ECLI:NL:TGDKG:2013:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW237.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:43
Datum uitspraak: 30-07-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDW237.2012
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Regeling rente bijzondere rekeningen gerechtsdeurwaarders. Geklaagd over het niet nakomen van de regeling. De gerechtsdeurwaarder beroept zich op een afspraak met betrekking tot verrekening. De Kamer is van oordeel dat aan de afspraak niet kan worden ontleend dat een (van de Regeling afwijkende) schriftelijke afspraak omtrent de rente tussen partijen is gemaakt als bedoeld in artikel 1 van de Regeling. Klacht gegrond verklaard. Maatregel van berisping opgelegd

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 30 juli 2013 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 237.2012 ingesteld door:

[     ],

gevestigd en kantoorhoudende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 12 maart 2012 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

Op 5 april 2012 is het verweerschrift, met bijlagen, van de gerechtsdeurwaarder ontvangen.

De zaak is behandeld ter zitting van 4 juni 2013. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1. De feiten

-           Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarders in ieder geval vanaf 2006/2007 belast met de incasso van een groot aantal vorderingen.

-           Het was bestendige praktijk dat de gerechtsdeurwaarders hun facturen verrekenden met de opbrengsten van vorderingen. Over de opbrengsten van de vorderingen hebben de gerechtsdeurwaarders nimmer rente afgedragen aan klaagster.

-           Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder vanaf 24 januari 2012 meegedeeld dat op grond van het bepaalde in de Regeling rente bijzondere rekeningen gerechtsdeurwaarders (hierna: de Regeling), aanspraak wordt gemaakt op vergoeding van rente over de aan haar toekomende tegoeden op de rekening van de gerechtsdeurwaarder. Partijen hebben vervolgens over en weer gecorrespondeerd over de verschuldigdheid van die rente.

2. De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder stelselmatig de bepalingen van de Regeling heeft geschonden en schenden en dat de gerechtsdeurwaarder ondanks daartoe strekkende verzoeken weigeren een specificatie te verstrekken van ontvangen gelden in een door klaagster genoemde zaak.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder ontkent dat de Regeling is geschonden. Hij stelt zich op het standpunt dat met instemming van klaagster steeds is verrekend en geen vroegtijdige afdrachten zijn gedaan. Aldus was er tussen partijen een overeenkomst dat geen rente vergoed moest worden, aldus de gerechtsdeurwaarder.

4. Beoordeling van de klacht

4.1       Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. In deze procedure staat ter beoordeling of de gerechtsdeurwaarder in overeenstemming met voormelde norm hebben gehandeld en, zo dit niet het geval is, of een maatregel dient te worden opgelegd.

4.2       Artikel 1 van de Regeling luidt: ‘Tenzij de gerechtsdeurwaarder en de rechthebbende schriftelijk anders zijn overeengekomen, wordt de aan het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening of rekeningen toegevoegde rente zo snel mogelijk, doch uiterlijk gelijk met het aandeel aan de rechthebbende uitgekeerd.’

4.3       Gelet op de brief van 30 januari 2007 van de gerechtsdeurwaarder aan klaagster en op het feit dat dit niet betwist wordt, neemt de Kamer aan dat inderdaad tussen partijen afspraken over de verrekening in de verschillende dossiers zijn gemaakt.

4.4       Anders dan d e gerechtsdeurwaarder blijkbaar meent, kan aan voormelde brief echter niet worden ontleend dat een (van de Regeling afwijkende) schriftelijke afspraak omtrent de rente tussen partijen is gemaakt als bedoeld in artikel 1 van de Regeling.  De gerechtsdeurwaarder heeft zijn hun standpunt in deze onvoldoende onderbouwd. Voorop staat dat artikel 1 van de Regeling ziet op het moment waarop de rente door de gerechtsdeurwaarder uitgekeerd dient te worden en geen ruimte biedt om van de verplichting tot vergoeding van rente af te wijken. In dit verband wijst de Kamer ook op de toelichting bij artikel 1 van de Regeling, waar staat:

‘Ten overvloede zij er op gewezen dat een dergelijke overeenkomst de gerechtsdeurwaarder niet ontslaat van de verplichting om de rente te berekenen en uit te keren.’ Gelet daarop heeft klaagster terecht aanspraak gemaakt op de rente.

4.5       De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht dat in de door klaagster met name genoemde zaak desgevraagd geen specificatie is verstrekt, niet dan wel onvoldoende weersproken. De enkele mededeling ter zitting dat dit normaliter wel gebeurt, is onvoldoende om dat in dit geval aan te nemen.

4.5       Vorenstaande in samenhang bezien leidt tot het oordeel dat de klacht gegrond dient te worden verklaard. De Kamer acht het dermate ernstig dat de gerechtsdeurwaarder zich niet aan de Regeling heeft gehouden dat zij aanleiding ziet tot het oplegen van na te melden maategel.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M. Colijn , leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juli 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan door klaagster en/of de gerechtsdeurwaarders binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.