ECLI:NL:TGDKG:2013:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW277.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:75
Datum uitspraak: 10-12-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDW277.2013
Onderwerp: Beroepsorganisatie
Beslissingen: Geldboete van de derde categorie
Inhoudsindicatie: Niet behaalde studiepunten. Klacht gegrond. Geldboete opgelegd conform de door het Gerechtshof vastgestelde norm. Hoger beroep ingesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 10 december 2013 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 277.2013 van:

KONINKLIJKE BEROEPSORGANISATIE van GERECHTSDEURWAARDERS,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 8 april 2013, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft op 7 mei 2013 een verweerschrift ingediend. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 oktober 2013. De gemachtigde van klaagster is verschenen. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Hij heeft niet om uitstel van de behandeling verzocht. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 10 december 2013.

1. De feiten

Ingevolge artikel 1 van de door (de ledenraad van) klaagster vastgestelde Verordening bevordering vakbekwaamheid KBvG (hierna: de Verordening) is ieder lid van klaagster (de gerechtsdeurwaarder is op grond van artikel 56 van de Gerechtsdeurwaarderswet van rechtswege lid) verplicht om zich zodanig te scholen en bij te scholen dat hij beschikt over de kennis die noodzakelijk is voor een goede beroepsuitoefening. De Verordening is gepubliceerd in de Staatscourant van 21 januari 2005. Op grond van artikel 3 van de Verordening is het Reglement bevordering vakbekwaamheid opgesteld door (het bestuur van) klaagster. Op grond van dit reglement heeft klaagster voor de kalenderjaren 2011-2012 het door de leden minimaal te behalen aantal opleidingspunten bepaald op 30 per PE-periode. De gerechtsdeurwaarder heeft in deze  periode 23 punten behaald. 

2. De klacht

2.1 Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij in strijd heeft gehandeld met de Verordening. De gerechtsdeurwaarder heeft bij het bestuur van klaagster ontheffing gevraagd voor het behalen van de resterende zeven punten. Bij besluit van 15 februari 2013 is dat verzoek afgewezen. Bij besluit van 20 februari 2013 heeft klaagster een aanvulling op dit besluit aan de gerechtsdeurwaarder gezonden omdat daarin de bezwaartermijn niet was opgenomen. Tegen het besluit heeft de gerechtsdeurwaarder geen bezwaar ingediend.

2.2 Klaagster heeft de Kamer verzocht indien de klacht gegrond wordt bevonden, oplegging van de maatregel van geldboete te overwegen. Gerechtsdeurwaarders die onvoldoende opleidingspunten behalen, besparen zich de investeringen in geld en tijd, daar waar gerechtsdeurwaarders die zich wel aan de Verordening houden deze lasten wel dragen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder acht de klacht ongegrond, al erkent hij dat hij te weinig opleidingspunten heeft behaald. Hij heeft een beroep gedaan op bijzondere omstandigheden. Hij werkt op een klein kantoor en is daardoor naar verhouding onevenredig veel tijd kwijt aan ambtelijke werkzaamheden. Bovendien vinden de ‘in company’ cursussen plaats in het ver gelegen [     ] en is hij daardoor niet altijd in de gelegenheid om die te volgen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Niet weersproken is dat de gerechtsdeurwaarder zeven opleidingspunten te weinig heeft behaald. De Kamer acht de klacht daarom gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet voldaan aan zijn wettelijke verplichting. De door de gerechtsdeurwaarder vermelde omstandigheden op grond waarvan niet tijdig aan de verplichting is voldaan, komen voor zijn risico.

4.3 De Kamer ziet aanleiding tot het opleggen van na te noemen maatregel. Onweersproken is dat klager behoort tot de beperkte groep van - slechts - twee gerechtsdeurwaarders die over de betreffende periodes onvoldoende opleidingspunten hebben behaald. Hij heeft ten opzichte van de andere leden van klaagster een oneigenlijk voordeel behaald voor wat betreft investeringen in tijd en in geld. Na te noemen boete is daarom op zijn plaats ter bevordering van de naleving van de onderhavige regelgeving. De Kamer hanteert daarbij de door het gerechtshof Amsterdam vastgestelde norm van € 200,00 per niet behaald opleidingspunt.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel op tot betaling van een geldboete van € 1.400,00 met aanzegging dat de Kamer de ex artikel 43, lid 5, van de Gerechtsdeurwaarderswet door haar te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder de boete moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder zal mededelen.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 december 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.