ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4252 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 87 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4252
Datum uitspraak: 08-04-2013
Datum publicatie: 21-05-2013
Zaaknummer(s): L 87 - 2013
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat mag niet rechtstreeks met wederpartij communiceren. Niet beantwoorden van brief niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klager wist dat hij zich met vragen tot zijn eigen advocaat moest wenden.  Niet aangetoond, dat verweerder zich nodeloos grievend heeft uitgelaten.

Beslissing van 8 april 2013

in de zaak  L 87-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klager

tegen:

B

verweerster

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 18 maart 2013 met kenmerk DOK 117 , door de raad ontvangen op 19 maart 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerster trad op als advocaat van de wederpartij van klager in een alimentatiekwestie. Klager had zich bij brief tot verweerster gewend met het verzoek hem te berichten dat de cliënte van verweerster instemde met vermindering van de alimentatie in verband met de inwerkingtreding van de pensioenverevening per december 2011. Verweerster heeft de brief van klager niet beantwoord.

1.2         Klager heeft zich vervolgens tot zijn advocaat gewend. De advocaat van klager heeft zich vervolgens bij brief tot verweerster gewend. Verweerster heeft de advocaat van klager bericht dat haar cliënte niet kon instemmen met het verzoek van klager.

2.           KLACHT

2.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.         verweerster in een alimentatiekwestie niet heeft geantwoord op een brief van klager;

2.         verweerster zich in een verweerschrift tevens incidenteel appel d.d. 8 november 2012 op basis van subjectieve beweringen nodeloos grievend heeft uitgelaten over klager, waardoor op niet bewezen (en niet bewijsbare) gronden de goede naam van klager is aangetast.

Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

    2.2         Verweerster heeft pas na geruime tijd aan de raadsvrouwe van klager schriftelijk medegedeeld dat haar cliënte niet met het verzoek van klager akkoord ging. Verweerster had klager rechtstreeks dienen te antwoorden.

2.3         Klager was door de weigering genoodzaakt weer een procedure te starten, met alle kosten van dien. Verweerster had met haar ervaring kunnen weten dat deze procedure tot een veroordeling van haar cliënte zou leiden.

2.4         Ondanks de leugens van de wederpartij en verweerster is de wederpartij bij beschikking van 18 juli 2012 in het ongelijk gesteld en diende de te veel betaalde alimentatie aan klager te worden terugbetaald. Wel werd de duur van de alimentatie, op niet bewezen gronden en door de wederpartij gefingeerde feiten, met 5 jaar verlengd. Klager heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. 

3.           VERWEER

3.1         Verweerster heeft de brief doorgeleid aan haar cliënte. Deze wilde niet dat verweerster reageerde op de brief van klager. De cliënte van verweerster was zeer ontstemd over het feit dat klager zich rechtstreeks tot verweerster had gewend. Klager had al jaren een eigen advocaat. Cliënte was van mening dat klager zich tot zijn eigen advocaat diende te wenden, wat hij ook heeft gedaan. Verweerster heeft de brief van de advocaat van klager beantwoord. Dit heeft niet tot een regeling geleid.

3.2         Verweerster heeft alle stukken in nauw overleg met haar cliënte opgesteld. Als klager zich beledigd voelt door opmerkingen in het verweerschrift, kan dit verweerster niet worden aangerekend. Verweerster diende het standpunt van haar cliënte weer te geven. Het verweerschrift bevat geen nodeloos grievende opmerkingen.

4.           BEOORDELING

    4.1          De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

4.2       Verweerster trad op voor de wederpartij van klager in een alimentatiekwestie. Klager was van mening dat de door hem verschuldigde alimentatie kon worden verminderd met de pensioenverevening per december 2011 en wenste een instemmende verklaring daarmee van de wederpartij te ontvangen.

4.3       Klager is in het verleden gedurende de echtscheidingsprocedure en  meerdere alimentatieprocedures door een eigen advocaat bijgestaan. Het mag bij klager dan ook bekend worden verondersteld dat hij zich bij wijziging van omstandigheden die grond zou kunnen vormen tot (een verzoek tot) vermindering van zijn alimentatieverplichting, tot zijn eigen advocaat diende te wenden en niet tot de advocaat van de wederpartij. Het is advocaten immers niet toegestaan rechtstreeks met de wederpartij te communiceren, indien deze door een eigen advocaat wordt bijgestaan.

4.4       Hoewel het verweerster vrij stond klager (slechts) te laten weten dat het haar niet was toegestaan rechtstreeks met hem te communiceren, valt het haar tuchtrechtelijk niet aan te rekenen dat zij de brief van klager - op uitdrukkelijk verzoek van haar cliënte - onbeantwoord heeft gelaten. Nu verweerster ter zake geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt, zal de voorzitter het eerste klachtonderdeel als kennelijk ongegrond afwijzen.

4.5       Klager stelt dat verweerster zich in het verweerschrift tevens incidenteel appel d.d. 8 november 2012 nodeloos grievend jegens klager heeft uitgelaten. Nu verweerster dit betwist en klager ter zake geen concrete en door documentatie ondersteunde feiten naar voren heeft gebracht, zal de voorzitter het tweede klachtonderdeel eveneens als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 8 april 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op  8 april 2013

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.