt daarmee de lening aan [A] ineens afgelost. [A] zal daartoe nog een overeenkomst opmaken en aan [B] aanbieden.

4. [kantoor Z] sluit een huurovereenkomst af met [A], of met de BV die hij aanwijst als zijnde de nieuwe eigenaresse, met betrekking tot het pand [te Z] voor de periode van 5 jaar en voor een maandelijkse huur over die periode van € 1.500,- per maand exclusief BTW. [A] zal daartoe nog een huurovereenkomst opmaken en aanbieden. (…)”

  1. Ter uitvoering van de op 28 juli 2011 gemaakte afspraken is door partijen aan de notaris opdracht gegeven de noodzakelijke notariële akten op te stellen. Daartoe heeft een notarieel medewerker van de notaris als bijlagen bij een e-mailbericht van 21 oktober 2011 aan [A] gezonden:

· een ontwerp van de akte levering aandelen kantoor [Y];

· een ontwerp van de akte levering aandelen kantoor [Z];

· een ontwerp van de akte van geldlening ten behoeve van [klaagster] en ten laste van [BV X];

· een ontwerp van de akte van levering met betrekking tot het kantoorpand te [Z].

  1. Op 4 april 2012 heeft een notarieel medewerker van de notaris een ontwerp van de akte van aandelenoverdracht kantoor [Z] aan klaagster en [B] toegezonden en heeft daarin - voor zover van belang - vermeld: “(…) De enige wijziging ten opzichte van de u eerder toegezonden ontwerpen betreft de titel. In het eerdere ontwerp was sprake van koop, doch de [notaris] heeft zich gerealiseerd dat er niet sprake van koop is, doch dat de levering plaatsvindt ten titel van de ontvlechtingsovereenkomst. Dit zal op gelijke wijze in de akte van aandelenoverdracht [kantoor Y] en in de akte van overdracht van het pand [te Z] worden opgenomen. (…)”
  2. Op 12 april 2012 heeft de notarieel medewerker van de notaris de vier ontwerpakten (akte aandelenoverdracht [kantoor Y], akte aandelenoverdracht [kantoor Z], akte overdracht kantoorpand [Z] en akte geldlening) toegezonden aan [A] en diens boekhouder [naam boekhouder] (hierna: [de boekhouder]). In de begeleidende e-mail heeft een notarieel medewerker geschreven - voor zover van belang-: “(…) In verband met de ondertekening van diverse akten heb ik met de heer [B] een passeerafspraak gemaakt voor dinsdag 17 april as. Om 16.00 uur. Uw telefoniste heeft deze afspraak onder voorbehoud in de agenda gezet. (….) De akten zijn inhoudelijk niet meer veranderd, dit betreffen inderdaad nog wat tekstuele veranderingen. De afrekeningen volgen nog.”
  3. Op (vrijdag) 13 april 2012 om 12:57 heeft [de boekhouder] geschreven aan de notarieel medewerker (en de notaris): “(…) Akte van levering

In deze akte wordt een overnamesom genoemd van € 237.000,- terwijl middels deze levering slechts een verrekening van € 55.040,- bedoeld is. De overname van de hypothecaire lening wordt niet genoemd zoals ook niet de deling van de overwaarde. Dit was in de eerder akte ook het geval. Ook toen hebben wij daarop gewezen. Volgens jouw zeggen heeft de notaris jou verzekerd dat dit niets afdoet van de uitwerking van afspraken. Aangezien dit juridische kwesties zijn, kunnen wij niet beoordelen of dit juist is; (…)”

  1. Op 13 april 2012 om 15:48 uur heeft [B] aan de notarieel medewerker en aan de notaris geschreven: “Bijgaand de posten die verrekend dienen te worden met de verschuldigde huurpenningen vanaf 1 augustus 2011.(..) Betaling van de aandelen van [klaagster] van [kantoor Z] door [BV X] wordt anders. Volledige opbrengst van het pand (koopsom minus hypothecaire openstaande lening) naar [A] en aanvulling van restant door [BV X] welke op de derdenrekening van de notaris is gestort. Schuldvernieuwing kan eruit. Ik wil dat de overeenkomst tot verdeling aan de akte gehecht wordt en daar onderdeel van uitmaakt.(..) Voorts is het mij thans niet duidelijk of [A] onderling de openstaande hypotheek rechtstreeks aan de abn betaalt of via de notaris. Indien het onderling tussen [A] en de abn gaat wil ik voor de ondertekening van de aktes de vrijwaring van die hypothecaire lening zien.(..)”
  2. Op 13 april 2012 om 18 :1 6 uur heeft de notarieel medewerker aan [A] de afrekening met bijlagen verzonden : “(…) Ik verzoek u vriendelijk het saldo van de aflossing (zie bijlage, minus het bedrag dat u ontvangt, zijnde derhalve € 109.650,71) over te maken op ons rekeningnummer (..).”
  3. Op 17 april 2012 om 12.34 uur heeft de notaris aan [A] en [B] een e-mailbericht gezonden waarin het volgende wordt vermeld: ”Hierbij zend ik u een gewijzigd ontwerp van de akte van levering van het pand [te Z] en de akte van aandelenoverdracht in [kantoor Z]

De navolgende wijzigingen zijn aangebracht:

Akte levering [kantoorpand te Z]

- de heer [A] wordt in privé koper;

- bij de overnamesom is vermeld dat € 119.700,50 is voldaan door schuldovername en

€ 117.299,50 door verrekening. (Deze bedragen kon ik eerst zo opnemen nadat ik de gegevens van de afrekeningen had ontvangen); (…)

Aandelenoverdracht [kantoor Z]

- bij de overnamesom is opgenomen dat een bedrag van € 117.300,50 is voldaan door verrekening en dat een bedrag van € 15.199,50 is gestort; (…)

De afrekeningen ontvangt u separaat.”

  1. Op 17 april 2012 heeft de notaris een nota van afrekening aan klaagster toegezonden waarin onder door klaagster van [BV X] te ontvangen gelden onder meer het bedrag van € 9.702,11 volgens (meegezonden) bijlage. In de meegezonden bijlage is vermeld:

“Te betalen door [BV X] aan

[klaagster]

Overnamesom aandelen [kantoor Z] € 132.500,00

Overnamesom aandelen [kantoor Y] -/- € 1,00

Totaal € 132.499,00

Overnamesom pand [te Z] € 237.000,00

Af:

Overname hypotheek

ABN, volgens

Bijlage € 119.651,27

3x dag

Rente € 49,23

€ 119.700,50

Totaal -/- € 117.299,50

€ 15.199,50

Verrekening zakelijke

Lasten augustus 2011

t/m december 2012 € 824,06

vergoeding betaalde

hypotheekrente

aug. 2011 t/m

april 2012 € 4.673,33

-/- € 5.497,39

Totaal te voldoen € 9.702,11”

  1. Het passeren van de akten stond gepland op 17 april 2012 om 16:00 uur. De akte van levering van het kantoorpand [te Z] is als eerste akte gepasseerd: zowel [B], klager en de notaris hebben de akte getekend. Vervolgens is de akte van aandelenoverdracht [kantoor Z] getekend door [B] en [A]. Op het moment dat de notaris zijn handtekening wilde zetten, heeft klager opgemerkt dat er in plaats van vier akten, zoals hij verwachtte, drie akten ter ondertekening klaarlagen en dat de akte van geldlening ontbrak. Klager heeft toen aangegeven niet op de hoogte te zijn van de gewijzigde akten. Daarop heeft de notaris de akten teruggenomen.
  2. Op 18 april 2012 om 8.56 uur heeft de notaris aan [A] en [B] het navolgende geschreven: “Hier even het bericht over de juridische status van de akten:

1. De akte van levering van het pand is door jullie en mij ondertekend. De eigendom gaat over door inschrijving in het Kadaster. Ik zal de akte niet inschrijven. Ik heb dus een akte van levering, welke verder geen rechtsgevolg heeft. Het niet inschrijven heeft te maken met het feit, dat er ook niet betaald is. Immers, een gedeelte van de betaling zou plaatsvinden via verrekening met de aandelen overdracht (zie hierna).

2. De akte van aandelenoverdracht [kantoor Z] is door jullie ondertekend. Vervolgens hoor ik dan aansluitend mijn handtekening te zetten. Net op het moment, dat ik dat zou gaan doen, begon [A] over de akte van geldlening en is de verdere commotie ontstaan. Toen jullie weggingen, zei [B] nog: “Ik heb twee akten” en dat heb ik beaamd. Bij het opruimen van de dossiers zag ik dus, dat ik die akte van aandelenoverdracht niet heb mee-ondertekend en dat heb ik daarna ook niet gedaan. Die aandelenoverdracht heeft juridisch dus ook niet plaatsgevonden.”

  1. Diezelfde dag heeft de notaris aan [A] een e-mailbericht geschreven waarin het volgende - voor zover van belang - is vermeld: ”(…)

1. In de akten, die ik gistermorgen heb aangepast, heb ik de wijzigingen aangebracht, zoals die bleken uit een toevallige mail van [B] (…) en heb ik de aand.overdrachten aangepast aan de afrekeningen, zoals die eerder waren opgesteld). (…) Afgelopen woensdag ben ik geopereerd en afgelopen vrijdagmiddag pas ontving ik op mijn thuismail van [B] de cijfers. Ik heb constant contact gehad via een van de dames op kantoor en de afrekeningen met een bijlage zijn naar jou en [B] verzonden en dat was rond 18.00 uur. Ik had aan de medew. gevraagd dit ook naar [de boekhouder] te zenden en dat heeft ze ook gedaan, behoudens, naar ik gistern pas begreep, de bijlage. Ik zeg helemaal niet, dat ik [B] ergens de schuld van geef, maar de informatie was laat en achteraf wellicht te laat, zeker gezien de privé-omstandigheden, waarin ik verkeerde. (…) Achteraf gezien had ik gewoon beter kunnen zeggen, dat ik te laat de gegevens had ontvangen en dat het maar opgeschoven moest worden. Echter, gezien de gespannen verhouding tussen jullie, heb ik dat niet gedaan.

2. De bijlage heeft [de boekhouder] inderdaad niet gehad (zie onder 1). Ik heb [de boekhouder] vanmorgen uitgebreid aan de lij gehad en die berichtte mij, dat ik gezegd zou hebben, dat hij akkoord was. Ik weet niet precies wat er gisteren allemaak gezegd is, maar bij deze garandeer ik je, dat [de boekhouder] nimmer heeft gezegd, dat hij akkoord was.

3. Ik heb een mail van [de boekhouder] ontvangen (…) Ik kon daar absoluut geen chocola van maken. Ik was in de veronderstelling, dat [de boekhouder] de complete afrekening had, inclusief dus de bijlage, en dat maakte voor mij, dat het meer een mededeling was dan een vraag. (…)

4.en 5. Donderdagavond of vrijdagmorgen (ik denk het eerste) heb ik tel. contact gehad met [B]. [B] zei mij, dat hij niet van jou ging lenen, maar dat hij ging aflossen. Let wel, ik heb de ontwerpakten, incl. de lening, opgemaakt zonder dat er toen afrekeningen waren. Ik had toen geen enkel idee hoe het er voor wie dan ook financieel zou uitzien. [B] vertelde mij hoe hij dat ging doen en dat heb ik in de afrek. opgenomen. Ik heb je gisteren al verteld, dat wanneer er een lening tussen partijen is, dit op de afrek. van ieder van hen komt te staan en wel simpelweg ook, omdat mijn eigen boekhouding anders niet uitkomt. Er was geen lening in die afrek. opgenomen. Ik ben ervan overtuigd, dat wanneer [de boekhouder] die bijlage zou hebben ontvangen, hij direct zou hebben gezien, dat jullie het verhaal anders lezen dan [B] dat doet. Door die afrek. was de akte van lening voor mij ook niet meer aan de orde. (…)

7.en 8. Ik begrijp jouw visie en ook die van [B] en begrijp er ook helemaal niets van. Ik voel mij gesterkt door het feit, dat twee accountants de ov. ook totaal anders lezen. (…) Ik heb absoluut geen partij gekozen en willen kiezen voor jou of voor [B]. Het notarisambt schrijft onpartijdigheid voor en ik ben ook absoluut onpartijdig geweest. Het hele probleem is te wijten aan een slechte ov., te laat krijgen van de cijfers, het niet verzenden van de bijlage naar [de boekhouder] en een verkeerde vooronderstelling van mij. De eerste twee oorzaken zijn mij niet aan te rekenen en de derde –gegeven de omstandigheden, want dat vloeit voort uit het te laat krijgen van de cijfers – ook niet. De laatste reken ik mezelf wel aan, maar dan achteraf met de wetenschap, die ik nu heb.(…) Voor zover mij wat te verwijten valt, bied ik je dan ook mijn oprechte verontschuldigingen aan. (…)”

  1. Vervolgens heeft klaagster [BV X] gedagvaard teneinde [BV X] te doen veroordelen diens medewerking te verlenen aan het passeren van de notariële akten zoals deze op 12 april 2012 door de notaris in concept aan partijen zijn toegezonden, alsmede tot het ondertekenen van de concept huurovereenkomst, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [BV X]in de kosten van het geding.
  2. Bij vonnis van 12 juli 2012 heeft de rechtbank Alkmaar [BV X] onder meer veroordeeld haar medewerking te verlenen aan het verlijden van de vier in concept door de notaris op 12 april 2012 toegezonden akten van aandelenoverdracht, levering van het kantoorpand en geldlening, bij gebreke waarvan het vonnis bij wijze van reële executie in de plaats zou treden van de wilsverklaring van [BV X] bij het verlijden van de vier akten. Daarbij heeft de rechtbank overwogen onder 4.11 in het vonnis: “Tenslotte is op grond van hetgeen over en weer ter zitting is aangevoerd niet onaannemelijk te achten dat de door [klaagster] gegeven uitleg van de afspraken een betere reflectie vormen van de waarde die de aandelen vertegenwoordigden dan de uitleg die [B] (nu) voorstaat. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat [BV X] niet heeft weersproken dat er aanzienlijk onderhanden werk in de vennootschap zat (€ 150.000,-) en evenmin is ingegaan op de stelling dat de rentabiliteitswaarde van de onderneming bij een winst van rond € 22.500,- gesteld kan worden op € 270.000,-“
  3. Op 23 juli 2012 heeft de Belastingdienst aan [A] een schuldoverzicht gezonden, waaruit een totaal in te vorderen bedrag van € 39.831,- blijkt en wordt executoriaal beslag gelegd op het kantoorpand te [Z].
  4. Op 25 juli 2012 heeft de bank [A] een brief gezonden waarin het rekening-courant krediet ad € 117.880,43 wordt opgezegd.
  5. Op 31 juli 2012 heeft de bank [A] bericht dat zij zich genoodzaakt ziet tot algehele opeising van de vordering over te gaan indien klaagster niet omgaand een regeling met de Belastingdienst zou treffen ten aanzien van het gelegd executoriaal beslag als genoemd onder 2q hiervoor.
  6. Op 29 november 2012 heeft een kandidaat-notaris van [een ander notariskantoor] een e-mailbericht verzonden waarin - voor zover van belang – is vermeld: “Zoals u bekend zullen de akten van levering aandelen in de kapitalen van [kantoor Y en kantoor Z] op vrijdag 30 november 2012 worden gepasseerd op ons kantoor. In de betreffende aandeelhoudersregisters zijn aandelenoverdrachten d.d. 17 april 2012 verwerkt en getekend. Volgens onze informatie zijn de akten van levering aandelen op 17 april 2012 echter niet getekend. Zou u mij hiervan per omgaande een bevestiging kunnen geven?”

Daarop heeft de notaris bevestigend geantwoord.

  1. De klacht

3.1 Klaagster verwijt de notaris dat hij zonder enige vorm van overleg met klaagster en zonder haar instemming op het laatste moment belangrijke financiële wijzigingen heeft aangebracht in de te ondertekenen akten van aandelenoverdracht en overdracht van de onroerende zaak en klaagster daarbij in de veronderstelling heeft gelaten dat de inhoud van die akten ten opzichte van de ontwerpen van 4 en 12 april 2012 ongewijzigd was gebleven. Deze wijzigingen brachten een belangrijk financieel nadeel van € 77.460,- voor klaagster mee. Daarbij heeft de notaris de akte van geldlening als overbodig terzijde gesteld.

De directeur van klaagster had de notaris reeds eerder laten weten op dinsdag 17 april 2012 tot aan het tijdstip van de afspraak op het notariskantoor om 16.00 uur verhinderd te zijn. Derhalve had de notaris moeten weten dat klaagster niet bereikbaar was toen hij op 17 april 2012 voorafgaand aan de afspraak per e-mailbericht de nieuwe concepten aan klaagster verstuurde. Bij de passeerafspraak op 17 april 2012 heeft de notaris klaagster gezegd dat alles goed was en heeft hij ook op dat moment klaagster niet ingelicht over de wijzigingen in de akten. Klaagster voelt zich door de notaris misleid.

3.2 Voorts heeft de notaris getracht klaagster te bewegen tot ondertekening van genoemde akten over te gaan door haar directeur voor te houden dat de boekhouder van klaagster van de inhoud van genoemde akten op de hoogte was en hiermee instemde.

3.3 Het derde verwijt van klaagster houdt in dat de notaris ondanks herhaald verzoek geen nota van afrekening heeft doen opstellen die in overeenstemming was met de conceptakten van 21 oktober 2011 en 4 en 12 april 2012.

3.4 Voorts heeft de notaris verzuimd een akte van levering onroerende zaak op te stellen waarin de lopende hypotheekschuld door klaagster zou worden overgenomen, ondanks daarop meerdere malen te zijn gewezen.

3.5 In strijd met de waarheid heeft de notaris verklaard dat op zijn kantoor door partijen geen akten van aandelenoverdracht zijn getekend. De notaris had moeten melden dat de levering van aandelen van kantoor [Z] wel door partijen was getekend.

  1. Het verweer

De notaris stelt dat aan zijn ontwerpakten een slechte overeenkomst, te laat ontvangen cijfers en verkeerde vooronderstellingen ten grondslag lagen.

In haar e-mailbericht van 12 april 2012 aan [A] en [de boekhouder], waarbij de vier ontwerpakten waren meegezonden, heeft een notarieel medewerker de afspraak voor het passeren van de akten op 17 april 2012 om 16:00 uur bevestigd, onder de mededeling dat de afrekeningen nog zouden volgen.

Door privéomstandigheden is de notaris de week voorafgaand aan 17 april 2012 niet op zijn kantoor geweest, maar had hij contact via e-mail en telefoon met zijn kantoor.

De notaris had de indruk dat partijen het geheel eens waren over de te ondertekenen akten.

De notaris ontving op vrijdag 13 april 2012 het verzoek per e-mail van [B] om de akte levering aandelen kantoor [Z] aan te passen en de akte van geldlening niet te doen passeren, aangezien [B] deze niet wilde tekenen, hetgeen hij daarvoor reeds telefonisch aan de notaris had medegedeeld. [B] wilde in plaats daarvan een aantal posten verrekenen. Daarop heeft de notaris de te verrekenen posten aangepast in de afrekeningen en deze afrekeningen op vrijdag 13 april 2012 aan [A] en [B] toegezonden, zodat zij daar in het weekeinde nog naar konden kijken.

Volgens de notaris waren de afrekeningen voldoende duidelijk en kon klaagster zien dat daar geen geldlening meer op voorkwam. De notaris kon de afrekeningen niet eerder toezenden omdat hij nog niet alle benodigde gegevens in zijn bezit had.

[A] had zelf kunnen zien dat het e-mailbericht dat de notaris aan hem had gezonden op 13 april 2012 niet in kopie aan Nes was verzonden. Hij had er zelf voor moeten zorgen dat [de boekhouder] daar een afschrift van kreeg, aldus de notaris.

Bovendien is [A] een professionele partij, zo stelt de notaris, die heel goed in staat is om uit de afrekening te lezen dat de geldlening niet was opgenomen. [A] noch [de boekhouder] hebben vóór het passeren op 17 april 2012 daarover vragen gesteld.

De notaris ontkent dat hij op 17 april 2012 tegen [A] zou hebben gezegd dat [de boekhouder] van de inhoud van genoemde akten of van de afrekeningen op de hoogte was en daarmee instemde.

Na het passeren van de akte van levering van het registergoed en het ondertekenen van de akte van aandelenoverdracht van het kantoor [Z] door partijen, bleek de notaris dat er feitelijk geen wilsovereenstemming tussen partijen was. Om die reden heeft hij partijen medegedeeld dat hijzelf de akte niet ging tekenen. Met zijn bevestiging dat die akte van aandelenoverdracht niet was getekend heeft de notaris bedoeld te zeggen dat de akte niet is gepasseerd (omdat deze niet door hem is getekend).

  1. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de Wna gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van diegenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient te beoordelen of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van voornoemd artikel oplevert.

5.2 Ter zitting heeft de notaris als volgt verklaard. Het e-mailbericht van [B] van vrijdagmiddag 13 april 2012 kwam ook voor de notaris als een verrassing. Op basis van de cijfers die [B] bij dat e-mailbericht had gezonden, heeft de notaris de afrekening gemaakt en nog diezelfde namiddag aan partijen per e-mailbericht toegezonden.

Uit de bijlage bij die afrekening bleek dat de geldlening (op uitdrukkelijk verzoek van [B]) daarvan geen deel uitmaakte. [A] had daaruit zijn conclusies kunnen trekken, aldus de notaris, en kunnen begrijpen dat de akte van geldlening van de baan was. Indien de notaris met een particulier persoon te maken had gehad, dan zou hij het wellicht anders hebben gedaan, maar omdat [A] een professionele partij is, heeft de notaris hem van de wijziging niet uitdrukkelijk op de hoogte gesteld. De notaris was ervan overtuigd dat [A] hem na het weekend naar aanleiding van de aan hem op vrijdag verzonden afrekening zou bellen. Het verbaasde hem dan ook dat [A] niets van zich liet horen. Vervolgens heeft de notaris besloten (op de dag van passeren, 17 april 2012) om de akten aan te passen. [A] heeft ter zitting niet ontkend dat hij de afrekening op 13 april 2012 heeft ontvangen, maar stelt dat hij daarvan voor het passeren van de akten geen kennis heeft genomen. Hij meent dat de notaris hem tijdens de bijeenkomst op zijn kantoor – vóór de ondertekening – sowieso attent had moeten maken op de wijzigingen. [A] stelt dan ook dat hij bij gebreke daarvan ervan mocht uitgaan dat hij de akten zou tekenen zoals hij die eerder in concept had gezien.

5.3 De kern van de klacht ligt naar het oordeel van de kamer in het nalaten van de notaris om bij klaagster te verifiëren of zij het eens was met de door [B] aan de notaris voorgestelde wijziging in de tussen partijen gesloten overeenkomst. Tot de taak van een notaris behoort dat hij nagaat of partijen zich ten volle realiseren wat de te tekenen akten inhouden en of zij daarmee instemmen. In het onderhavige geval had het op de weg van de notaris gelegen om ofwel na het telefoongesprek met [B] met klaagster contact op te nemen, en/of in het e-mailbericht van 13 april 2012 aan [A] te melden dat de afrekening afweek van de oorspronkelijke bedoeling van partijen, zoals in de conceptakten vastgelegd en dat de akten daarom zouden worden aangepast. Ook voorafgaand aan het passeren op 17 april 2012 had de notaris (die immers zelf heeft verklaard verbaasd te zijn over het feit dat [A] niets van zich had laten horen) nog bij klaagster kunnen en moeten informeren of zij van de wijziging kennis had genomen. Dat klaagster een professionele partij is, doet aan die verplichting van de notaris niet af.

De klacht wordt daarom op dat punt gegrond verklaard. Omdat de kamer van oordeel is dat het informeren van partijen in de hiervoor bedoelde zin tot de kernactiviteit van een notaris behoort, acht zij de maatregel van berisping gepast en geboden.

5.4 Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.

5.5 Beslist wordt als volgt.

Beslissing

De kamer voor het notariaat:

- verklaart de klacht gegrond, zoals hiervoor overwogen;

- legt de notaris een berisping op.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.H.C. Jongeneel, voorzitter, E.R.S.M. Marres, R.H. Meppelink, E.H. Huisman en A.J.H.M. Janssen, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2013.

Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen 30 dagen na de dag van verzending van de aangetekend verzonden kennisgeving.