ECLI:NL:TGDKG:2013:61 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet127.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:61
Datum uitspraak: 29-10-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet127.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Moet gerechtsdeurwaarder brieven persoonlijk beantwoorden? Nee. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 oktober 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 24 januari 2013 met zaaknummer 566.2012 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 127.2013 ingesteld door:

1. [     ],

2. [     ],

beiden wonende te [     ],

klagers dan wel klager sub 1. afzonderlijk: klager,

tegen:

[     ],

waarnemend-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 10 juli 2012 hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 18 juli 2012 hebben klagers aanvullende stukken overgelegd.

Op 31 juli 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beschikking van 24 januari 2013 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Klagers is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 6 februari 2013.

Bij brief van 15 februari 2013 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 september 2013 alwaar klagers zijn verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 29 oktober 2013.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klagers hebben verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kunnen worden ontvangen.

3. De feiten

Op 31 januari 2012 is in kort geding een vonnis ten laste van klagers gewezen door de rechtbank [     ]. Op 10 februari 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een bevel tot betaling wegens verbeurde dwangsommen betekend aan onder meer klager. Op 15 juni 2012 hebben klagers een open brief geschreven gericht aan de gerechtsdeurwaarder. Deze brief is op 26 juni 2012 beantwoord door de vestigingsmanager van het kantoor in [     ].

4. De oorspronkelijke klacht

In de inleidende klacht verwijten klagers de gerechtsdeurwaarder - samengevat - dat deze een ambtsmisdrijf pleegt door de door klagers aan hem verzonden brieven niet zelf te beantwoorden.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat n iet alle werkzaamheden door de gerechtsdeurwaarder persoonlijk kunnen worden verricht. Handelingen die niet als ambtshandeling aangemerkt kunnen worden, mogen door een medewerker van de gerechtsdeurwaarder worden verricht. Aangezien de gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk is voor de medewerkers op zijn kantoor, kunnen handelingen verricht door medewerkers aan de gerechtsdeurwaarder toegerekend worden. Het beantwoorden van correspondentie door een medewerker van de gerechtsdeurwaarder is niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

6. De gronden van het verzet

6.1 In verzet hebben klagers vier gronden aangevoerd waaronder het feit dat door de voorzitter ten onrechte is geoordeeld dat de vestigingsmanager correspondentie zou mogen beantwoorden die uit hoofde van zijn functie en bevoegdheid aan de gerechtsdeurwaarder is gericht. Ter zitting en ook in hun overgelegde pleitnota hebben klagers erkend dat dit de kern van de klacht en het verzet is.

6.2 Klagers voeren aan dat alle aan de gerechtsdeurwaarder gerichte correspondentie betrekking heeft op de executoriale gelegde beslagen, de rechtsgeldigheid van de titel, de betekening daarvan en het executoriale beslag op het woonhuis en het pensioen. In de Gerechtsdeurwaarderswet is opgenomen dat de gerechtsdeurwaarder een openbaar ambtenaar is, belast met de taken die bij of krachtens de wet, al dan niet bij uitsluiting van ieder ander, aan deurwaarders onderscheidenlijk gerechtsdeurwaarders zijn opgedragen of voorbehouden. De gerechtsdeurwaarder is in het bijzonder belast met onder meer het doen van dagvaardingen, ontruimingen, beslagen en meer ambtelijke verrichtingen bij wet omschreven. Daaronder valt ook het persoonlijk beantwoorden van klachten dan wel een aansprakelijkstelling daarover. Op alle opgeworpen en gemelde klachtonderdelen, gericht aan de gerechtsdeurwaarder, is niet ingegaan. Als een medewerkster niet zijnde een gerechtsdeurwaarder een ambtshandeling verricht bij het ABP, dan is dat wel degelijk een vermeend ambtsmisdrijf dat aan de gerechtsdeurwaarder kan worden toegerekend.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Naar het oordeel van de Kamer is er geen rechtsregel die zich ertegen verzet dat aan de gerechtsdeurwaarder gerichte brieven worden beantwoord door een ander dan door hemzelf. Een gerechtsdeurwaarder die uit zijn ambt is gezet, mag geen ambtshandelingen meer verrichten. Niets verzet zich ertegen dat een uit het ambt ontzette gerechtsdeurwaarder andere werkzaamheden verricht, zoals in dit geval. Anders dan klagers betogen valt onder het verrichten van ambtshandelingen niet het beantwoorden van brieven. Dat de als vestigingsmanager aan het kantoor verbonden voormalige gerechtsdeurwaarder zich valselijk heeft voorgedaan als gerechtsdeurwaarder is op geen enkele wijze gebleken. Voorts is niet gebleken dat nog sprake was van het verrichten van werkzaamheden als gerechtsdeurwaarder door de uit zijn ambt ontzette gerechtsdeurwaarder. Gelet daarop falen de in verzet aangevoerde gronden.

7.2 Naar het oordeel van de Kamer heeft de voorzitter terecht geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder jegens klagers niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De door klagers in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer zal het verzet ongegrond verklaren.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en J.C.M. van der Weijden, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 oktober 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.