ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4250 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 50-2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4250
Datum uitspraak: 05-03-2013
Datum publicatie: 21-05-2013
Zaaknummer(s): OB 50-2013
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarbij klager geen belang heeft
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klagers ontvankelijk, aangezien  verweerder gedragingen van klagers als derde in het standpunt van zijn cliënte heeft verwoord. Advocaat mag standpunt van cliënte t.a.v. gedraging van klagers vertolken. Niet nodeloos grievend.

Beslissing van 5 maart 2013

in de zaak OB 50-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klager

tegen:

B

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 6 februari 2013 met kenmerk 201201135K , door de raad ontvangen op 7 februari 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

De voorzitter heeft eveneens kennis genomen van de brief van verweerder dd. 15 februari 2013, door de raad ontvangen op 19 februari 2013.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerder heeft de ex-echtgenote van de zoon van klager bijgestaan in een echtscheidingsprocedure en een procedure betreffende een omgangsregeling.

1.2         Klager heeft verweerder verzocht een gesprek met hem aan te gaan. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen, aangezien zijn cliënte het doel en nut van een gesprek met klager niet zag zitten. Verweerder heeft klager bericht dat het voor verweerder als advocaat ook geen zin had om met klager in gesprek te gaan, aangezien dit gesprek een buitengerechtelijk debat zou worden zonder vooruitzicht op verbetering van de betrekkingen of op constructieve afspraken die de beëindiging van de meningsverschillen dichterbij zouden kunnen brengen. Verweerder heeft klager er vervolgens op gewezen dat zijn zoon in de gelegenheid was in de procedure verweer te voeren tegen hetgeen verweerder namens zijn cliënte had ingebracht.

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder zich als advocaat van de wederpartij van de zoon van klager in een familierechtelijke procedure nodeloos grievend en onjuist heeft uitgelaten over klager en diens familie.

3.           VERWEER     

3.1         Verweerder heeft bij de behartiging van de belangen van zijn cliënte de norm ex artikel 46 advocatenwet niet overschreden.

3.2         Verweerder is twee keer niet ingegaan op het verzoek van klager om met hem in gesprek te gaan. De cliënte van verweerder wenst geen enkele contact met haar ex-echtgenoot en zijn familie. Verweerder dient ervoor te waken dat zijn vertrouwensrelatie met zijn cliënte in stand blijft.

4.           ONTVANKELIJKHEID

4.1         De voorzitter stelt voorop dat het klachtrecht niet in het leven is geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn belang getroffen is of kan worden. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure is vereist, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.

4.2         Hoewel klagers niet als procespartij in de procedure tussen hun zoon en ex-schoondochter betrokken waren, heeft verweerder het standpunt van zijn cliënte ten aanzien van gedragingen van klagers in correspondentie en processtukken aan de orde gesteld. Aangezien van een behoorlijk advocaat verwacht mag worden dat hij zich ook jegens derden niet nodeloos grievend uitlaat, zullen klagers in hun klacht worden ontvangen. 

5.           BEOORDELING

5.1         Verweerder trad op als advocaat van de ex-echtgenote van de zoon van klager. Als zodanig had verweerder een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënte te behartigen en haar standpunt naar voren te brengen. De zoon van klager en diens ex-echtgenote verschilden onder meer van mening over de omgang tussen de cliënte van verweerder en de minderjarige dochter van partijen. Het was in dat kader dat de cliënte van verweerder hem heeft geinformeerd over de in haar ogen kwalijke rol die klager en diens echtgenote daarin vervulden. De advocaat mag er van uitgaan dat de cliënte juiste informatie verstrekt, tenzij er reden voor hem zou zijn om aan de mededelingen te twijfelen. Niet is komen vast staan dat er voor verweerder reden was om aan de mededelingen ter zake van zijn cliënte te twijfelen. Mitsdien mocht hij in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënte de door zijn cliënte verstrekte informatie in de procedure inbrengen en haar mening vertolken. Dat klager de stellingen van de cliënte van verweerder als grievend heeft ervaren,  betekent niet dat verweerder daarbij de grens met betrekking tot de hem toekomende mate van vrijheid die hem als advocaat van de ex-echtgenote van de zoon van klager vrijstond, heeft overschreden.

5.2         De voorzitter zal de klacht op grond van het bovenstaande als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 5 maart 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 8 maart 2013

per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.