ECLI:NL:TGZRGRO:2013:YG2737 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2012/85
ECLI: | ECLI:NL:TGZRGRO:2013:YG2737 |
---|---|
Datum uitspraak: | 19-03-2013 |
Datum publicatie: | 20-03-2013 |
Zaaknummer(s): | G2012/85 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Gegrond, waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen chirurg. Chirurg zet aanvankelijk foutief conservatief beleid voort bij vingerfractuur. Kans gemist beleid te wijzigen. Onvoldoende verslaglegging. Waarschuwing. |
Rep.nr. G2012/85
19 maart 2013
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE GRONINGEN
Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 10 september 2012 binnengekomen klacht van:
A,
wonende te B,
klaagster,
tegen
C,
chirurg,
werkende te D,
verweerder,
BIG reg.nr: -,
gemachtigde: mr. E.P. Haverkate.
1. Verloop van de procedure
Het College heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift van 5 september 2012, ingekomen op 10 september 2012;
- het verweerschrift van 7 november 2012, ingekomen op 7 november 2012;
- de repliek van 16 december 2012, ingekomen op 19 december 2012;
- medisch dossier, ingekomen op 20 december 2012.
In het kader van het vooronderzoek zijn partijen in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Partijen hebben hiervan geen gebruik gemaakt.
De klacht is behandeld ter openbare zitting van 22 januari 2013. Verschenen zijn: klaagster, vergezeld door haar partner, en verweerder, laatstgenoemde samen met zijn gemachtigde.
2. Vaststaande feiten
Voor de beoordeling van de klacht gaat het College uit van de volgende feiten, die tussen partijen als niet of onvoldoende betwist vaststaan.
Klaagster is op 18 februari 2012 gevallen en heeft daarbij een vinger gebroken. Die avond heeft zij zich via de huisartsenpost bij de Spoedeisende Hulp van E te D gemeld, waar röntgenfoto’s van de hand zijn gemaakt en een gipsverband en mitella zijn aangelegd. Hierna hebben in D twee controles plaats gevonden. Verweerder heeft de eerste controle, op 23 februari 2012, verricht. Hierbij heeft hij röntgenfoto’s bestudeerd, de vinger onderzocht en besloten het conservatieve beleid te continueren. Bij de tweede controle, op 6 maart 2012, bleek klaagsters vinger zodanig verkeerd te staan dat zij met spoed naar een plastisch chirurg in het ziekenhuis te F is doorverwezen. Op 13 maart 2012 is zij aan haar vinger geopereerd.
3. De klacht
Klaagster verwijt verweerder een inadequate behandeling van de breuk van haar vinger, als gevolg waarvan er geen volledig herstel zal plaatsvinden. Meer specifiek verwijt klaagster verweerder dat deze een diagnose stelde op basis van een foto die geen juiste informatie kon geven. Een goede foto en juiste diagnose hadden de al opgelopen schade aan de vinger kunnen beperken.
4. Het verweer
Verweerder zag klaagster op 23 februari 2012 voor een eerste controle van een breuk van haar rechter ringvinger. Voorafgaand aan die controle vond röntgenonderzoek plaats met de hand in het gips. Verweerder heeft vervolgens het gips verwijderd en de vinger onderzocht. Hij constateerde “drukpijn proximaal interphalangeaal gewricht, extensie en flexie tegen weerstand krachtig”. Verweerder zag geen reden het ingezette beleid aan te passen, omdat het volaire avulsiefragment kleiner dan een derde van het gewrichtsoppervlak was en dergelijk kleine fragmenten doorgaans conservatief worden behandeld. Hij adviseerde het ingezette conservatieve beleid voort te zetten, een gipsspalk aan te brengen, na twee weken een volgende controle en buddy tape. Omdat de radioloog aangaf dat de stand van de fractuur in het gips goed was en klaagster heftige pijn voelde zonder het gips, zag verweerder af van een extra röntgencontrole. Na genoemde controle op 23 februari 2012 heeft verweerder met de behandeling van klaagster geen bemoeienis meer gehad.
5. Beoordeling van de klacht
5.1
Vijf dagen na het ongeval heeft klaagster zich voor een eerste controle tot verweerder gewend. In het dossier ontbrak een gedegen verslag van de eerste behandelend chirurg waardoor ook de onderbouwing voor het primair ingezette conservatieve beleid ontbrak. Het College oordeelt dat de eerste behandelend chirurg op grond van de initiële röntgenfoto’s had moeten concluderen dat er sprake was van een ernstig letsel. Nu in het verslag van de eerste behandelend chirurg vrijwel geen informatie stond, de initiële foto ernstig letsel liet zien, te weten, intra-articulaire breuk en subluxatie (een breuk in het gewricht en onvolledige ontwrichting), en klaagster met de vinger in het gips veel pijn had, had verweerder bij de beoordeling van het letsel een eigen afweging moeten maken en het beleid daarop moeten aanpassen. Verweerder had moeten constateren dat de eerste behandelend chirurg – mede gezien de ingezette behandeling – de ernst van het letsel niet had onderkend. Dat verweerder daar niet naar heeft gehandeld en het conservatieve beleid heeft gecontinueerd, ondanks dat er meerdere aanwijzingen waren dat het letsel niet juist werd behandeld, moet hem tuchtrechtelijk worden verweten.
5.2
Voordat het consult bij verweerder plaatsvond, is op de afdeling radiologie een röntgenfoto van klaagsters vinger in het gips gemaakt. Verweerder heeft die foto bestudeerd en met de radioloog besproken, waarbij laatstgenoemde van oordeel was dat de vinger in het gips in goede stand stond. Het College is van oordeel dat verweerder had moeten constateren dat de stand van de vinger niet goed was en dat er nog steeds sprake was van dislocatie. Ook op de controle röntgenfoto is een subluxatie te zien. Verweerder heeft dit niet herkend en kan zich daarvoor niet verontschuldigen door naar het oordeel van de radioloog te verwijzen. Verweerder vertrouwde op een reponerend (een terug op zijn plaats brengend) effect van de spalk. Echter, wat hier ook van zij, verweerder had door middel van een CT-scan van de vinger met zekerheid vast kunnen stellen of de fractuur goed stond. Het vorenstaande nalaten is tuchtrechtelijk verwijtbaar.
5.3
Klaagster gaf aan dat haar vinger in het gips zeer pijnlijk was, waarna verweerder het gips partieel heeft verwijderd. Vervolgens heeft hij onderzoek gedaan naar het bestaan van pees- of bandletsel maar omdat dit te pijnlijk voor klaagster was, heeft hij hetzelfde gipsverband kort daarna weer aangebracht.
Het College merkt op dat het een atypisch verschijnsel is dat een vinger na een breuk in het gips zo pijnlijk is. Weliswaar had klaagster last van drukplekken kunnen hebben maar daar bleek in dit geval geen sprake van te zijn. Volgens de brief die de eerste behandelend chirurg aan de huisarts van klaagster had gestuurd, zou er sprake zijn van een gedisloceerde fractuur die gereponeerd was. Het College merkt op dat verweerder bij een vinger met een dergelijk letsel het gips niet al na vijf dagen had mogen verwijderen en dat hij evenmin vervolgens onderzoek had mogen verrichten naar pees- of bandletsel. Verweerder had op basis van de röntgenfoto’s moeten constateren dat de fractuur niet gereponeerd was, dat de dislocatie nog steeds bestond en hij had de vinger om die reden niet bij onderzoek mogen belasten. Hiermee liep klaagster het risico dat de dislocatie zou toenemen. Voorts had verweerder na het verwijderen van het gips en zijn onderzoek – door middel van een nieuwe foto – moeten uitsluiten dat de fractuur daardoor verder gedisloceerd zou zijn. Voorts wordt nog opgemerkt dat verweerder van zijn onderzoek geen gedegen verslag in het dossier heeft opgenomen.
Vorenstaande handelwijze moet verweerder tuchtrechtelijk worden verweten.
6. Slotsom
De klacht wordt gegrond verklaard. Het College acht het opleggen van een waarschuwing daarvoor passend.
7. Beslissing
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen:
verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
Aldus gegeven door:
mevrouw mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter,
mr. drs. W.J. de Boer, lid-jurist,
drs. H.R. van Dop, lid-geneeskundige,
dr. A. Schaafsma, lid-geneeskundige,
mevrouw drs. C.J. Groenewold, lid-geneeskundige,
bijgestaan door mevrouw mr. Y.M.C. Bouman, secretaris,
en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2013 door de voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.
De secretaris: De voorzitter: