ECLI:NL:TGZCTG:2013:78 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.417
ECLI: | ECLI:NL:TGZCTG:2013:78 |
---|---|
Datum uitspraak: | 13-08-2013 |
Datum publicatie: | 13-08-2013 |
Zaaknummer(s): | c2012.417 |
Onderwerp: | Geen of onvoldoende zorg |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt huisarts dat hij met een collega-huisarts een afspraak heeft gemaakt om te beletten dat klaagster van praktijk zou veranderen en informatie van een dermatoloog aan klaagster heeft onthouden en dat hij in juli 2006 en in 2005 bij een waarneming geweigerd heeft klaagster te ontvangen. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Beroep klaagster verworpen door Centraal Tuchtcollege. |
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing in de zaak onder nummer C2012.417 van:
A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg,
tegen
C., arts, wonende te B., verweerder in beide instanties,
gemachtigde: mr. E.P. Haverkate, verbonden aan de Stichting VvAA Rechtsbijstand te Utrecht.
1. Verloop van de procedure
A. – hierna: klaagster - heeft op 11 mei 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen C. - hierna: de arts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 10 juli 2012, onder nummer 11/183 heeft dat College de klacht afgewezen. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 21 mei 2013, waar klaagster is verschenen, alsmede de arts, bijgestaan door zijn gemachtigde.
2. Beslissing in eerste aanleg
Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn voormelde beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.
“ 2. De feiten
Verweerder is huisarts. Het medisch dossier van klaagster is niet beschikbaar.
3.De klacht en het standpunt van klaagster
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder:
1. onderling een afspraak heeft gemaakt met een collega huisarts om te beletten
klaagster van praktijk te veranderen; dat verweerder informatie van een dermatoloog aan klaagster heeft onthouden;
2. in juli 2006 heeft geweigerd klaagster te ontvangen; dat hij in 2005 bij een waarneming heeft geweigerd klaagster te ontvangen.
4. Het standpunt van verweerder
Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.
5. De overwegingen van het college
De klachten van klaagster hebben betrekking op de jaren 2005 en 2006. Verweerder heeft betwist dat klaagster op enig moment ingeschreven heeft gestaan in de praktijk van verweerder. Dit is ook niet gebleken. Het medisch dossier van klaagster is ook niet beschikbaar. Verweerder kan zich niet herinneren dat klaagster ooit heeft verzocht om te worden ingeschreven in zijn praktijk. Hij heeft daaromtrent ook niets genoteerd. Van een onderlinge afspraak met een collega-arts is volgens hem ook niet gebleken. Gelet op deze betwisting en het ontbreken van enige aanwijzing die de stellingen van klaagster ondersteunen moet worden geconcludeerd dat de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond is en zonder verder onderzoek in raadkamer zal worden afgewezen.
Verweerder kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt.
Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af.”
3. Vaststaande feiten en omstandigheden
Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals weergegeven onder “2. De feiten” van de beslissing in eerste aanleg.
4. Beoordeling van het hoger beroep
4.1 Klaagster heeft in hoger beroep haar klacht herhaald en nader toegelicht.
4.2 De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4.3 De behandeling in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.
5. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door: mr. A.H.A. Scholten, voorzitter, mr. L.F. Gerretsen-Visser en mr. drs. R. Prakke-Nieuwenhuizen, leden-juristen en dr. B.P.M. Schweitzer en
prof. dr. R. Willemze, leden-beroepsgenoten en mr. M.H. van Gool, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 13 augustus 2013. Voorzitter w.g. Secretaris w.g.