ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2885 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1282

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2885
Datum uitspraak: 02-05-2013
Datum publicatie: 02-05-2013
Zaaknummer(s): 1282
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft op verzoek van de ex-echtgenoot van klaagster, een brief geschreven met daarin de vermelding van zijn diagnose en de in het kader van de behandeling afgesproken begeleiding. De klacht dat verweerder deze informatie, waarin een zin over klaagster staat opgenomen, niet heeft geverifieerd bij klaagster, wordt afgewezen aangezien het niet aan verweerder is om in dezen aan waarheidvinding te doen.    

Uitspraak: 2 mei 2013

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 23 mei 2012 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klaagster

tegen:

C

sociaal psychiatrisch verpleegkundige

voorheen werkzaam te B

wonende te D

verweerder

gemachtigde: mr. M.J. Bos te Amsterdam

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift en een aanvulling daarop

-         het verweerschrift.

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen. 

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 25 maart 2013 behandeld. Klaagster en verweerder, bijgestaan door zijn gemachtigde, waren aanwezig. De standpunten van partijen zijn toegelicht, waarbij klaagster de op 24 juli 2012 door de rechtbank E gewezen beschikking heeft overgelegd.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

In 2010 is de ex-echtgenoot van klaagster, hierna de man te noemen, via een interne verwijzing voor begeleiding naar verweerder doorverwezen. In november 2010 heeft verweerder op uitdrukkelijk verzoek van de man een brief d.d. 16-11-2010 geschreven met daarin de vermelding van zijn diagnose en de in het kader van de behandeling afgesproken begeleiding.

De betreffende brief is door de man ingebracht in een alimentatieprocedure, welke tot opgemelde beschikking heeft geleid.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht

Klaagster verwijt verweerder dat hij de door hem verstrekte informatie niet bij klaagster heeft geverifieerd.

Klaagster is van mening dat zij in de gememoreerde diagnose valselijk wordt beschuldigd van tegen de man gericht fysiek geweld. Verweerder heeft dit niet bij klaagster geverifieerd.

Die beschuldiging is volgens klaagster door de rechtbank meegenomen in haar oordeel.

Als verweerder niet aan waarheidsvinding behoefde te doen, dan had hij in de brief moeten vermelden dat hij de diagnose heeft overgenomen en waarvandaan. Voorts had verweerder moeten aangeven dat hij die beschuldiging niet heeft geverifieerd.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder heeft primair opgeworpen dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht omdat er tussen verweerder en haar nimmer een behandelrelatie heeft bestaan.

Voorts heeft verweerder – kort en zakelijk weergegeven – het navolgende naar voren gebracht.

Verweerder heeft de brief op verzoek van de man geschreven omdat deze regelmatig telefonisch werd geconfronteerd met vragen van zijn werkgever over het beloop en de verwachtingen van zijn ziekteverzuim.

Verweerder kon en mocht zelf geen diagnoses stellen. Hij heeft de diagnose integraal overgenomen uit het medisch dossier van de man, die inzagerecht heeft en te allen tijde kopieën daarvan kan maken. Het is de verantwoordelijkheid van de man zelf, wat hij met de informatie doet. Verweerder heeft er moeite mee dat de beschikking eerst ter zitting wordt overgelegd. Bovendien ontbreken de onderliggende stukken.

5. De overwegingen van het college

Allereerst is het college van oordeel dat het beroep van verweerder op de niet-ontvankelijkheid van klaagster niet slaagt, aangezien klaagster te dezen als belanghebbende dient te worden beschouwd.

Voorts is de klacht van klaagster dat de in de diagnose voorkomende beschuldiging niet door verweerder is geverifieerd, ongegrond. Het is niet aan verweerder om in dezen aan waarheidsvinding te doen.

Uit de door klaagster overgelegde beschikking blijkt niet dat de in de diagnose voorkomende beschuldiging door de rechtbank bij haar oordeelsvorming is betrokken. Daarbij komt dat verweerder de brief, waarin de diagnose is overgenomen, heeft opgesteld ter informatie voor de werkgever van de man.

Verweerder had bij het overnemen van de diagnose uit het medisch dossier de gewraakte toevoeging kunnen weglaten omdat een dergelijk detail niet direct noodzakelijk was, maar het feit dat hij dat niet heeft gedaan, kan hem tuchtrechtelijk niet worden aangerekend.

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is het college van oordeel dat de klacht ongegrond is.

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klacht af.

Aldus beslist door mr. P.G.Th. Lindeman-Verhaar als voorzitter, mr. I.M. Vanwersch als lid-jurist, G.P. Haas, G.J.T. Kooiman en A. Petiet als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. C.W.M. Hillenaar als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2013 in aanwezigheid van de secretaris.