ECLI:NL:TADRSHE:2013:37 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 47-2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:37
Datum uitspraak: 02-09-2013
Datum publicatie: 20-09-2013
Zaaknummer(s): OB 47-2013
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Alvorens sprake was van aanvaarding van een opdracht, diende eerst de beslissing op een toevoegingsaanvraag te worden afgewacht. Indien een verzoek tot toevoeging zou worden afgewezen, wat in de zaak van klager ook is gebeurd, diende immers opnieuw te worden bezien of en zo ja op welke voorwaarden de advocaat de opdracht zou aanvaarden. Klacht ongegrond

Beslissing van 2 september 2013

in de zaak OB 47-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klager

tegen:

B

                                        verweerder

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 8 februari 2013 met kenmerk K, door de raad ontvangen op 11 februari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB  de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 10 juni 2013 in aanwezigheid van verweerder . Klager heeft de raad bij brief dd. 6 juni bericht wegens familieomstandigheden verhinderd te zijn de mondelinge behandeling bij te wonen. Klager gaf te kennen niets meer toe te voegen te hebben. Hij verzocht de raad de klacht verder af te handelen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken dd. 8 februari 20123, met bijlagen;

-       de brief van klager dd. 6 juni 2013.

2.         FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1    Klager heeft zich begin oktober 2012 gewend tot verweerder in verband met een dwangbevel van de gemeente X, betreffende de verhuur van twee kamers in de woning van klager. 

2.2    Verweerder heeft klager bij brief dd. 8 oktober 2012 bericht een toevoeging te zullen aanvragen en de zaak te zullen bestuderen. De Raad voor Rechtsbijstand heeft op 18 oktober 2012 de aanvraag tot het toekennen van een toevoeging afgewezen.

2.3    Op 18 oktober 2012 heeft een telefoongesprek tussen klager en verweerder plaatsgevonden. Verweerder heeft klager bij brief dd. 18 oktober 2012 bericht de opdracht niet te aanvaarden. Op 19 oktober 2012 heeft mr. X de zaak overgenomen.

3.       klacht

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder zonder opgaaf van redenen reeds twee weken na een eerste bespreking aan klager heeft medegedeeld de zaak niet verder te willen behandelen.

4.              VERWEER

4.1    Verweerder heeft in zijn brief dd. 8 oktober 2012 nadrukkelijk een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het aanvaarden van de opdracht. Het telefoongesprek dd. 18 oktober 2012 vond plaats in een vervelende sfeer, in die zin dat klager op zeer gebiedende wijze commandeerde wat verweerder in zijn ogen diende te doen. Kort daarna is verweerder tot de conclusie gekomen dat hij zijn werkzaamheden op die wijze niet wenste uit te voeren. Verweerder heeft toen besloten om de zaak niet aan te nemen. Verweerder heeft klager zulks bij brief dd. 18 oktober 2012 bericht. Verweerder had toen nog 14 dagen –en derhalve ruimschoots- de tijd om zich van andere rechtsbijstand te voorzien.

5.              BEOORDELING

5.1    Vast staat dat klager zich tot verweerder heeft gewend met het verzoek hem bij te staan in een geschil met de gemeente. Tijdens dit gesprek werd afgesproken dat verweerder een toevoeging zou aanvragen en dat hij de zaak met een kantoorgenoot zou bespreken. De raad volgt klager niet in zijn stelling dat hij ervan uit mocht gaan dat verweerder of zijn kantoorgenoot de zaak had aangenomen, aangezien verweerder had toegezegd een toevoeging te zullen aanvragen. Alvorens sprake was van aanvaarding van een opdracht, diende eerst de beslissing op een toevoegingsaanvraag te worden afgeacht. Indien een verzoek tot toevoeging zou worden afgewezen, wat in de zaak van klager ook is gebeurd, diende immers opnieuw te worden bezien of en zo ja op welke voorwaarden de advocaat de opdracht zou aanvaarden.

5.2    Toen verweerder op 18 oktober 2012 telefonisch contact met klager opnam om de door de afwijzing van het toevoegingsverzoek ontstane situatie te bespreken, was er nog geen sprake van aanvaarding van de opdracht door verweerder. Het stond verweerder dan ook vrij om, op grond van de wijze waarop het telefoongesprek verliep, te besluiten om de opdracht niet te aanvaarden. Klager had bovendien op dat moment nog genoeg tijd om zich tot een andere advocaat te wenden, wat klager de dag na het telefoongesprek  ook heeft gedaan. De raad komt op grond van het bovenstaande tot het oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken en zal de klacht daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. L.R.G.M. Spronken, P.A.M. van Hoef, A.J. Sol en P.J.W.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van   2 september 2013 .

griffier                                                                         voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op 3 september 2013

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-      klager

-            verweerder

-            de deken van de orde van advocaten te OB

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl