ECLI:NL:TADRSHE:2013:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 194 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:9
Datum uitspraak: 24-06-2013
Datum publicatie: 25-06-2013
Zaaknummer(s): L 194 - 2013
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Essentie: Niet gebleken, dat verweerder als advocaat van de wederpartij een draagkrachtberekening aan de rechtbank heeft overlegd, waarvan hij wist, dat deze onjuistheden bevatte.   Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van 24 juni 2013

in de zaak L 194-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klager

tegen:

B

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Y van 11 juni 2013 met kenmerk DOK 193 , door de raad ontvangen op 12 juni 2013 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerder is in een verzoekschriftprocedure strekkende tot vaststelling van kinderalimentatie opgetreden voor mevrouw X, de wederpartij van klager.

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder namens zijn cliënte aan de rechtbank een draagkrachtberekening heeft overgelegd waarvan hij kon, althans behoorde te weten dat deze in strijd met de waarheid was. Verweerder heeft aldus gehandeld in strijd met de waarheidsplicht ex artikel 21 Rv.

3.           VERWEER

3.1         Verweerder heeft enkel de door zijn cliënte aangeleverde bescheiden in de verzoekschriftprocedure gebruikt. Verweerder heeft geen kennis kunnen nemen van de bescheiden die ten grondslag liggen aan de administratie van de huidige echtgenoot van zijn cliënte. Het was voor verweerder niet evident dat aan de rechtbank en gerechtshof overgelegde bescheiden niet zouden kloppen.

3.2         Klager heeft ook bij het gerechtshof de juistheid van de stukken bestreden. Het gerechtshof heeft ter zake geoordeeld dat de vraagtekens van klager onvoldoende duidelijk en onvoldoende concreet waren en dat deze door klager ter zitting desgevraagd ook niet voldoende konden worden verduidelijkt of toegelicht. Het gerechtshof heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van de jaarstukken en is van de juistheid daarvan uitgegaan.

4.           BEOORDELING

4.1         De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. In aanmerking dient te worden genomen dat in een procedure, en zeker in een familierechtelijke procedure, de emoties tussen partijen hoog kunnen oplopen. In het algemeen zullen de standpunten die de advocaat van de wederpartij inneemt, dan wel diens aanpak van de zaak, de andere partij niet welgevallig zijn. Een advocaat dient de belangen van zijn cliënt voorts te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft. Een advocaat mag in beginsel afgaan op de juistheid van de informatie die zijn cliënt hem verstrekt, en is slechts in uitzonderingsgevallen – indien hij behoorde te begrijpen dat de informatie onjuist was - gehouden de juistheid ervan te verifiëren. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van deze uitgangspunten beoordelen.

4.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerder wist, althans behoorde te weten, dat de door zijn cliënte aan hem overgelegde bescheiden onjuistheden bevatten. Verweerder mocht uitgaan van de juistheid van de door zijn cliënte aan hem overgelegde bescheiden. Indien klager het niet eens was met het standpunt van de cliënte van verweerder als volgend uit de inhoud van de door haar overgelegde bescheiden, lag het op de weg van verweerder dit standpunt en de juistheid van die bescheiden in rechte te betwisten, wat klager, zoals uit het arrest van het gerechtshof d.d. 21 februari 2013 blijkt, ook heeft gedaan, evenwel zonder succes. Reeds daaruit blijkt dat de onjuistheid van die gegevens niet evident was.

4.3       Nu verweerder op grond van het bovenstaande geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt, zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier, op 24 juni 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 25 juni 2013

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Y.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Y binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.