ECLI:NL:TGZRZWO:2013:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 314-2012
ECLI: | ECLI:NL:TGZRZWO:2013:31 |
---|---|
Datum uitspraak: | 19-09-2013 |
Datum publicatie: | 19-09-2013 |
Zaaknummer(s): | 314-2012 |
Onderwerp: | Grensoverschrijdend gedrag |
Beslissingen: | Niet-ontvankelijk |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen verpleegkundige. Nu de verpleegkundige naar het oordeel van het college niet in haar hoedanigheid van verpleegkundige heeft gehandeld is klager niet ontvankelijk |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
Beslissing d.d. 19 september 2013 naar aanleiding van de op 5 december 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
A , wonende te B,
k l a g e r
-tegen-
C , verpleegkundige, te B,
v e r w e e r s t e r
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Het college heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift;
- het verweerschrift;
- de repliek;
- de dupliek met bijlagen;
- brief van verweerster van 21 april 2013 met bijlagen;
- brief van klager van 17 mei 2013;
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek gehouden op 25 juni 2013
- brief van klager d.d. 10 juli 2013 die aan het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek is gehecht..
2. DE FEITEN
Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.
De ex-echtgenote van klager is de overbuurvrouw van verweerster. Verweerster en haar echtgenoot zijn door de ex-echtgenote van klager gevraagd deel uit te maken van een particulier hulpnetwerk voor acute situaties. Op 18 november 2012 werden verweerster en haar echtgenoot door de ex-echtgenote van klager gebeld met de vraag om met spoed te komen omdat zij werd bedreigd door haar zonen en zich op dat moment niet veilig voelde. Eerst is de echtgenoot van verweerster naar de overbuurvrouw toegegaan en later verweerster. Er was sprak van een hectische situatie waarin de echtgenoot van verweerster ervoor heeft gezorgd dat de kinderen hun moeder niet konden aanvallen. Verweerster heeft met de kinderen gepraat. Ondertussen heeft de moeder met professionele hulpinstanties gebeld. Toen de situatie was gekalmeerd zijn verweerster en haar echtgenoot weer naar huis gegaan.
3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT
Klager verwijt verweerster -zakelijk weergegeven- dat zij op 18 november 2012 niet alleen fysiek maar ook verbaal (geestelijk) op een zodanig grensoverschrijdende wijze in de richting van zijn vier zonen heeft gehandeld dat hierdoor sprake is van onevenredig gewelddadig handelen waardoor verweerster als wijkverpleegkundige zich schuldig zou hebben gemaakt aan kindermishandeling.
4. HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER
Verweerster voert -zakelijk weergegeven- primair aan dat klager niet ontvankelijk is in zijn klacht. Verweerster heeft immers gehandeld als buurvrouw en niet in haar hoedanigheid van verpleegkundige. Er is overigens geen sprake geweest van fysiek dan wel van verbaal geweld.
5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE
5.1
Het college zal eerst de vraag moeten beantwoorden of verweerster in haar hoedanigheid van verpleegkundige heeft gehandeld en of klager derhalve kan worden ontvangen in zijn klacht.
Klager stelt dat verweerster gevraagd is voor het particuliere netwerk omdat zij naast buurvrouw ook een professional is, namelijk wijkverpleegkundige Jeugdzorg. Door haar in te schakelen verzekeren betreffende hulpverleners zich ervan dat hierdoor een bepaalde expertise wordt ingebracht waarvan automatisch gebruik zal worden gemaakt in een escalerende situatie, aldus klager. Tegenover deze stelling stelt verweerster dat zij gehandeld heeft als buurvrouw. Het particuliere netwerk bestaat uit alleen maar goedwillende buren, die door de ex-echtgenote van klager zijn gevraagd, en geen enkele officiƫle instantie betrokken bij de hulpverlening rond de buurvrouw is op de hoogte van haar beroep.
Het college is van oordeel dat niets erop wijst dat verweerster op de bewuste 18 november 2012 in de hoedanigheid van verpleegkundige heeft gehandeld. Zij is immers samen met haar man door de buurvrouw gevraagd om deel uit te maken van een particulier netwerk waarin alleen buren zaten. Op geen enkele manier is aannemelijk geworden dat verweerster hiervoor gevraagd is vanuit haar professie als verpleegkundige. De enkele stelling van klager is hiertoe onvoldoende. Nu er geen sprake is van handelen als BIG-geregistreerd verpleegkundige valt het handelen van verweerster niet onder het tuchtrecht.
5.2
Het voorgaande leidt ertoe dat klager niet kan worden ontvangen in zijn klacht.
Aan een inhoudelijk oordeel van de klacht komt het college dan ook niet toe.
6. DE BESLISSING
Het college verklaart klager niet ontvankelijk in zijn klacht.
Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, B. F.A. Goosselink en E. van Egmond, leden-verpleegkundigen, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Dijkman, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 19 september 2013 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.
voorzitter
secretaris
Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:
a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;
b. degene over wie is geklaagd;
c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.
Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.