ECLI:NL:TADRSHE:2013:16 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 243 - 2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:16
Datum uitspraak: 01-07-2013
Datum publicatie: 07-01-2014
Zaaknummer(s): M 243 - 2012
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet gebleken dat verweerder zijn cliënte heeft geadviseerd om de openstaande facturen van klaagster niet te betalen en pogingen van klaagster om deze betaald te krijgen heeft gefrustreerd en heeft getraineerd. Gelet op geheimhoudingsplicht niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door te weigeren informatie te verschaffen aan klaagster en de deurwaarder. Klacht ongegrond.

Beslissing van 1 juli 2013

     in de zaak M243-2012

naar aanleiding van de klacht van:

A.

klaagster

tegen:

                                        B.

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 3 september 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Ter zitting van 6 mei 2013 is verweerder verschenen. Klaagster is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-       De brief van de deken d.d. 3 september 2012 en de daarbij gevoegde stukken;

-       De nagekomen brief met bijlagen van klaagster d.d. 18 april 2013;

-       De nagekomen brief van verweerder d.d. 21 april 2013 met bijlagen.

2       FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Klaagster heeft mevrouw M. als advocaat bijgestaan in een echtscheidingsprocedure van 1995 tot september 2004. Nadat deze civielrechtelijke procedure was afgerond heeft verweerder mevrouw M. bijgestaan in bestuursrechtelijke procedures.

2.2     Aan M. was ten behoeve van de rechtsbijstand door verweerster een toevoeging verstrekt, welke na het afronden van de zaak werd ingetrokken, onder meer omdat mevrouw M. op of omstreeks 6 augustus 2004 een bedrag van € 87.636,50 had ontvangen. Klaagster zond in verband met de door haar verrichte werkzaamheden op 20 oktober 2004 een nota ad € 25.620,71 naar M. Klaagster had met mevrouw M. afgesproken dat mevrouw M. te zijner tijd de kosten van rechtsbijstand pas hoefde te betalen, nadat de gelden uit de verkoop van de echtelijke woning aan haar zouden zijn uitbetaald. M. heeft zonder klaagster in kennis te stellen het aan haar toekomende bedrag laten uitbetalen op de bankrekening van haar buurvrouw. Betaling van de openstaande nota van klaagster bleef vervolgens uit.

2.3     Klaagster heeft een incassotraject in gang gezet, waarbij verweerder mevrouw M. bij meerdere gelegenheden als raadsman heeft bijgestaan. Na een begrotingsprocedure bij de Raad van Toezicht in november 2010 werd klaagsters declaratie verminderd tot een bedrag van € 23.734,17 inclusief BTW. Op 22 april 2011 heeft klaagster ex artikel 33 WTBZ een executoriale titel verzocht en verkregen. Medio 2011 is de deurwaarder tot executie overgegaan.

2.4     Verweerder heeft geweigerd de deurwaarder informatie te verschaffen met betrekking tot een kwitantie waaruit doorbetaling van de buurvrouw aan M. bleek.

3       KLACHT

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

hij een voormalige cliënte van klaagster voortdurend adviseert de openstaande facturen van klaagster niet te betalen, pogingen van klaagster om deze betaald te krijgen frustreert en traineert, alsmede iedere medewerking jegens klaagster en de deurwaarder weigert.

4       VERWEER

4.1     Verweerder heeft een ruime mate van vrijheid bij de behartiging van de belangen van zijn cliënte. Verweerder heeft zijn cliënte gewezen op de wettelijke mogelijkheden die haar ten dienste staan. Verweerder heeft zijn cliënte op geen enkel moment geadviseerd om niet te voldoen aan een gerechtelijke uitspraak. Verweerders cliënte beschikt niet over de middelen om de facturen van klaagster te betalen; zij moet rondkomen van een bijstandsuitkering en heeft voor het overige geen vermogen. Van de gelden die zijn verkregen uit de verdeling van de huwelijksgemeenschap heeft verweerders cliënte schulden afbetaald aan haar familie, van wie zij door de jaren heen geld had geleend om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat is de reden dat zijn cliënte niet betaalt. Voorts heeft verweerders cliënte de aard en omvang van de facturen betwist. Verweerder heeft zijn cliënte geadviseerd een betalingsregeling te treffen.

4.2     Verweerder is op basis van zijn geheimhoudingsplicht c.q. verschoningsrecht niet gehouden om informatie te verstrekken aan de deurwaarder noch aan klaagster. 

5        BEOORDELING

5.1     De klacht betreft het optreden van de advocaat die de voormalige cliënt van klaagster is gaan bijstaan, onder meer in een geschil tussen klaagster en die cliënt.. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient de belangen van zijn cliënt te behartigen aan de hand van feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft. De advocaat mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en is slechts in uitzonderingsgevallen gehouden de juistheid daarvan te verifiëren.

5.2     De raad is van oordeel dat op basis van de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet is komen vast te staan dat verweerder zijn cliënte heeft geadviseerd om de openstaande facturen van klaagster niet te betalen en pogingen van klaagster om deze betaald te krijgen heeft gefrustreerd en heeft getraineerd. Verweerder heeft onweersproken gesteld dat hij op basis van het door hem verrichte onderzoek naar de inkomens- en vermogenspositie van zijn cliënte en het feit dat zij een bijstandsuitkering geniet erop mocht vertrouwen dat zij niet (meer) over vermogen beschikte.

5.3     De raad is voorts van oordeel dat verweerder, gelet op de aan hem in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid alsook de op hem rustende geheimhoudingsplicht, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door te weigeren informatie te verschaffen aan klaagster en de deurwaarder.

5.4     De raad komt tot de slotsom dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid, niet heeft overschreden. De raad zal de klacht dan ook ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mw. mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. L.J.G. de Haas, M.B.Ph. Geeraedts, H.C.M. Schaeken, J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 juli 2013.

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 2 juli 2013      

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klaagster

-        verweerder

-         de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-              klaagster

-             verweerder

-              de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-              de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl