ECLI:NL:TGZREIN:2013:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1358
ECLI: | ECLI:NL:TGZREIN:2013:31 |
---|---|
Datum uitspraak: | 23-10-2013 |
Datum publicatie: | 23-10-2013 |
Zaaknummer(s): | 1358 |
Onderwerp: | Geen of onvoldoende zorg |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Klager verwijt verweerder, apotheker, dat hij zonder afdoende controle op risicovolle interactie met een ander middel (Parnate) het middel Trazolan heeft verstrekt, als gevolg waarvan klager een serotoninesyndroom heeft gekregen. Klacht ongegrond. |
Uitspraak: 23 oktober 2013
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE EINDHOVEN
heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 18 maart 2013 binnengekomen klacht van:
[A]
wonende te [B]
klager
tegen:
[C]
apotheker
werkzaam te [B]
gemachtigde mr. J.C.C. Leemans te Amsterdam
1. Het verloop van de procedure
Het college heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift
- het verweerschrift en twee aanvullingen daarop
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek in de zaak tegen [D], de broer van verweerder, waarbij klager de op 3 juli 2012 ingekomen klacht tegen deze broer intrekt.
Op 18 maart 2013 heeft klager te kennen gegeven dat hij zijn ingetrokken klacht tegen de broer van verweerder wenst te richten tegen verweerder. Naar aanleiding daarvan heeft de secretaris bij brief van 20 maart 2013 aan klager bericht dat de stukken van klager in de zaak tegen de broer zijn aangemerkt als klaagschrift in de zaak tegen verweerder.
Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen.
De klacht is ter openbare zitting van 4 september 2013 behandeld. Partijen waren aanwezig, verweerder bijgestaan door zijn gemachtigde.
2. De feiten
Het gaat in deze zaak om het volgende:
Klager gebruikt al jaren Parnate. Op 8 juni 2010 kreeg klager van zijn behandelend psychiater een receptbriefje voor het medicijn Trazolan 100mg, een half tablet, 50 mg, per dag, ’s avonds in te nemen. Op het recept staat vermeld: “N.B. middel is toegestaan bij Parnategebruik ivm slaapproblemen volgens protocol MAO-remmers (www.dalecopharma.nl)”.
Op 9 juni 2010 (ter zitting stelde klager 8 juni 2010) heeft klager het recept bij verweerder aangeboden en verweerder heeft het middel aan klager geleverd, met een apothekersbijsluiter.
‘s Avonds na aflevering heeft klager volgens voorschrift een halve tablet ingenomen en kreeg klager het serotoninesyndroom.
3. Het standpunt van klager en de klacht
Verweerder heeft zonder controle op risicovolle interactie met andere medicijnen (Parnate) Trazolan verstrekt, als gevolg waarvan patiënt een serotoninesyndroom heeft gekregen.
Verweerder heeft verzuimd bij de aflevering het AIS-systeem te raadplegen; hij heeft dat pas later gedaan. Daaruit kwam de melding: kans op serotoninesyndroom, niet afleveren, overleg met apotheker. Verweerder heeft klager daarvan niet op de hoogte gebracht. Hij heeft, later, het foutieve medicatiebewakingssysteem van Health Base geraadpleegd; hij had echter het systeem van KNMP moeten raadplegen; deze systemen spreken elkaar tegen. Verder heeft hij de bijsluiter niet nagekeken, waarin wordt aangegeven dat deze combinatie van medicijnen niet verantwoord is.
De klacht met betrekking tot de Larebmelding betreft niet verweerder.
4. Het standpunt van verweerder
Verweerder heeft de medicatie afgeleverd op 9 juni 2010. Hij heeft wel degelijk het AIS geraadpleegd. Dit systeem is gebaseerd op gegevens van de Stichting Health Base. Ongeveer de helft van de Nederlandse apothekers hanteert dit systeem. Daarnaast is er een vanwege de KNMP bijgehouden kennisbank waar achtergronden van medicatiebewakingsignalen geraadpleegd kunnen worden; het AIS-systeem geeft in dit geval een beter en gedetailleerder afhandelingsadvies.
Mogelijk is de fabrieksbijsluiter niet bijgevoegd, maar dan wordt een bijsluiter uit het AIS-systeem bijgevoegd.
De producent van het middel Parnate heeft een protocol opgesteld, waar vermeld staat dat Trazolan in de voorgeschreven dosering veilig kon worden gebruikt.
Verweerder herinnert zich niet meer of hij bij aflevering van het medicijn met klager over de interactie heeft gesproken. Het zou kunnen zijn dat hij dat niet heeft gedaan.
5. De overwegingen van het college
Nadat klager bij klaagschrift nog stelde dat de aflevering van het recept op 9 juni plaatsvond, heeft hij ter zitting betoogd dat deze aflevering op 8 juni zou hebben plaatsgevonden. Het college gaat uit van de ook door verweerder bevestigde datum 9 juni 2010, nu de (aanvankelijk door beide partijen genoemde) datum van 9 juni wordt bevestigd doordat deze datum staat vermeld op de bij het verweerschrift overgelegde kopie van het etiket van de verstrekking van Trazolan.
Op het door klager meegebrachte recept had de voorschrijver reeds vermeld dat het middel volgens het genoemde protocol was toegestaan, maar dat ontsloeg verweerder niet van een zelfstandige beoordeling van de veiligheid van het recept door inzage te nemen in zijn systeem.
Het college is van oordeel dat het AIS-systeem dat verweerder gebruikt, een deugdelijk systeem is dat de interactie van Trazolan met Parnate ook juist weergaf door verwijzing naar het protocol Gebruik van Klassieke MAO-remmers. Er was volgens dit protocol wel interactie, maar een dosis van maximaal 100 mg per dag werd als veilig omschreven.
Het college gaat ervan uit dat verweerder het AIS-systeem op 9 juni heeft geraadpleegd; hij moet op deze datum in het systeem zijn geweest voor het aanmaken van het etiket, voordat hij de medicatie met etiket meegaf. Dat is, uitgaande van de afleveringsdatum 9 juni 2010, niet te laat. Verweerder mocht, gelet op de toelichting op het recept door de voorschrijver en zijn eigen bevindingen, ervan uitgaan dat het middel voor klager veilig was.
Voor het college staat vast dat verweerder over de interactie bij inname vanaf 100 mg per dag klager niet mondeling heeft voorgelicht. Dat was, hoewel van interactie bij de door klager in te nemen dosis (50 mg per dag) geen sprake was, beter geweest. Maar gelet op de ruime veilige marge en gelet op de op het recept geplaatste mededeling van de voorschrijver van het recept, is dit nalaten van onvoldoende gewicht voor een tuchtrechtelijke veroordeling.
De conclusie is dat de klacht moet worden afgewezen.
6. De beslissing
Het college:
- wijst de klacht af.
Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, dr. P.M. Hooymans en
drs. W.S.C.J.M. van der Pol als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. R. Sanders als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2013 in aanwezigheid van de secretaris.