ECLI:NL:TGDKG:2013:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet 909.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:48
Datum uitspraak: 30-07-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet 909.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Exploot dagvaarding. Authetieke akte. De Kamer is het met de beslissing van de vooriztter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 juli 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 17 oktober 2012 met nummer 537.2012 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 909.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

niet verschenen,

tegen:

[     ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ] (hierna: de gerechtsdeurwaarder),

beklaagde,

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 25 oktober 2012 aan klager verzonden.

Op 7 november 2013 is het tegen de beslissing van de voorzitter gerichte verzetschrift bij de Kamer ontvangen.

Bij brief van 29 mei 2013 heeft klager onder meer om aanhouding van de behandeling verzocht.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 juni 2013. Zoals is vermeld in aangehecht proces-verbaal van deze zitting is het verzoek tot aanhouding van klager afgewezen.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van deze beslissing, zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De feiten

Klager is gedagvaard bij exploot van 2 maart 2012 om op woensdag 14 maart 2012 ter zitting van de kantonrechter te verschijnen. Omdat klager niet is verschenen is op 28 maart 2012 een verstekvonnis ten laste van klager gewezen, dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Tegen dat vonnis op 23 april 2012 heeft klager verzet ingesteld. Klager heeft zich op 28 april 2012 beklaagd bij de gerechtsdeurwaarder omdat hij de dagvaarding niet heeft ontvangen. Bij tussenvonnis van 16 mei 2012 is beslist dat de procedure als dagvaardingsprocedure zal worden voortgezet. De gerechtsdeurwaarder heeft het verstekvonnis van 28 maart 2012 op 24 mei 2012 aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

4. De gronden van het verzet

Klager herhaalt in verzet op daartoe aangevoerde gronden – samengevat – dat de dagvaarding van 2 maart 2012 niet aan hem is betekend. Klager meent dat het gelet op de betwisting van de ontvangst van deze dagvaarding wel degelijk tuchtrechtelijk laakbaar is dat het verstekvonnis alsnog aan hem is betekend.

5. De inleidende klacht

De voorzitter heeft de inleidende klacht als volgt samengevat:

‘Klager beklaagt zich er samengevat over dat hij een dagvaarding niet heeft ontvangen als gevolg waarvan hij bij verstek is veroordeeld. Klager had er geen belang bij om verstek te laten gaan, zijn wederpartij wel. Klager heeft daarom twijfel over de gang van zaken. Klager beweert ten stelligste dat de dagvaarding hem nooit heeft bereikt, niet is aangeboden of bezorgd. Omdat de dagvaarding niet werd aangetroffen, is klager veroordeeld voor een bedrag dat tweemaal zo hoog is als het oorspronkelijke bedrag. Terwijl door klager verzet was ingesteld heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis betekend waardoor klager gedwongen werd het bedrag waartoe hij was veroordeeld alvast te voldoen. ’

6. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen voor zover hier van belang:

‘4.2 Klager kan in zijn klacht dat de dagvaarding niet door hem is ontvangen niet worden gevolgd. Uit het exploot van dagvaarding van 2 maart 2012 blijkt dat deze op de bij de wet voorgeschreven wijze aan klager is betekend. Het exploot van dagvaarding is een authentieke akte waarvan de bewijskracht (dat de dagvaarding is betekend) op voorhand vaststaat. De enkele bewering van klager dat de dagvaarding hem niet heeft bereikt, aangeboden of bezorgd, kan die bewijskracht niet aantasten. Het moet er in de tuchtprocedure voor worden gehouden dat de dagvaarding aan klager is betekend.

4.3 Dat klager is veroordeeld voor een hoger bedrag van de vordering, kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden tegengeworpen. Bovendien geldt dat ook indien klager wel ter zitting van de kantonrechter zou zijn verschenen, hadden deze kosten voor zijn rekening kunnen komen.’

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1       Zoals de voorzitter al heeft overwogen is een exploot van dagvaarding een authentieke akte. Het afschrift van het exploot van dagvaarding geldt als bewijs van bezorging. Ook wat klager in verzet heeft aangevoerd levert niet het vereiste tegenbewijs dat de dagvaarding niet in gesloten enveloppe in klagers brievenbus is gelaten, zoals klager stelt. Het is niet tuchtrechtelijk laakbaar dat het op grond van deze dagvaarding gewezen verstekvonnis nadien aan klager is betekend.

7.2       Voorts is niet aannemelijk geworden dat de gerechtsdeurwaarder zich niet zou hebben gekweten van zijn taak zoals klager stelt. Gelet op vorenstaande is de Kamer van oordeel dat de door klager in verzet aangevoerde gronden geen nieuw licht werpen op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Wat klager overigens heeft aangevoerd biedt evenmin aanleiding om de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7.3       De Kamer merkt hierbij nog op dat wat klager heeft aangevoerd omtrent de juistheid van de vordering in deze tuchtprocedure niet aan de orde kan komen omdat dit ter beoordeling van de kantonrechter is.

8.         Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M. Colijn ,  leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juli 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.