ECLI:NL:TAHVD:2013:286 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6771

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2013:286
Datum uitspraak: 25-10-2013
Datum publicatie: 19-12-2013
Zaaknummer(s): 6771
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klacht over onvoldoende dienstverlening en financiële afwikkeling.

Beslising van 25 oktober 2013

in de zaak 6771

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 15 april 2013, onder nummer B 252-2012, aan partijen toegezonden op 16 april 2013, waarin klaagster ontvankelijk is verklaard in haar klacht en de klacht van klaagster tegen verweerder ongegrond is verklaard.

De beslissing van de raad is gepubliceerd op tuchtrecht.nl onder nummer YA 4333.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 18 april 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder;

- de brief van klaagster aan het hof van 29 mei 2013;

- de brief van klaagster aan het hof van 30 mei 2013;

- de brief van klaagster aan het hof van 30 mei 2013;

- de brief van klaagster aan het hof van 10 juli 2013;

- de brief van klaagster aan het hof van 5 augustus 2013;

- de brief van klaagster aan het hof van 6 augustus 2013.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 23 augustus 2013, waar klaagster en verweerder zijn verschenen. Verweerder heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1. Verweerder niet bereikbaar was voor klaagster;

2. Verweerder de belangen van klaagster niet heeft behartigd;

3. Verweerder klaagster een bedrag in rekening heeft gebracht, terwijl een  toevoeging was afgegeven;

4. Verweerder niet heeft gereageerd op de brief van klaagster van 27 februari 2009 waarbij zij hem aansprakelijk heeft gesteld.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Waar in de beslissing van de raad in overweging 2.6 wordt verwezen naar een brief van klaagster van 27 augustus 2009, in overweging 3.1 naar een brief van 27 februari 2009 en in de overwegingen 4.5 en 6.4 naar een brief van 27 september 2009 verstaat het hof dat steeds bedoeld is de brief van klaagster van 27 augustus 2009. Voor het overige heeft het onderzoek in hoger beroep niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s Hertogenbosch van 15 april 2013, gewezen onder nummer B 252-2012.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.A.H. Zegers, W.J. van Andel en M.L. Weerkamp, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2013.