ECLI:NL:TADRSHE:2013:49 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 2-2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:49
Datum uitspraak: 09-09-2013
Datum publicatie: 20-09-2013
Zaaknummer(s): OB 2-2013
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Cliënte verkeerde in geldnood en had de wederpartij zelf reeds tot betaling gesommeerd. Onder deze omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar om een cliënt van de wederpartij te informeren over een voorgenomen beslag op vorderingen van die wederpartij. Klacht ongegrond.

Beslissing van 9 september 2013

in de zaak OB 2-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klager

tegen:

B

verweerder

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 7 januari 2013 met kenmerk K, door de raad ontvangen op 7 januari 2013, heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 27 mei 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-          het klachtdossier.

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1          Verweerder heeft de wederpartij van klager bijgestaan in een geschil omtrent

loonuitbetaling. Bij brief van 24 oktober 2012 heeft verweerder klager gesommeerd binnen 5 werkdagen tot uitbetaling van achterstallig loon en kosten rechtsbijstand over te gaan, bij gebreke waarvan in een kort geding een loonvordering en een verzoek aan de voorzieningenrechter tot het leggen conservatoir beslag onder crediteuren van klager zouden worden gedaan. Op diezelfde datum heeft verweerder een kopie van voornoemde brief toegezonden aan een klant van klager met het verzoek geen betalingen aan klager te doen in verband met een voorgenomen beslag op vorderingen van klager. Op 26 oktober 2012 is alsnog verzocht om verlof voor het leggen van conservatoir derdenbeslag. Bij beschikking van de voorzieningenrechter d.d. 29 oktober 2012 is het gevraagd verlof verleend. Bij e-mail van 2 november 2012, gericht aan klager maar verstuurd naar een verkeerd e-mailadres, heeft verweerder aan klager een betalingsvoorstel gedaan om tot een minnelijke oplossing van het geschil te komen. Deze e-mail is op die datum in kopie eveneens verzonden naar de betreffende klant. Op 13 november 2012 heeft verweerder conservatoir derdenbeslag gelegd. Bij brief d.d. 14 november 2012 is door de griffier medegedeeld dat het kort geding zou plaatsvinden op 7 december 2012 en dat de dagvaarding uiterlijk op 30 november 2012 moest worden uitgebracht.

2.2     Bij brief d.d. 15 november 2012 met bijlagen, heeft klager zich bij de Deken beklaagd over verweerder.

3                KLACHT

3.1         De klacht houdt - zakelijk weergegeven - het volgende in:

Verweerder heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder heeft gedreigd met beslaglegging onder een klant in een stadium waarin nog overleg met de wederpartij werd gepleegd en heeft niet geprobeerd om tot een minnelijke oplossing te komen. Daardoor heeft hij onnodig een belangrijke handelsrelatie op het spel gezet.

4                VERWEER

4.1         Verweerder betwist de klacht. Verweerders cliënte wilde dat de druk direct werd opgevoerd door bijvoorbeeld een conservatoir beslag omdat zij op zeer korte termijn, in verband met haar vaste lasten, over gelden diende te beschikken en zij klager al eerder tot betaling had gemaand. Verweerder had ook onmiddellijk op 24 oktober 2012 verlof tot het leggen van conservatoir beslag kunnen vragen. Dit was dan naar verwachting nog diezelfde dag verleend zodat verweerder in dat geval al onmiddellijk beslag had kunnen leggen en de betreffende klant ook op de hoogte zou zijn gebracht. Verweerder wilde juist forceren dat klager snel zou overgaan tot betaling. Klager heeft door niet te betalen aan zichzelf te wijten dat de betreffende klant van het loonconflict op de hoogte kwam.

5                BEOORDELING

5.1         De klacht betreft het optreden van de advocaat van de wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Een advocaat mag in beginsel afgaan op de informatie die zijn cliënt hem verstrekt, met dien verstande dat hij bij het naar buiten brengen van die informatie zich moet onthouden van het verstrekken van feitelijke gegevens waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat deze niet juist zijn. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

5.2     Klager heeft ter zitting erkend dat sprake was van een loonbetalingsachterstand jegens verweerders cliënte en dat zij hem al voor het optreden van  verweerder en de beslaglegging persoonlijk had gesommeerd om tot betaling over te gaan. De raad stelt op grond daarvan vast dat door verweerders cliënte al was getracht om een oplossing in der minne te bereiken. Mede gelet op de mededeling van zijn cliënte dat zij in verband met haar vaste lasten ten spoedigste over geld diende te beschikken en dus belang had bij spoedige betaling door klager stond het verweerder vrij te handelen zoals hiervoor bij de weergave van de feiten is omschreven. Het past binnen de vrijheid die een advocaat toekomt bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt om een dergelijke processtrategie te volgen. Er is geen gedragsregel die zich daartegen verzet. De raad zal de klacht derhalve ongegrond verklaren.

6        BESLISSING

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, Th. Kremers, J.J.M. Goumans, R.G.A.M. Theunissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 september 2013 .

griffier                                                                         voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op  10 september 2013

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB

-            de Deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            klager

-            verweerder

-            de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB

-            de Deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl