ECLI:NL:TGZRGRO:2013:YG2901 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen A2012/01

ECLI: ECLI:NL:TGZRGRO:2013:YG2901
Datum uitspraak: 14-05-2013
Datum publicatie: 14-05-2013
Zaaknummer(s): A2012/01
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen apotheker. Apotheker wil generiek geneesmiddel paroxetine afleveren en weigert het specifiek voorgeschreven spécialité Seroxat zonder betaling door klaagster af te leveren. Waarschuwing.

Rep.nr. A2012/01

14 mei 2013

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE GRONINGEN

Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 11 september 2012 ingekomen klacht van:

A,

wonende te B,

klaagster,

tegen

C,

apotheker,

werkende te B,

verweerster,

BIG reg.nr: -,

gemachtigde: mr. E.M. Kuijken.             

1. Verloop van de procedure

Het College heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift van 9 september 2012, ingekomen op 11 september 2012;

- het verweerschrift van 11 oktober 2012, ingekomen op 16 oktober 2012;

- de repliek van 9 november 2012, ingekomen op 13 november 2012;

- de dupliek van 10 december 2012, ingekomen op 12 december 2012.

In het kader van het vooronderzoek zijn partijen in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Partijen hebben hiervan geen gebruik gemaakt.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van 19 maart 2013. Verschenen zijn: klaagster en verweerster; laatstgenoemde werd vergezeld door haar gemachtigde.

2. Vaststaande feiten

Voor de beoordeling van de klacht gaat het College uit van de volgende feiten, die als erkend dan wel enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist vaststaan.

Klaagster gebruikt sinds 2002 het geneesmiddel Seroxat, dat haar in eerste instantie door een andere apotheek werd geleverd en sinds 4 april 2006 door de apotheek van verweerster. Op haar recept staat de aantekening: “GRAAG ORIGINELE SEROXAT ivm maagklachten en verminderde werking”. In augustus 2012 wilde de waarnemer van verweerster klaagster paroxetine in plaats van Seroxat leveren, maar klaagster heeft dit geweigerd. Hierop heeft klaagster verweerder een nieuw herhaalrecept van haar huisarts overhandigd met de vermelding: “GRAAG ORIGINELE SEROXAT; medische noodzaak; (meerdere keren alternatief geprobeerd zonder succes.)”. Daarnaast heeft klaagster een uitdraai van haar geneesmiddelenhistorie van haar vorige apotheek overgelegd waarop staat vermeld dat haar viermaal paroxetine is geleverd. Verweerster heeft de beslissing van haar waarnemer onderschreven en klaagster eveneens geweigerd Seroxat zonder betaling te leveren.

3. De klacht

Klaagster verwijt verweerster dat zij haar het geneesmiddel Seroxat niet wilde leveren ondanks dat haar huisarts haar dit spécialité – in verband met een medische noodzaak – had voorgeschreven, zij dat middel al 13 jaar gebruikt, meermalen zonder succes paroxetine heeft gebruikt en haar zorgverzekeraar had aangegeven dat Seroxat wordt vergoed.

4. Het verweer

Op 1 januari 2012 heeft Menzis aangegeven dat de apotheker – wil hij de kosten van het  medicijn vergoed krijgen – niet zonder meer een met medische noodzaak voorgeschreven spécialité aan de patiënt mag leveren, maar eerst moet controleren of het preferente geneesmiddel langere tijd is gebruikt en of het medisch onverantwoord is het middel niet af te geven. Op basis van de afleverhistorie van de apotheek van verweerster bleek Seroxat altijd ten onrechte aan haar te zijn geleverd. Hierom weigerde de waarnemende apotheker haar nu zonder betaling Seroxat te leveren. Bij overlegging van een nieuw recept voor Seroxat gaf klaagster aan dat Menzis de apotheek zou bellen, maar dit is niet gebeurd. Verweerster heeft het beleid van haar collega, Seroxat niet aan klaagster te leveren, goedgekeurd en voortgezet. Zij was van mening dat klaagster daarvoor in de plaats het generieke middel paroxetine zou moeten gebruiken. Tijdens een gesprek met klaagster zag verweerster dat paroxetine geen preferent middel meer was en dat zij de kosten ervan door Menzis vergoed zou krijgen, maar vanwege de onterechte leveringen van Seroxat in het verleden heeft verweerster dit beleid toch gecontinueerd.

5. Beoordeling van de klacht

5.1

In zijn algemeenheid geldt dat de apotheker geen expliciete toestemming van de arts nodig heeft om een voorgeschreven merkgeneesmiddel (spécialité) door de generieke versie te vervangen, tenzij de arts op het recept aangeeft dat het spécialité wegens een medische noodzaak moet worden afgeleverd. Op het recept stond niet de term “medische noodzaak”(hierna mede te noemen: MN) maar wel een omschrijving waarom de huisarts specifiek om afgifte van originele Seroxat verzocht. Zeker na jarenlange aflevering van dit specifieke medicijn is het opmerkelijk dat dit onvoldoende was om Seroxat zonder betaling af te leveren. Het had dan ook op de weg van verweerster gelegen om contact op te nemen met de huisarts als zij op dat moment van oordeel was dat de ‘medische noodzaak’ om Seroxat af te leveren niet of onvoldoende op het recept was onderbouwd of om hem te verzoeken alsnog MN te vermelden.

5.2

Ten aanzien van de stelling dat de verzekeraar de kosten van Seroxat wellicht niet aan de apotheek zou vergoeden als de term MN niet op het recept staat, merkt het College op dat verweerster zelf actie had dienen ondernemen om te achterhalen of het voor vergoeding van de kosten nodig was dat expliciet MN vermeld staat of dat de omschrijving van een medische noodzaak daarvoor voldoende is. Verweerster heeft zich op dit punt enerzijds te veel door de regels van de zorgverzekeraar laten leiden en anderzijds te afwachtend opgesteld. Zij is daarmee voorbij gegaan aan haar eigen verantwoordelijkheid als zorgverlener.

5.3

Verweerster heeft de beslissing van haar collega om klaagster geen Seroxat maar paroxetine te leveren, onderschreven en voortgezet. Zij heeft hierin volhard ook nadat zij had geconstateerd dat het beleid ten aanzien van dat middel inmiddels was gewijzigd en dat er voor Seroxat geen preferent geneesmiddel meer bestond. Klaagster heeft verweerster nadere informatie verstrekt waaruit bleek dat zij meermalen gedurende langere tijd – zonder succes – paroxetine had gebruikt. Tevens heeft zij verweerster een nieuw recept overgelegd waarop zowel de code MN als de onderbouwing van de medische noodzaak stond vermeld. Verweerster heeft die informatie ter zijde geschoven en volhard in haar weigering, omdat zij van oordeel was dat zij klaagster jarenlang ten onrechte Seroxat had geleverd. Met haar handelwijze heeft verweerster niet het belang van de cliënt/klaagster voorop gesteld. Dit betreft zowel het niet herzien van de beslissing ‘afleveren van het middel Seroxat zonder betaling door klaagster te weigeren’ toen zij constateerde dat die beslissing onterecht was, als het nalaten contact op te nemen met de zorgverzekeraar over de code MN dan wel met de huisarts omtrent de code MN voor een nadere onderbouwing. Hiermee is verweerster tekortgeschoten in haar plicht tot het verlenen van adequate farmaceutische zorg.

De klacht zal gegrond worden verklaard.

6. Slotsom

De klacht wordt gegrond verklaard. Hoewel verweerster heeft aangegeven het gebeuren in de apotheek te hebben geëvalueerd en haar praktijkvoering te hebben bijgesteld, is dat voor het College geen aanleiding een maatregel achterwege te laten. Hierbij overweegt het College dat verweerster volhardde in haar standpunt klaagster geen Seroxat zonder betaling te leveren, op het moment dat zij wist dat haar beslissing achterhaald was.

Het College acht het opleggen van een waarschuwing daarvoor passend.

7. Beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen:

verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.

Aldus gegeven door:

mw. mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter,

prof. mr. L. Timmerman, lid-jurist,

drs. J. Boiten, lid-beroepsgenoot,

drs. E.E. Gerbrands, lid-beroepsgenoot,

drs. B.J. Talsma, lid- beroepsgenoot,

bijgestaan door mw. mr. Y.M.C. Bouman, secretaris,

en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2013 door voornoemde voorzitter, in tegenwoordigheid van mw. mr. N. Brouwer, secretaris.

De secretaris:                                                                          De voorzitter:                                     

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door: a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard; b. degene over wie is geklaagd; c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat. Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.