ECLI:NL:TGZCTG:2013:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.424

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2013:85
Datum uitspraak: 13-08-2013
Datum publicatie: 13-08-2013
Zaaknummer(s): c2012.424
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen dermatoloog. De arts heeft klaagster onderzocht en aanvullend onderzoek verricht. Klaagster verwijt de arts dat deze geen lichamelijk onderzoek heeft verricht en geen anamnese heeft afgenomen, het medisch dossier heeft vervalst en niet in staat was een diagnose te stellen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af en het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2012.424 van:

A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg,

tegen

C., dermatoloog, werkzaam te D., verweerster in beide instanties, gemachtigde: mr. P.N. van Regteren Altena, advocaat te Amsterdam.

1. Verloop van de procedure

A. - hierna klaagster - heeft op 11 mei 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen C. - hierna de arts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 10 juli 2012, onder nummer 11/190 heeft dat College de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.

De zaak is in hoger beroep tegelijkertijd behandeld - maar niet gevoegd - met de zaken C2012.421, C2012.422, C2012.423, C2012.425, C2012.426 en C2012.427 ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 4 juni 2013, waar zijn verschenen klaagster en, namens de arts, mr. van Regteren Altena voornoemd, vergezeld van zijn kantoorgenoot mr. M.C.J. Höfelt.

2. Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd.

“2. De feiten

Op grond van de stukken kan van het volgende worden uitgegaan:

2.1

Verweerster is als dermatoloog verbonden aan een Academisch Ziekenhuis, hierna te noemen “ het ziekenhuis”. Klaagster heeft voor het eerst in het jaar 2001 de polikliniek huidziekten van het ziekenhuis bezocht.

2.2

Klaagster heeft in het jaar 2006 en 2007 diverse keren genoemde polikliniek bezocht. Op 16 augustus 2006 heeft verweerster klaagster voor het eerst gezien. In de status staat vermeld dat verweerster klaagster heeft onderzocht en aanvullend onderzoek heeft verricht door het nemen van een biopt voor histologisch onderzoek. Verweerster heeft haar bevindingen genoteerd. Op 29 september 2006 is een hernieuwd biopt genomen, samen met aanvullende diagnostiek: parasieten serologie en hematologisch onderzoek.

2.3

De uiteindelijk diagnose luidde: dermatitis artefacta.

3. De klacht en het standpunt van klaagster

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster:

1. bij het onderzoek op 16 augustus 2006 geen lichamelijk onderzoek heeft

verricht en geen anamnese heeft afgenomen;

2. vervalsing van het medisch dossier heeft geïnitieerd en hieraan heeft

meegewerkt;

3. niet in staat is geweest een diagnose vast te stellen.

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.

5. De overwegingen van het college

5.1

Uit de stukken kan worden afgeleid, en verweerster heeft dat ook aannemelijk gemaakt, dat zij een anamnese heeft afgenomen en lichamelijk onderzoek heeft verricht. Verweerster heeft daarvan ook uitgebreid aantekeningen in het dossier gemaakt.

Dit klachtonderdeel is ongegrond.

5.2

Niet is gebleken dat verweerster op enigerlei wijze zich heeft schuldig gemaakt aan het vervalsen van het medisch dossier. Hiertoe zijn geen aanwijzingen. Het is gebruikelijk dat de patiëntenstatus van 2006 is opgenomen in de bestaande status. Dat daarin een enkele blanco regel is opgenomen, betekent nog niet dat de status is vervalst.

Dit klachtonderdeel is ongegrond.

5.3

Verweerster heeft zorgvuldig gehandeld door na anamnese en lichamelijk onderzoek aanvullend onderzoek te verrichten. Deze uitslag van de patholoog is besproken in een team van specialisten, waarna hernieuwd een biopt is genomen. De uiteindelijke diagnose luidde : dermatitis artefacta. Dat klaagster het niet eens was met deze diagnose, doet daaraan niet af. Verweerster heeft voldoende onderzoek verricht in het kader van de diagnostiek.

Dit klachtonderdeel is ongegrond.

De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is en zonder verder onderzoek in raadkamer zal worden afgewezen.

Verweerster kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt.”

3. Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals deze zijn vastgesteld door het Regionaal Tuchtcollege en hiervoor onder “2. De feiten” zijn weergegeven.

4. Beoordeling van het hoger beroep

4.1 In hoger beroep heeft klaagster haar klacht herhaald en nader toegelicht. Zij

concludeert tot vernietiging van de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege en - impliciet - tot gegrond verklaring van haar klacht.

4.2 De arts heeft verweer gevoerd en - eveneens impliciet - geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

4.3 De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten noch tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mr. R.A. van der Pol en

mr. L.F. Gerretsen-Visser, leden-juristen en drs. A.C.L. Allertz en prof. dr. R. Willemze, leden-beroepsgenoten en mr. M.D. Barendrecht-Deelen, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 augustus 2013. Voorzitter w.g. Secretaris w.g.