ECLI:NL:TGZRSGR:2013:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-051

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2013:6
Datum uitspraak: 09-07-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): 2012-051
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de arts dat hij zonder de toestemming van klager medische gegevens heeft verstrekt aan de gemeente en dus zijn geheimhoudingsverplichting heeft geschonden. Waarschuwing.

Datum uitspraak: 9 juli 2013

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A,

wonende te B,

klager,

tegen:

C, arts,

de persoon over wie geklaagd wordt,

wonende te D,

hierna te noemen de arts.

1. Het verloop van het geding

Het klaagschrift is ontvangen op 24 september 2012 waarna op 19 december 2012 een aanvulling op het klaagschrift is ontvangen. De arts heeft op de klacht gereageerd, waarna repliek en dupliek hebben plaatsgevonden. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 14 mei 2013. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten mondeling toegelicht. Klager werd bijgestaan door mr. P. van der Nat, advocaat te Amsterdam. De arts werd bijgestaan door mr. A. Hielkema, verbonden aan de Stichting VvAA rechtsbijstand te Utrecht. Mr. Van der Nat heeft een pleitnotitie overgelegd.

2. De feiten

Op verzoek van de gemeente B heeft de arts klager op 16 augustus 2012 op zijn spreekuur gezien voor een beoordeling inzake de Wet Werk en Bijstand (WWB). Tijdens het gesprek heeft klager, desgevraagd, medische informatie aan de arts verstrekt. De arts heeft op 17 augustus 2012 een rapport opgesteld van zijn bevindingen. In deze rapportage heeft de arts de medische informatie opgenomen die hij van klager had verkregen. Het rapport is door de arts ter beschikking gesteld aan de gemeente B.

3. De klacht

De arts heeft in de WWB rapportage zonder toestemming van klager medische informatie opgenomen en deze verstrekt aan de gemeente B, terwijl de arts had kunnen en moeten volstaan met een opgave van beperkingen van klager. Door zonder toestemming van klager medische informatie over klager beschikbaar te stellen aan derden heeft de arts zijn geheimhoudingsverplichting geschonden.

4. Het standpunt van de arts

De arts heeft de klachtonderdelen en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig zal daarop hieronder worden ingegaan.

5. De beoordeling

5.1 De arts stelt dat hij klager aan het begin van het gesprek heeft ingelicht over zijn werkwijze en de strekking van het door hem uit te brengen advies. Klager liet blijken dat hij deze toelichting begreep, dat voor hem duidelijk was wat de opdracht aan de arts was en dat hij begreep dat de arts de rapportage aan de gemeente zou toezenden. Naar de mening van de arts heeft klager daardoor ook toestemming gegeven voor het overleggen van medische gegevens aan de opdrachtgever.

5.2 Klager heeft uitdrukkelijk betwist dat de arts hem heeft gemeld dat in de rapportage medische gegevens zouden worden opgenomen. Van een toestemming voor het overleggen van medische gegevens aan de opdrachtgever is dan ook geen sprake geweest.

5.3 In zijn algemeenheid geldt dat een keuringsarts zonder toestemming van de betrokkene aan de opdrachtgever, in dit geval de gemeente, medische en privacy gevoelige informatie mag verstrekken, mits deze verstrekking niet meer informatie bevat dan strikt noodzakelijk is met het oog op het doel, te weten de bepaling van de beperkingen van, in dit geval, klager. Dit noodzakelijkheids-criterium brengt mee dat het uitgangspunt dient te zijn dat er louter gevolgtrekkingen aan de opdrachtgever worden medegedeeld.

5.4 In deze zaak heeft de arts, naar hij ook heeft toegegeven, onnodig (te veel) medische gegevens verstrekt. Het ging hier om een beoordeling van de belastbaarheid van klager voor vrijwilligers werk onder begeleiding. In het rapport staat vermeld dat de fysieke oorzaak een vaatoperatie in 2007 was, waaraan klager klachten heeft overgehouden. In de beschouwing van het rapport noemt de arts ook, en verwijst hij naar, klagers psychische klachten (ontstaan in reactie op het overlijden van personen in zijn naaste familie en sociale omgeving), stress, slecht slapen, klachten van stemmingswisselingen, emotionaliteit, prikkelbaarheid, boosheid en juridische procedures tegen verschillende instanties. Zonder uitleg, die de arts niet heeft gegeven, waren deze uitweidingen niet nodig en heeft hij in zoverre zijn geheimhoudingsplicht geschonden.

5.5 Het bovenstaande overwegende concludeert het College dat de arts zonder toestemming van klager, onverplicht en zonder noodzaak meer medische gegevens van klager aan derden heeft verstrekt dan gezien het doel nodig was. Daarmee heeft de arts onvoldoende zorgvuldig gehandeld en heeft hij zijn geheimhoudingsplicht ten aanzien van de door klager aan de arts verstrekte medische informatie geschonden.

De conclusie van het voorgaande is dat de klacht deels gegrond is. De arts heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge artikel 47 lid 1 b van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg had behoren te betrachten. De hierna te noemen maatregel wordt passend geacht.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage beslist als volgt:

legt de arts de maatregel van WAARSCHUWING op.

Deze beslissing is gegeven door: mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. H. Uhlenbroek, lid jurist, prof. dr. J.T. van Dissel, H.C. Baak, prof. dr. R.G. Pöll, leden-artsen, bijgestaan door mr. J.P. Hoogland, secretaris en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2013.

voorzitter secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voorzover de klacht is afgewezen, of voorzover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te

's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.