ECLI:NL:TADRSHE:2013:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L142-2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:57
Datum uitspraak: 09-09-2013
Datum publicatie: 20-09-2013
Zaaknummer(s): L142-2013
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft zonder overleg met klaagster zijn werkzaamheden beëindigd, heeft niet meer op telefoontjes van klaagster gereageerd en heeft ook de mail van klaagster waarin zij om opheldering vraagt onbeantwoord gelaten. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

Beslissing van 9 september 2013

in de zaak L 142-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klaagster

tegen:

B

verweerder

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 26 april 2013 met kenmerk D, door de raad ontvangen op 29 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 24 juni 2013 in aanwezigheid van klaagster, verweerder en diens gemachtigde . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken van 26 april 2013, met bijlagen.

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Door verweerder is een bindend advies uitgebracht in het kader van de geschillenregeling van de rechtsbijstandsverzekeraar van klaagster. Klaagster wilde zich niet bij het advies neerleggen en heeft verweerder vervolgens gevraagd om voor haar eigen rekening na te gaan of er nog andere mogelijkheden waren om stappen tegen haar voormalige werkgever te ondernemen. Op 18 september 2012 heeft verweerder aan klaagster bericht dat het nog mogelijk was om andere stappen te nemen en dat hij klaagster nader zou berichten zodra hij de stukken verder had kunnen bestuderen. Hij bevestigde daarbij de opdracht en het te hanteren tarief, waarbij hij tevens wees op de mogelijkheid dat vanwege drukke werkzaamheden of andere redenen het dossier ter verdere inhoudelijke behandeling zou worden overgedragen aan een van zijn kantoorgenoten. Op 21 september 2012 heeft verweerder aan klaagster bericht dat geen hoger beroep zal worden ingesteld, maar een nieuwe vordering tot betaling van schadevergoeding. Bij brief van 28 september 2012, ondertekend namens verweerder door mr. C, heeft verweerder aan klaagster het verzoek gedaan om overleg over de hoogte van de te vorderen schadevergoeding. Op 10 oktober 2012 is dit nogmaals namens verweerder verzocht. Op 12 oktober 2012 heeft klaagster aan verweerder geschreven dat het haar niet  om geld gaat. Als echter een rectificatie van het vonnis van de kantonrechter waarbij de arbeidsovereenkomst is ontbonden niet mogelijk is, wil zij wel alles  vorderen wat gevorderd kan worden. Vervolgens heeft verweerder bij brief van 17 oktober 2012, opnieuw getekend door mr. C, bericht dat rectificatie van de ontbindingsbeschikking niet mogelijk is en dat hij, nu het klaagster niet ging om een vergoeding, zijn werkzaamheden voor klaagster beëindigt. Klaagster heeft op 25 oktober 2012 nog een mail gestuurd waarin zij aangeeft dat sprake is van een miscommunicatie en dat zij wil dat verweerder zijn werkzaamheden hervat. Op deze brief is door verweerder niet meer gereageerd.

3                klacht

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

1       plotseling en zonder overleg met klaagster de zaak die hij voor haar in behandeling had heeft neergelegd;

2       onbereikbaar voor klaagster was en talloze brieven en telefoontjes van haar zijde onbeantwoord heeft gelaten.

4                VERWEER

4.1     Verweerder stelt zich op het standpunt dat zijn kantoorgenoot die de zaak feitelijk behandelde zijn werkzaamheden terecht heeft beëindigd, aangezien het klaagster niet was te doen om het vorderen van schadevergoeding, maar om rectificatie van de beschikking van de kantonrechter waarbij haar arbeidsovereenkomst is ontbonden. Aangezien dat een hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter zou inhouden, hetgeen niet mogelijk is, kon verweerder niets voor klaagster betekenen. Verweerder stelt daarnaast dat de brieven, mails en telefoontjes van klaagster wel zijn beantwoord.

5                BEOORDELING

          Ad klachtonderdeel 1

5.1         Gelet op hetgeen blijkt uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken, stelt de raad vast dat de e-mail van klaagster van 12 oktober 2012 door (de behandelende kantoorgenoot van) verweerder  verkeerd is gelezen. Aan het slot van die e-mail wordt door klaagster nadrukkelijk opgemerkt dat indien de door haar gewenste rectificatie onmogelijk is, zij alles wil vorderen wat er kan worden gevorderd. Verweerder, althans de namens hem optredende kantoorgenoot had daaraan niet de conclusie mogen verbinden dat klaagster enkel hoger beroep tegen het vonnis van de kantonrechter waarbij haar arbeidsovereenkomst werd ontbonden zou willen instellen en geen aparte vordering tot schadevergoeding zou willen indienen. Klaagster heeft bovendien bij e-mail van 25 oktober 2012 aan verweerder verzocht om de zaak te hervatten aangezien er kennelijk sprake was van een miscommunicatie. Uit hetgeen ter zitting is besproken is gebleken dat op deze e-mail niet is gereageerd. Verweerder had daar echter wel op moeten reageren. Gelet op de ontstane miscommunicatie had het in ieder geval op de weg van verweerder gelegen om nadere uitleg aan klaagster te verschaffen.

Dit klachtonderdeel zal de raad gegrond verklaren

Ad klachtonderdeel 2

5.2         Tijdens de behandeling ter zitting heeft verweerder erkend dat zijn kantoorgenoot mr. C die de zaak inhoudelijk behandelde klaagster had moeten terugbellen, maar dat dit niet is gebeurd. Hoewel niet expliciet is komen vast te staan dat alle data genoemd in de klachtbrief van klaagster juist zijn, is wel voldoende aannemelijk dat er door klaagster herhaaldelijk naar het kantoor van verweerder is gebeld en dat zij niet is teruggebeld. Nu ter zitting door verweerder niet is betwist dat er veel is gebeld en dat er toezeggingen zijn gedaan om klaagster terug te bellen, stelt de raad vast dat verweerder inderdaad onbereikbaar was.

De raad zal dit klachtonderdeel gegrond verklaren.

6.       MAATREGEL

6.1     Nu de klachtonderdelen 1 en 2 beide gegrond zijn, acht de raad de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart klachtonderdeel 1 en klachtonderdeel 2 gegrond en legt aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, M.B.Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas, A. Groenewoud, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 september 2013 .

griffier                                                                         voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2013

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klaagster

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipl ine.nl