ECLI:NL:TGZREIN:2013:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1360a-T

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2013:70
Datum uitspraak: 23-10-2013
Datum publicatie: 23-10-2013
Zaaknummer(s): 1360a-T
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Tussenbeslissing. Kinderarts. Geen delay bij de behandeling van de zoon van klagers, die een ernstige astma -aanval had en voor verneveling naar het ziekenhuis was gekomen. Verweerster heeft juiste adviezen gegeven en is tijdig naar de andere locatie van het ziekenhuis gekomen. Houdt beslissing aan.

Uitspraak: 23 oktober 2013

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 maart 2013 binnengekomen klacht van:

[A]

wonende te [B]

klaagster

gemachtigde mr. J.M. Beer te Amsterdam

tegen:

[C]

kinderarts

werkzaam te [D]

verweerster

gemachtigde mr. J.C.C. Leemans te Amsterdam

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift

- het verweerschrift

- de brief van de gemachtigde van klaagster van 30 augustus 2013 met een productie en de aanzegging van twee getuigen

- de pleitnotitie overgelegd door de gemachtigde van klaagster.

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 11 september 2013 behandeld, samen met de zaak 1360b. Partijen waren aanwezig bijgestaan door hun gemachtigden. Ter zitting is mevrouw [E], zus van klaagster, als getuige gehoord.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

In de avond van zaterdag 18 augustus 2012 reed klaagster met haar zoon [F], (geboren in februari 2002) per auto naar de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van de locatie [G] van het ziekenhuis [H], omdat [F] gedurende de avond erg benauwd was geworden en was begonnen te hoesten.

[F] was bekend met ernstige astma. In een situatie waarin hij een ernstige astma-aanval kreeg en zijn puffer met Ventolin niet hielp, moest hij met de hem voorgeschreven medicatie verneveld worden. Thuis was een vernevelingsapparaat aanwezig, maar als hij een aanval kreeg als hij niet thuis was, zoals die avond, moest hij voor verneveling naar het plaatselijk ziekenhuis gebracht worden.

Verweerster had die avond dienst als kinderarts in het ziekenhuis en was voor een behandeling naar de locatie [I] geroepen. Terwijl zij daar bezig was, kreeg zij een telefoon van de dienstdoende ANIOS op de locatie [G] over [F]. Zij adviseerde alvast te starten met Combivent verneveling en kondigde aan dat ze zou komen, zodra de behandeling in [I] was beëindigd. Binnen 10 minuten belde de ANIOS weer dat de verneveling geen resultaat leek te hebben. Zij instrueerde de ANIOS om tevens Prednison te geven en zei dat ze eraan kwam. Vervolgens kwam het derde telefoontje met de mededeling dat [F] een hartstilstand had gekregen, dat er gereanimeerd werd en de anesthesioloog was opgeroepen.

Volgens de door verweerster als laatste productie bij haar verweerschrift overgelegd overzicht zijn de respectieve aanvangstijdstippen van haar telefoongesprekken met haar achterwacht 21:19, 21:25 en 21:31 uur. Verweerster is onmiddellijk met de auto vertrokken naar de locatie [G] en kwam daar aan toen de reanimatie en intubatie al waren voltooid. De reanimatie is niet voorspoedig verlopen. Verweerster heeft de kinderarts-intensivist van het [J] gebeld, die is gekomen en de behandeling heeft overgenomen. [F] is nog overgeplaatst naar het [J] in [K], waar hij op 24 augustus is 2012 is overleden.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht

Verweerster heeft verzuimd om:

a. een in het ziekenhuis aanwezige specialist met de vereiste deskundigheid op te roepen dan wel te laten oproepen teneinde te bevorderen dat [F] vroegtijdig kon worden geïntubeerd en beademd;

b. of zelf onmiddellijk naar [F] te komen of een collega te vragen dat te doen;

c. zelf onmiddellijk de anesthesioloog op te roepen of instructies te geven dat te doen;

d. gebruik te (doen) maken van de mogelijkheid om [F] parentaal medicatie toe te dienen.

Verweerster had moeten begrijpen dat [F] in grote problemen verkeerde, dat de behandeling onvoldoende effect sorteerde en dat derhalve een indicatie voor spoed-intubatie bestond. Dat had niet mogen wachten totdat zij haar werkzaamheden in [I] had afgerond

Klaagster stelt voorts dat zij de betrokken avond niet later dan 21.00 uur in het ziekenhuis arriveerde, maar dat eerst rond 9.15 uur naar [F] is gekeken. Er is onnodig tijd verloren gegaan. De anesthesioloog was boos, omdat hij te laat was opgeroepen.

4. Het standpunt van verweerster

Ad a

Op het moment dat er in de eerste twee telefoongesprekken met verweerster contact werd gezocht, was er sprake van een ernstige status astmaticus, volgens het betreffende protocol te behandelen. Het beleid is dan vernevelen en zuurstof toedienen. Dat is ook gebeurd. Toen verweerster bekend werd dat er een noodzaak tot intubatie en beademing bestond, was de anesthesist reeds gewaarschuwd.

Ad b en c

Uit het voorgaande vloeit voort dat ook deze klachtonderdelen ongegrond zijn.

Ad d

Aan [F] zijn de medicamenten salbutamol, magnesiumsulfaat en adrenaline intraveneus toegediend. Voor ketamine was in casu volgens protocol geen plaats.

5. De overwegingen van het college

Ter zitting is gebleken dat er verschillende lezingen over de feitelijke gang van zaken betreffende de aan [F] verleende zorg tussen het moment van aankomst van klaagster en [F] tot aan de komst van de anesthesioloog. Het college zal partijen in de gelegenheid stellen nader bewijs van hun stellingen bij te brengen en de zaak voor nader onderzoek terugverwijzen naar de secretaris van het college.

Het college acht meer duidelijkheid wenselijk over:

- wat het moment van aankomst is in het ziekenhuis van klaagster en [F];

- met wie de ANIOS in die periode nog meer heeft gebeld dan met verweerster en de anesthesioloog en waarover, nu uit het overgelegde overzicht van gepleegde telefoongesprekken blijkt van meerdere gesprekken die niet terug te voeren zijn op de genoemde contacten tussen de ANIOS, verweerster en de anesthesioloog

- de vraag of er een ICT- registratie beschikbaar is van de aankomst en de doorloop van de patiënt;

- de vraag in welke situatie de anesthesioloog opgeroepen dient te worden en of hij tijdig is gebeld.

6. De beslissing

Het college:

- verwijst de zaak naar de secretaris met het verzoek partijen in de gelegenheid te stellen om nadere gegevens te verschaffen, door het doen horen van getuigen of anderszins, als hiervoor omschreven.

- houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk als lid-jurist, J.L.M. van Helmond, A.L.M. Mulder en H.A.M. Sinnige als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. K. Hoebers-Provoost als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2013 in aanwezigheid van de secretaris.