ECLI:NL:TGDKG:2013:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1023.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:21
Datum uitspraak: 18-06-2013
Datum publicatie: 10-07-2013
Zaaknummer(s): GDWverzet1023.2012
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klaagster zich er over dat de gerechtsdeurwaarder zijn functie misbruikt door haar dochter, zijn (ex) echtgenote, onder druk te zetten, terwijl de officiële scheiding nog niet is uitgesproken.   De Kamer overweegt dat de zaak te weinig aanknopingspunten biedt om klaagster zelf aan te merken als belanghebbende. Klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar verzet.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 juni 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 13  november 2012 met zaaknummer 652.2012 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 1023.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 25 juli 2012 brief heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Op 17 augustus 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 13 november 2012 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 22 november 2012.

Bij brief van 30 november 2012 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 mei 2013 alwaar klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 18 juni 2013.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Klaagster is de moeder van de (ex) echtgenote van de gerechtsdeurwaarder. De (ex) echtgenote van de gerechtsdeurwaarder is een echtscheidingsprocedure tegen de gerechtsdeurwaarder gestart. De gerechtsdeurwaarder heeft zijn (ex) echtgenote een aantal malen over de stand van zaken geïnformeerd met betrekking tot kwesties die geregeld moeten worden in het kader van de voorlopige toewijzing van de echtelijke woning.   

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder zijn functie misbruikt door haar dochter, zijn (ex) echtgenote, onder druk te zetten, terwijl de officiële scheiding nog niet is uitgesproken.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat d e door klaagster bij de klacht overgelegde producties privécorrespondentie betreft tussen de gerechtsdeurwaarder en zijn (ex) echtgenote. Uit de klacht noch de bijlagen kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder de goede en onafhankelijke vervulling van zijn ambt, dan wel het aanzien daarvan, heeft beschaamd of belemmerd.  Er is dan ook geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen, aldus de voorzitter

6. De ontvankelijkheid van het verzet

6.1 Op grond van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 maart 2008 ( LJN: BC7801 ) moet een klager voldoende eigen belangen hebben, om als belanghebbende te worden aangemerkt en als klager te kunnen worden ontvangen in de tuchtprocedure.

6.2 De Kamer is van oordeel dat de onderhavige zaak te weinig aanknopingspunten biedt om klaagster zelf aan te merken als belanghebbende. Gelet op de hiervoor onder 3. vermelde feiten, richten de gewraakte handelingen van de gerechtsdeurwaarder zich tegen de dochter van klaagster en niet tegen klaagster zelf. De klacht is ingediend door klaagster zelf en uit de overige stukken, die bij de klacht zijn ingediend, blijkt niet dat er sprake is van enige bevoegde vertegenwoordiging van haar dochter door klaagster.

6.3 Een en ander betekent dat klaagster geen eigen rechtens te respecteren belang had bij de indiening van de klacht tegen de gerechtsdeurwaarder, zodat wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar verzet.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.