ECLI:NL:TDIVTC:2013:YF0485 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2011/104

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2013:YF0485
Datum uitspraak: 28-01-2013
Datum publicatie: 14-02-2013
Zaaknummer(s): 2011/104
Onderwerp: Katten
Beslissingen:
  • Ongegrond
  • Gegrond met berisping
Inhoudsindicatie:   Kat wordt na gebitsbehandeling te vroeg mee naar huis gegeven, want nog niet voldoende ontwaakt uit de narcose. Er had moeten worden aangedrongen op opname in de praktijk. Gegrond. Berisping.

X,         klaagster

tegen

Y,.      beklaagde

1. DE PROCEDURE

Het college heeft kennis genomen van de klacht, het verweer, de repliek en de dupliek. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 december 2012. Klaagster was daarbij aanwezig, vergezeld door haar partner. Beklaagde is niet verschenen.

2. DE KLACHT

Beklaagde wordt verweten dat ze zonder overleg met klaagster bij haar kat kiezen heeft getrokken, dat de kat teveel narcose toegediend heeft gekregen en onder narcose mee naar huis is gegeven.

3. DE VOORGESCHIEDENIS

3.1. Het gaat in deze zaak om de kat van klaagster met de naam XXXX.

3.2. Op 12 oktober 2011 heeft klaagster haar kat volgens afspraak naar beklaagde gebracht voor het verwijderen van tandsteen. Beklaagde heeft voorafgaand aan de gebitsbehandeling een pre-anesthetisch onderzoek verricht, waaruit o.a. naar voren kwam dat er sprake was van een hartruis. Er heeft toen ook bloedonderzoek plaatsgevonden.

3.3. Volgens beklaagde heeft de assistente met klaagster een standaardintakelijst doorgenomen, waarin onder meer de vraag staat vermeld of toestemming wordt verleend voor extractie van gebitselementen. In de genoemde lijst, die in de onderhavige procedure,  is overgelegd, staat achter deze vraag ‘Ja’ aangekruist c.q. ingevuld. Hetzelfde geldt ten aanzien van de eveneens op die lijst voorkomende vraag of het risico van de ingreep is besproken.

3.4. De kat heeft de gebitsbehandeling onder narcose ondergaan, waarbij door beklaagde twee kiezen zijn verwijderd. Na afloop van de behandeling heeft de assistente aan klaagster telefonisch verslag gedaan en daarbij gemeld dat de narcose voor de kat zwaar was en dat het wakker worden moeilijk verliep. De kat is aan het einde van de dag aan klaagster mee naar huis gegeven. De kat is na thuiskomst enige tijd later, omstreeks half 8 in de avond, overleden.

4. HET VERWEER

Beklaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op dit verweer zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.

5. DE BEOORDELING

5.1. In geding is of beklaagde te kort geschoten is in de medische zorg die zij als dierenarts had behoren te betrachten ten opzichte van de kat van klaagster.

5.2. Het college stelt voorop dat voor zover de kosten van de operatie hoger zijn uitgevallen dan vooraf was gemeld geldt dat klachten over de rekening van een dierenarts buiten de reikwijdte van het veterinair tuchtrecht vallen en dat deze niet in behandeling kunnen worden genomen. 

5.3. In het onderhavige geval is voldoende aannemelijk gemaakt dat voor het trekken van de twee kiezen een veterinaire indicatie c.q. noodzaak bestond. Het college gaat uit van de door beklaagde beschreven slechte gesteldheid van het gebit van de kat, waarvoor ook steun is te vinden in de patiëntenkaart. Onder die omstandigheden is het trekken van tanden of kiezen in het belang van het dier en acht het college in tuchtrechtelijke zin onvoldoende verwijtbaar als zulks in bepaalde situaties zonder voorafgaand overleg met de diereigenaar geschiedt. In dit geval is van de zijde van beklaagde tevens gesteld dat door de assistente voor de behandeling over het trekken van gebitselementen is gesproken, waar uit de intakelijst en memo behorende bij de patiëntenkaart in beginsel volgt dat klaagster toestemming heeft gegeven voor extracties. Klaagster heeft een en ander weliswaar betwist, echter zo de intakelijst en memo al geen getrouwe weergave zouden bevatten van hetgeen er daadwerkelijk is besproken, blijft staan dat de behandeling geïndiceerd en naar het oordeel van het college in het belang van de kat is geweest en dat het eventueel ontbreken van toestemming tuchtrechtelijk onvoldoende verwijtbaar wordt geacht.

5.4. Hiernaast is niet komen vast te staan dat er door beklaagde ten aanzien van het onder narcose brengen van de kat onjuist zou zijn gehandeld. Uit het anesthesieverslag althans het verweer blijkt dat de middelen Midazolam, Ketamine en Alfoxan zijn gebruikt en dat het onderhoud van de narcose met isofluraan heeft plaatsgevonden. Niet is kunnen blijken dat er ongebruikelijke narcosemiddelen of te hoge doseringen zijn toegepast. Beklaagde heeft verder overigens gesteld dat de door klaagster in  haar klacht genoemde drie injecties geen betrekking hadden op de narcose, maar pijnstillende medicatie en een antibioticum betroffen.

5.5. Door klaagster is gesteld dat zij op 12 oktober 2011 omstreeks 17.45 uur haar kat weer mocht ophalen en dat zij bij aankomst op de praktijk zag dat haar kat nog niet wakker was, dat haar tong uit de bek hing en dat het dier stuiptrekkingen had. Volgens klaagster gaf de assistente van de praktijk aan dat klaagster haar kat mee moest nemen en dat ze de dienstdoende dierenarts moest waarschuwen wanneer het dier die de nacht nog niet uit de narcose wakker zou zijn geworden. Beklaagde betwist dat klaagster is gedwongen de kat mee naar huis te nemen en heeft gesteld, onder verwijzing naar de memo behorende bij de patiëntenkaart, dat er overleg heeft plaatsgevonden en dat klaagster er zelf voor koos om de kat mee naar huis te nemen.

5.6. Het college gaat er op basis van de stukken in ieder geval vanuit dat de kat langzaam en slecht wakker werd en nog niet helemaal uit de narcose was ontwaakt, toen ze met klaagster mee naar huis is gegaan. Zelfs indien het meegeven van de kat in overleg met klaagster is gebeurd, had ze naar het oordeel van het college niet in deze toestand meegegeven mogen worden door de assistente, wier handelen onder de verantwoordelijkheid van beklaagde valt. In de betreffende memo staat vermeld: ‘…XXXX. niet helemaal goed wakker, maar reageerde wel duidelijk op eigenaars. Overleg:of  XXXX. hier blijven met om de zoveel tijd controle of mee naar huis met hele tijd controle in vertrouwde omgeving. Gemeld dat XXXX. misschien beter in vertrouwde omgeving kan zijn met de eigenaars erbij. Eigenaars begrijpen dit en vinden dit goed en bellen gelijk als ze iets niet vertrouwen… ‘

Naar het oordeel van het college is onvoldoende gebleken dat vanuit de praktijk voldoende is aangedrongen op opname, terwijl het een kat op leeftijd betrof, die nog niet uit de narcose was ontwaakt en waarbij de recovery niet optimaal was verlopen. In die situatie had het op de weg van beklaagde gelegen om in overleg met de assistente te besluiten de kat op de praktijk te laten blijven althans daar bij klaagster op aan te dringen. In zoverre acht het college de klacht gegrond en het opleggen van na te melden maatregel passend en geboden.

6. DE BESLISSING

Het College:

verklaart de klacht gegrond, doch uitsluitend voor zover deze betrekking heeft op het meegeven van de kat die nog niet uit narcose ontwaakt was;

geeft beklaagde daarvoor een berisping, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990;

verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus vastgesteld te ’s-Gravenhage door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, en door de leden drs. Th.A.M. Witjes, drs. J. Hilvering, drs. J.A.M. van Gils en drs. M. Lockhorst, in  tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.

Uitgesproken in het openbaar op 28 januari 2013 door de voorzitter, mr. G.J. van Muijen, in tegenwoordigheid van mr. J.B.M. Keijzers, secretaris.