ECLI:NL:TGDKG:2013:37 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet848.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:37
Datum uitspraak: 23-07-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet848.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter. Bevestiging van de vaste rechtspraak dat in verzet niet geklaagd kan worden over feiten waarover in eerste instantie niet is geklaagd. Verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 juli 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 25 september 2012 met nummer 545.2012 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 848.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 1 oktober 2012 aan klaagster verzonden.

Op 15 oktober 2012 is het tegen deze beslissing gerichte verzetschrift van klaagster bij de Kamer ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 mei 2013. Van de behandeling ter zitting is het aan deze beslissing gehechte proces-verbaal opgemaakt.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van die beslissing, zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De feiten

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de door de voorzitter weergegeven feiten aangezien het verzet hiertegen niet is gericht.

4. De inleidende klacht

Klaagster stelt dat het tuchtrechterlijk laakbaar is dat de gerechtsdeurwaarder heeft aangekondigd de executie van door het DUO uitgevaardigde dwangbevelen te hervatten.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen voor zover hier van belang:

‘4.2 De moeilijkheden waarmee de huidige bewindvoerder van klaagster wordt geconfronteerd zijn betreurenswaardig, maar deze zijn voor DUO geen dwingende grond de incasso van haar vordering te blijven opschorten. Om die reden is niet klachtwaardig dat de deurwaarder aan klaagster heeft aangezegd dat hij de uitvoering van de hem door DUO verstrekte executieopdracht zal hervatten, indien klaagster c.q. haar bewindvoerder niet binnen een zekere termijn een betalingsvoorstel zal doen.’

6. De gronden van het verzet

De gronden van het verzet komen er – samengevat – op neer dat klaagster de Kamer verzoekt de klacht opnieuw te beoordelen. Klaagster stelt daarbij dat overleg had moeten plaatsvinden alvorens beslag onder het UWV werd gelegd en dat het beslag tot een te hoog bedrag is gelegd.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1       De Kamer is met de voorzitter van oordeel dat er geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder. Dat het hier gaat om een situatie van beschermingsbewind, betekent niet dat de executie niet zou mogen worden voortgezet.

7.2       De gerechtsdeurwaarder heeft nadat hij ermee bekend was geworden dat  klaagsters gemachtigde per 12 september 2011 was benoemd als bewindvoerder, inderdaad ruim de gelegenheid geboden tot het treffen van betalingsafspraken. Dat vervolgens in een e-mail van 29 juni 2012 is meegedeeld dat de bewindvoerder uiterlijk op 6 juli 2012 een betalingsvoorstel kan doen en dat bij gebreke daarvan de executie zal worden vervolgd, is dan ook niet klachtwaardig.

7.3       De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting toegezegd dat hij bereid is tot nader overleg over de juistheid van de gehanteerde beslagvrije voet. Daarom en omdat er blijkens vaste jurisprudentie in verzet niet kan worden geklaagd over feiten waarover in eerste instantie niet is geklaagd, wordt op dit punt niet nader ingegaan.

7.4       Gelet op vorenstaande is de Kamer van oordeel dat de door klaagster in verzet aangevoerde gronden geen nieuw licht werpen op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Deze gronden bieden evenmin aanknopingspunten om de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7.         Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas , leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 juli 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.